Informatie over het bedieningspaneel

Onderdeel

Beschrijving

1

Display

Hiermee kunt u scan-, kopieer-, fax- en afdrukopties en de status- en foutberichten bekijken.

2

Toetsenblok

Hiermee kunt u nummers, letters of symbolen invoeren op de display.

3

Kiespauze

  • Druk op om een kiespauze in te lassen van twee tot drie seconden bij het kiezen van een faxnummer. In het veld Faxen naar wordt een pauze weergegeven door een komma (,).

  • In het beginscherm kunt u op drukken als u een faxnummer opnieuw wilt kiezen.

  • De knop werkt alleen in het menu Fax of in combinatie met faxfuncties. U hoort een alarmsignaal als u buiten het menu Faxen, een faxfunctie of het beginscherm op drukt.

4

Terug

Druk in het menu Kopiëren op om het meest rechtse cijfer van de waarde voor het aantal te kopiëren exemplaren te verwijderen. De standaardwaarde 1 wordt weergegeven als het hele getal wordt verwijderd door meerdere keren op te drukken.

Druk in de lijst met faxbestemmingen op om het meest rechtse cijfer van een getal handmatig te verwijderen. U kunt ook op drukken om de snelkoppeling volledig te verwijderen. Als de regel volledig is verwijderd, kunt u opnieuw op drukken om de cursor een regel naar boven te verplaatsen.

Druk in de lijst met e-mailbestemmingen op om het teken links van de cursor te verwijderen. Komt het teken voor in de snelkoppeling, dan wordt de snelkoppeling verwijderd.

5

Beginscherm

Druk op om terug te keren naar het beginscherm.

6

Starten

  • Druk op om de huidige taak op de display te starten.

  • Druk in het beginscherm op om een kopieertaak met de standaardinstellingen te starten.

  • Deze knop heeft geen functie als het apparaat bezig is met scannen.

7

Indicatielampje

  • Uit: de stroom is uitgeschakeld.

  • Knippert groen: de printer is bezig met opwarmen, het verwerken van gegevens of met afdrukken.

  • Groen: de printer is ingeschakeld, maar niet actief.

  • Knippert rood: ingrijpen van gebruiker is vereist.

8

Stop

Hiermee wordt elke activiteit van de printer gestopt

Er wordt een lijst met opties weergegeven op het moment dat Gestopt op de display verschijnt.

9

USB-poort aan de voorzijde

Plaats een USB-flashstation om gegevens naar de printer te verzenden.

10

CAC-lezer (Common Access Card)

Een optie die het gebruik van bepaalde printerfuncties beperkt tot geverifieerde gebruikers. Een CAC is vereist voor gebruik.