Probeer een of meer van de volgende oplossingen:
Verwijder het flashstation en plaats het vervolgens weer terug.
Als het foutbericht niet verdwijnt, is het flashgeheugen mogelijk beschadigd en moet het worden vervangen.
Probeer een of meer van de volgende oplossingen:
Raak Huidige [papierbron] gebruiken aan als u het bericht wilt negeren en de geselecteerde lade wilt gebruiken.
Plaats het juiste papierformaat en de juiste papiersoort in de lade, controleer de instellingen voor het papierformaat en de papiersoort in het menu Papier op het bedieningspaneel van de printer en raak vervolgens Papier gewijzigd, Doorgaan aan.
Raak Taak annuleren aan als u de huidige afdruktaak wilt annuleren.
Probeer een of meer van de volgende oplossingen
Raak Huidige [papierbron] gebruiken aan als u het bericht wilt negeren en de geselecteerde lade wilt gebruiken.
Plaats het juiste papierformaat en de juiste papiersoort in de lade, controleer de instellingen voor het papierformaat en de papiersoort in het menu Papier op het bedieningspaneel van de printer en raak vervolgens Papier gewijzigd, Doorgaan aan.
Raak Taak annuleren aan als u de huidige afdruktaak wilt annuleren.
Probeer een of meer van de volgende oplossingen:
Raak Huidige [papierbron] gebruiken aan als u het bericht wilt negeren en de geselecteerde lade wilt gebruiken.
Plaats het juiste papierformaat en de juiste papiersoort in de lade, controleer de instellingen voor het papierformaat en de papiersoort in het menu Papier op het bedieningspaneel van de printer en raak vervolgens Papier gewijzigd, Doorgaan aan.
Raak Taak annuleren aan als u de huidige afdruktaak wilt annuleren.
Probeer een of meer van de volgende oplossingen:
Raak Huidige [papierbron] gebruiken aan als u het bericht wilt negeren en de geselecteerde lade wilt gebruiken.
Plaats het juiste papierformaat en de juiste papiersoort in de lade, controleer de instellingen voor het papierformaat en de papiersoort in het menu Papier op het bedieningspaneel van de printer en raak vervolgens Papier gewijzigd, Doorgaan aan.
Raak Taak annuleren aan als u de huidige afdruktaak wilt annuleren.
Probeer een of meer van de volgende oplossingen:
Raak Huidige [papierbron] gebruiken aan als u het bericht wilt negeren en de geselecteerde lade wilt gebruiken.
Plaats het juiste papierformaat en de juiste papiersoort in de lade, controleer de instellingen voor het papierformaat en de papiersoort in het menu Papier op het bedieningspaneel van de printer en raak vervolgens Papier gewijzigd, Doorgaan aan.
Raak Taak annuleren aan als u de huidige afdruktaak wilt annuleren.
Probeer een of meer van de volgende oplossingen:
Raak Huidige [papierbron] gebruiken aan als u het bericht wilt negeren en de geselecteerde lade wilt gebruiken.
Plaats het juiste papierformaat en de juiste papiersoort in de lade, controleer de instellingen voor het papierformaat en de papiersoort in het menu Papier op het bedieningspaneel van de printer en raak vervolgens Papier gewijzigd, Doorgaan aan.
Raak Taak annuleren aan als u de huidige afdruktaak wilt annuleren.
De printer heeft geprobeerd om een beschadigde vaste schijf te herstellen, maar de vaste schijf kan niet worden gerepareerd. De vaste schijf moet opnieuw worden geformatteerd.
Raak Schijf formatteren aan om de vaste schijf van de printer opnieuw te formatteren en het bericht te wissen.
Opmerking: als u de vaste schijf van de printer formatteert, worden alle bestanden van de schijf verwijderd. |
Probeer een of meer van de volgende oplossingen:
Raak Doorgaan aan om het bericht te wissen en door te gaan met afdrukken.
Verwijder lettertypen, macro's en andere gegevens van de vaste schijf van de printer.
Installeer een vaste schijf met een grotere capaciteit.
De vaste schijf van de printer moet opnieuw worden geformatteerd.
Raak Schijf formatteren aan om de vaste schijf van de printer opnieuw te formatteren en het bericht te wissen.
Opmerking: als u de vaste schijf van de printer formatteert, worden alle bestanden van de schijf verwijderd. |
U moet de perforatiebak legen.
Raak op het bedieningspaneel Meer informatie aan voor informatie over het legen van de perforatiebak.
Plaats de perforatiebak terug in de finisher en raak Doorgaan aan om het bericht te wissen en door te gaan met afdrukken.
Er is een niet-ondersteund USB-apparaat geplaatst. Verwijder het USB-apparaat en installeer daarna een ondersteund apparaat.
De faxpartitie lijkt beschadigd te zijn. Probeer een of meer van de volgende oplossingen:
Druk op Continue (Doorgaan) om het bericht te wissen.
Stel de printer opnieuw in door de printer uit en weer in te schakelen. Neem contact op met uw systeembeheerder als het bericht opnieuw wordt weergegeven.
De printer bevindt zich in de faxservermodus, maar de instellingen van de faxserver zijn niet voltooid.
Probeer een of meer van de volgende oplossingen:
Druk op Continue (Doorgaan) om het bericht te wissen.
Voltooi de faxserverinstellingen. Neem contact op met uw systeembeheerder als het bericht opnieuw wordt weergegeven.
De naam van het faxstation is niet ingevoerd. Het verzenden en ontvangen van faxen is uitgeschakeld tot de fax correct is geconfigureerd.
Probeer een of meer van de volgende oplossingen:
Druk op Continue (Doorgaan) om het bericht te wissen.
Voltooi de analoge faxinstellingen. Neem contact op met uw systeembeheerder als het bericht opnieuw wordt weergegeven.
Het nummer van het faxstation is niet ingevoerd. Het verzenden en ontvangen van faxen is uitgeschakeld tot de fax correct is geconfigureerd.
Probeer een of meer van de volgende oplossingen:
Druk op Continue (Doorgaan) om het bericht te wissen.
Voltooi de analoge faxinstellingen. Neem contact op met uw systeembeheerder als het bericht opnieuw wordt weergegeven.
Probeer een of meer van de volgende oplossingen:
Plaats de aangegeven lade:
Schakel de printer uit.
Trek de stekker van de voedingskabel uit het stopcontact.
Plaats de aangegeven lade.
Steek de stekker van het netsnoer in een goed geaard stopcontact.
Zet de printer weer aan.
Annuleer de afdruktaak.
Probeer een of meer van de volgende oplossingen:
Plaats de aangegeven lade:
Schakel de printer uit.
Trek de stekker van de voedingskabel uit het stopcontact.
Plaats de aangegeven lade.
Steek de stekker van het netsnoer in een goed geaard stopcontact.
Zet de printer weer aan.
Annuleer de afdruktaak.
Plaats de perforatiebak in de finisher en raak Doorgaan aan om het bericht te wissen en door te gaan met afdrukken.
Probeer een of meer van de volgende oplossingen:
Plaats een nietcassette.
Raak Doorgaan aan om het bericht te wissen en af te drukken zonder de nietjesfinisher te gebruiken.
Probeer een of meer van de volgende oplossingen:
Plaats de enveloppenlader:
Schakel de printer uit.
Trek de stekker van de voedingskabel uit het stopcontact.
Plaats de enveloppenlader.
Steek de stekker van het netsnoer in een goed geaard stopcontact.
Zet de printer weer aan.
Annuleer de afdruktaak.
Probeer een of meer van de volgende oplossingen:
Plaats het aangegeven papier in de lade of invoer.
Raak Papier geplaatst, doorgaan aan om het bericht te wissen en door te gaan met afdrukken.
Als de printer een lade detecteert met papier van het juiste formaat en de juiste soort, wordt het papier uit die lade ingevoerd. Als de printer geen lade kan vinden met papier van het juiste formaat en de juiste soort, wordt de taak afgedrukt op het papier uit de standaardpapierbron.
Annuleer de afdruktaak.
Probeer een of meer van de volgende oplossingen:
Plaats het aangegeven papier in de lade of invoer.
Raak Papier geplaatst, doorgaan aan om het bericht te wissen en door te gaan met afdrukken.
Als de printer een lade detecteert met papier van het juiste formaat en de juiste soort, wordt het papier uit die lade ingevoerd. Als de printer geen lade kan vinden met papier van het juiste formaat en de juiste soort, wordt de taak afgedrukt op het papier uit de standaardpapierbron.
Annuleer de afdruktaak.
Probeer een of meer van de volgende oplossingen:
Plaats het aangegeven papier in de lade of invoer.
Raak Papier geplaatst, doorgaan aan om het bericht te wissen en door te gaan met afdrukken.
Als de printer een lade detecteert met papier van het juiste formaat en de juiste soort, wordt het papier uit die lade ingevoerd. Als de printer geen lade kan vinden met papier van het juiste formaat en de juiste soort, wordt het papier uit de standaardpapierbron gebruikt.
Annuleer de afdruktaak.
Probeer een of meer van de volgende oplossingen:
Plaats het aangegeven papier in de lade of invoer.
Raak Papier geplaatst, doorgaan aan om het bericht te wissen en door te gaan met afdrukken.
Als de printer een lade detecteert met papier van het juiste formaat en de juiste soort, wordt het papier uit die lade ingevoerd. Als de printer geen lade kan vinden met papier van het juiste formaat en de juiste soort, wordt het papier uit de standaardpapierbron gebruikt.
Annuleer de afdruktaak.
Probeer een of meer van de volgende oplossingen:
Vul de handmatige invoer met de opgegeven papiersoort.
Raak Vragen bij elke pagina, papier is geplaatst of Niet vragen, papier is geplaatst aan om het bericht te wissen en verder te gaan met afdrukken.
Raak Automatisch papier selecteren aan om het papier in de lade te gebruiken.
Annuleer de afdruktaak.
Probeer een of meer van de volgende oplossingen:
Vul de handmatige invoer met de opgegeven papiersoort.
Raak Vragen bij elke pagina, papier is geplaatst of Niet vragen, papier is geplaatst aan om het bericht te wissen en verder te gaan met afdrukken.
Raak Automatisch papier selecteren aan om het papier in de lade te gebruiken.
Annuleer de afdruktaak.
Probeer een of meer van de volgende oplossingen:
Vul de handmatige invoer met de opgegeven papiersoort.
Raak Vragen bij elke pagina, papier is geplaatst of Niet vragen, papier is geplaatst aan om het bericht te wissen en verder te gaan met afdrukken.
Raak Automatisch papier selecteren aan om het papier in de lade te gebruiken.
Annuleer de afdruktaak.
Probeer een of meer van de volgende oplossingen:
Vul de handmatige invoer met de opgegeven papiersoort.
Raak Vragen bij elke pagina, papier is geplaatst of Niet vragen, papier is geplaatst aan om het bericht te wissen en verder te gaan met afdrukken.
Raak Automatisch papier selecteren aan om het papier in de lade te gebruiken.
Annuleer de afdruktaak.
Probeer een of meer van de volgende oplossingen:
Vervang de opgegeven nietjeshouder in de finisher.
Raak Doorgaan om het bericht te wissen en door te gaan met afdrukken.
Opmerking: De afdruktaak wordt geniet als de nietjeshouder is vervangen of geplaatst. |
Raak Taak annuleren aan als u de huidige afdruktaak wilt annuleren.
Er is onvoldoende geheugen om de faxtaak af te drukken.
Druk op Continue (Doorgaan) om het bericht te wissen zonder af te drukken. Nadat de printer opnieuw is opgestart, zal worden geprobeerd faxen in de wachtrij af te drukken.
Probeer een of meer van de volgende oplossingen:
Schakel de printer uit en weer in.
Plaats de aangegeven lade terug:
Schakel de printer uit.
Trek de stekker van de voedingskabel uit het stopcontact.
Verwijder de aangegeven lade.
Plaats de lade terug.
Steek de stekker van het netsnoer in een goed geaard stopcontact.
Zet de printer weer aan.
Verwijder de aangegeven lade:
Schakel de printer uit.
Trek de stekker van de voedingskabel uit het stopcontact.
Verwijder de aangegeven lade.
Neem contact op met de klantenondersteuning.
Raak Doorgaan aan om het bericht te wissen en af te drukken zonder de aangegeven lade te gebruiken.
Probeer een of meer van de volgende oplossingen:
Schakel de printer uit en weer in.
Plaats de aangegeven laden terug:
Schakel de printer uit.
Trek de stekker van de voedingskabel uit het stopcontact.
Verwijder de aangegeven laden.
Plaats de laden terug.
Steek de stekker van het netsnoer in een goed geaard stopcontact.
Zet de printer weer aan.
Verwijder de aangegeven laden:
Schakel de printer uit.
Trek de stekker van de voedingskabel uit het stopcontact.
Verwijder de aangegeven laden.
Neem contact op met de klantenondersteuning.
Raak Doorgaan aan om het bericht te wissen en af te drukken zonder de aangegeven laden te gebruiken.
Verwijder al het resterende verpakkingsmateriaal uit de aangegeven locatie.
Verwijder het papier uit de aangegeven lade. De printer stelt automatisch dat het papier is verwijderd en gaat door met afdrukken.
Raak Doorgaan aan als het bericht niet wordt gewist nadat u het papier hebt verwijderd.
De capaciteitslimiet van de uitvoerladen is bereikt. Verwijder papier uit alle uitvoerladen om het bericht te wissen en door te gaan met afdrukken.
Verwijder het papier uit de aangegeven lade. De printer stelt automatisch vast dat het papier is verwijderd en gaat door met afdrukken.
Raak Doorgaan aan als het bericht niet wordt gewist nadat u het papier hebt verwijderd.
Probeer een of meer van de volgende oplossingen:
Raak Herstellen aan om alle taken in de wachtrij op de vaste schijf van de printer te herstellen.
Raak Niet herstellen aan als u niet wilt dat afdruktaken worden hersteld.
Raak Doorgaan aan om de aangegeven taak te verwijderen.
Opmerking: Wachttaken die niet worden hersteld, blijven op de vaste schijf opgeslagen en zijn niet toegankelijk. |
Er ontbreekt een supply die nodig is om de taak te voltooien. Raak Annuleren aan om het bericht te wissen.
Het papierformaat in de aangegeven laden wordt niet ondersteund. Vervang het papier door een ondersteund papierformaat.
Er is een niet-ondersteunde schijf geplaatst. Verwijder de niet-ondersteunde schijf en installeer een schijf die wordt ondersteund.
Probeer een of meer van de volgende oplossingen:
Verwijder de aangegeven cartridge uit de printer en installeer deze opnieuw.
Raak op het bedieningspaneel Meer informatie aan voor informatie over het verwijderen van een cartridge.
Raak Doorgaan aan om het bericht te wissen.
Opmerking: Als het bericht niet wordt gewist, moet u de defecte cartridge vervangen. |
Verwijder de niet-ondersteunde cartridge en installeer een exemplaar dat wel wordt ondersteund.
Raak op het bedieningspaneel Meer informatie aan voor informatie over het verwijderen van een cartridge.
Raak Doorgaan aan om het bericht te wissen.
Probeer een of meer van de volgende oplossingen:
Plaats het juiste papier of speciale afdrukmateriaal in de betreffende lade.
Ga na of het wiel van lade 1 is ingesteld op het formaat van het papier in de lade. Controleer of dit het formaat is waarop u wilt afdrukken.
Raak Doorgaan aan om het bericht te wissen en door te gaan met afdrukken met een andere lade.
Controleer de lengte- en breedtegeleiders van de lade en of het papier op de juiste manier is geplaatst.
Controleer of in het dialoogvenster Printereigenschappen of Druk af de juiste instellingen voor papierformaat en papiersoort zijn opgegeven.
Controleer of het papierformaat correct is ingesteld. Als Formaat U-lader bijvoorbeeld is ingesteld op Universal, moet u ervoor te zorgen dat het papier lang genoeg is voor de gegevens die u wilt afdrukken.
Annuleer de afdruktaak.
Probeer een of meer van de volgende oplossingen:
Druk op Continue (Doorgaan) om Bronnen opslaan uit te schakelen en door te gaan met afdrukken.
Als u Bronnen opslaan wilt inschakelen nadat u dit bericht hebt ontvangen, dient u ervoor te zorgen dat de koppelingsbuffers zijn ingesteld op Auto. Sluit vervolgens de menu's af om de wijzigingen in de koppelingsbuffers te activeren. Schakel de optie Bronnen opslaan in als het bericht
wordt weergegeven.Installeer extra geheugen.
Probeer een of meer van de volgende oplossingen:
Druk op Continue (Doorgaan) om het opgeslagen gedeelte van de taak af te drukken en de rest van de afdruktaak te sorteren.
Annuleer de huidige afdruktaak.
Probeer een of meer van de volgende oplossingen:
Druk op Continue (Doorgaan) om het defragmenteren te stoppen en door te gaan met afdrukken.
Verwijder lettertypen, macro's en andere gegevens uit het RAM-geheugen van de printer.
Installeer extra printergeheugen.
De printer heeft enkele wachttaken verwijderd om de huidige taken te kunnen verwerken.
Druk op Continue (Doorgaan) om het bericht te wissen.
De printer kon enkele of alle vertrouwelijke of in de wachtrij geplaatste taken op de vaste schijf niet herstellen.
Druk op Continue (Doorgaan) om het bericht te wissen.
Probeer een of meer van de volgende oplossingen:
Druk op Continue (Doorgaan) om het bericht te wissen.
Annuleer de huidige afdruktaak.
Installeer extra printergeheugen.
Probeer een of meer van de volgende oplossingen:
Druk op Continue (Doorgaan) om het bericht te wissen en door te gaan met afdrukken.
Annuleer de huidige afdruktaak.
Installeer extra printergeheugen.
Vervang de aangegeven cartridge om door te gaan met afdrukken.
Probeer een of meer van de volgende oplossingen:
Druk op Continue (Doorgaan) om het bericht te wissen en door te gaan met afdrukken.
Annuleer de huidige afdruktaak.
Probeer een of meer van de volgende oplossingen:
Druk op Continue (Doorgaan) om het bericht te wissen en door te gaan met afdrukken.
Geladen lettertypen en macro's die niet eerder zijn opgeslagen in het flashgeheugen, worden verwijderd.
Verwijder lettertypen, macro's en andere gegevens uit het flashgeheugen.
Voer een upgrade uit naar een flashgeheugenkaart met een grotere capaciteit.
Probeer een of meer van de volgende oplossingen:
Druk op Continue (Doorgaan) om het defragmenteren te stoppen en door te gaan met afdrukken.
Formatteer het flashgeheugen. Als het foutbericht niet verdwijnt, is het flashgeheugen mogelijk beschadigd en moet het worden vervangen.
Probeer een of meer van de volgende oplossingen:
Raak Doorgaan aan om door te gaan met afdrukken.
Schakel de printer uit en schakel de printer na 10 seconden weer in.
Upgrade (flash) de netwerkfirmware in de printer.
Probeer een of meer van de volgende oplossingen:
Controleer of u de juiste seriële kabel gebruikt voor de seriële poort en of de kabel goed is aangesloten.
Controleer of de parameters voor de seriële interface (protocol, baud, pariteit en databits) correct zijn ingesteld op de printer en op de hostcomputer.
Raak Doorgaan aan om door te gaan met afdrukken.
Stel de printer opnieuw in door het apparaat uit en weer aan te zetten.
Probeer een of meer van de volgende oplossingen:
Druk op Continue (Doorgaan) om door te gaan met afdrukken.
Stel de printer opnieuw in door de printer uit en weer in te schakelen.
Upgrade (flash) de netwerkfirmware in de printer of afdrukserver.
Schakel de printer uit.
Trek de stekker van de voedingskabel uit het stopcontact.
Verwijder de niet-ondersteunde optionele kaart uit de printersysteemkaart en vervang deze door een ondersteunde kaart.
Steek de stekker van het netsnoer in een goed geaard stopcontact.
Zet de printer weer aan.
Probeer een of meer van de volgende oplossingen:
Raak Doorgaan aan om het bericht te wissen.
De printer negeert gegevens die via de parallelle poort worden ontvangen.
Controleer of het menu-item Parallelbuffer niet is ingesteld op Uitgeschakeld.
Probeer een of meer van de volgende oplossingen:
Raak Doorgaan aan om het bericht te wissen.
De printer negeert gegevens die via de seriële poort worden ontvangen.
Controleer of het menu-item Seriële buffer niet is ingesteld op Uitgeschakeld.
Probeer een of meer van de volgende oplossingen:
Druk op Continue (Doorgaan) om het bericht te wissen.
De printer negeert gegevens die via de USB-poort worden ontvangen.
Controleer of het menu-item USB-buffer niet is ingesteld op Uitgeschakeld.
Probeer een of meer van de volgende oplossingen:
Druk op Continue (Doorgaan) om het bericht te wissen.
De printer negeert gegevens die via de parallelle poort worden ontvangen.
Controleer of het menu-item Parallelbuffer niet is ingesteld op Uitgeschakeld.
Probeer een of meer van de volgende oplossingen:
Raak Doorgaan aan om het bericht te wissen.
De printer negeert gegevens die via de USB-poort worden ontvangen.
Controleer of het menu-item USB-buffer niet is ingesteld op Uitgeschakeld.
Er is iets veranderd in de printer waardoor de wachttaken niet meer geldig zijn. Mogelijke wijzigingen:
De firmware van de printer is bijgewerkt.
Vereiste papierinvoeropties voor de taak zijn verwijderd.
De afdruktaak is gemaakt met gegevens op een apparaat in de USB-poort en het apparaat is niet langer op die poort aangesloten.
De vaste schijf van de printer bevat afdruktaken die zijn opgeslagen toen de schijf in een ander printermodel was geïnstalleerd.
Raak Doorgaan aan om het bericht te wissen.
Schakel de printer uit.
Trek de stekker van de voedingskabel uit het stopcontact.
Verwijder de extra laden.
Steek de stekker van het netsnoer in een goed geaard stopcontact.
Zet de printer weer aan.
Schakel de printer uit.
Trek de stekker van de voedingskabel uit het stopcontact.
Verwijder de schijven die u niet kunt gebruiken.
Steek de stekker van het netsnoer in een goed geaard stopcontact.
Zet de printer weer aan.
Zet de printer uit.
Haal de stekker van het netsnoer uit het stopcontact.
Verwijder het flashgeheugen dat u niet gebruikt.
Steek de stekker van het netsnoer in een goed geaard stopcontact.
Zet de printer weer aan.
Zet de printer uit.
Haal de stekker van het netsnoer uit het stopcontact.
Verwijder de extra laden.
Steek de stekker van het netsnoer in een goed geaard stopcontact.
Zet de printer weer aan.
Schakel de printer uit.
Trek de stekker van de voedingskabel uit het stopcontact.
Controleer of alle ladeconfiguraties correct zijn. Verwijder zo nodig de laden die u niet nodig hebt.
Steek de stekker van het netsnoer in een goed geaard stopcontact.
Zet de printer weer aan.
Probeer een of meer van de volgende oplossingen:
Verwijder de aangegeven uitvoerlade.
Raak Doorgaan aan om het bericht te wissen en door te gaan met afdrukken zonder de aangegeven uitvoerlade te gebruiken.
Probeer een of meer van de volgende oplossingen:
Verwijder de defecte vaste schijf.
Installeer een andere vaste schijf in de printer voordat u acties uitvoert waarvoor een vaste schijf is vereist.
Probeer een of meer van de volgende oplossingen:
Raak Doorgaan aan om het bericht te wissen en door te gaan met verwerken.
Verwijder lettertypen, macro's en andere gegevens van de vaste schijf van de printer.
Installeer een vaste schijf met een grotere capaciteit.
Bestel direct een nieuw verhittingsstation.
Wanneer de afdrukkwaliteit afneemt, installeert u het nieuwe verhittingsstation volgens de instructies die bij het vervangende onderdeel zijn geleverd.
Raak Doorgaan aan om het bericht te wissen en door te gaan met afdrukken.
Bestel direct een nieuw verhittingsstation. Wanneer de afdrukkwaliteit afneemt, installeert u het nieuwe verhittingsstation volgens de instructies die bij het vervangende onderdeel zijn geleverd.
Raak Doorgaan aan om het bericht te wissen en door te gaan met afdrukken.
Vervang het verhittingsstation aan de hand van de instructies die bij het vervangende onderdeel zijn meegeleverd.
Vervang het verhittingsstation en volg hierbij de instructies die bij het vervangende onderdeel zijn meegeleverd.
Raak Doorgaan aan om het bericht te wissen en door te gaan met afdrukken.
Vervang de toneroverloopfles.
Raak op het bedieningspaneel Meer informatie aan voor informatie over het vervangen van de toneroverloopfles.
Raak Doorgaan aan om het bericht te wissen en door te gaan met afdrukken.
Bestel onmiddellijk een nieuwe toneroverloopfles.
Vervang de toneroverloopfles.
Raak op het bedieningspaneel Meer informatie aan voor informatie over het installeren van de toneroverloopfles.
Raak Doorgaan aan om het bericht te wissen en door te gaan met afdrukken.
Vervang de overdrachtsmodule volgens de instructies die bij het vervangende onderdeel zijn geleverd.
Vervang de overdrachtsmodule volgens de instructies die bij het vervangende onderdeel zijn geleverd.
Raak Doorgaan aan om het bericht te wissen en door te gaan met afdrukken.
Verwijder de aangegeven cartridge.
Let op—Kans op beschadiging: Raak de trommel van de fotoconductor niet aan. Dit kan de afdrukkwaliteit van toekomstige afdruktaken verminderen. |
Schud de cartridge meerdere keren stevig heen en weer om de toner opnieuw te verdelen.
Plaats de cartridge terug en raak Doorgaan aan om het bericht te wissen en door te gaan met afdrukken.
Opmerkingen:
De aangegeven cartridge is bijna leeg.
Raak op het bedieningspaneel Meer informatie aan voor informatie over het vervangen van een cartridge.
Raak Doorgaan aan om het bericht te wissen en door te gaan met afdrukken.
De aangegeven cartridge is zo goed als leeg.
Raak op het bedieningspaneel Meer informatie aan voor informatie over het vervangen van een cartridge.
Raak Doorgaan aan om het bericht te wissen en door te gaan met afdrukken.
Druk af zonder de scanner of neem contact op met de systeembeheerder.
De printer heeft een probleem met de scanner vastgesteld en heeft de scanner automatisch uitgeschakeld. Probeer een of meer van de volgende oplossingen:
Verwijder alle pagina’s uit de ADI.
Schakel de printer uit.
Wacht 15 seconden en schakel de printer in.
Opmerking: Als het bericht niet verdwijnt wanneer u de printer uitschakelt en weer inschakelt, raakt u Doorgaan met scanner uitgeschakeld aan om terug te keren naar het startscherm en neemt u contact op met uw systeembeheerder. |
Als u een document in de ADI plaatst, moet u de papiergeleiders aanpassen.
Raak Kopiëren aan op het startscherm of voer het aantal kopieën in via het toetsenblok.
Pas de kopieerinstellingen zo nodig aan.
Raak Kopiëren aan.
Dit bericht verdwijnt automatisch na 30 seconden. Vervolgens wordt de geladen emulator op de firmwarekaart uitgeschakeld.
U kunt dit verhelpen door de juiste emulatorversie te laden vanaf de website van Lexmark op www.lexmark.com.