De instellingen variëren van Standaard (hoogste snelheid) tot Ultrafijn (laagste snelheid, hoogste kwaliteit).
Plaats een origineel document met de bedrukte zijde omhoog en de korte zijde naar voren in de ADI of met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat.
Opmerking: Plaats geen briefkaarten, foto's, kleine items, transparanten, fotopapier of dunne voorwerpen (zoals knipsels uit tijdschriften) in de ADI. Plaats deze items op de glasplaat. |
Als u een document in de ADI plaatst, moet u de papiergeleiders aanpassen.
Blader in het startscherm naar:
Fax > voer het faxnummer in > Opties
Raak in het gedeelte Resolutie de pijlen aan om de gewenste resolutie in te stellen.
Raak Faxen aan.
Plaats een origineel document met de bedrukte zijde naar beneden en de lange zijde als eerste in de ADF-lade of met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat.
Opmerkingen:
Als u een document in de ADF-lade plaatst, dient u de papiergeleiders aan te passen.
Blader in het beginscherm naar:
Fax > voer het faxnummer in >Opties
Pas de intensiteit van de fax aan en druk op Faxen.
Plaats een origineel document met de bedrukte zijde omhoog en de korte zijde naar voren in de ADI of met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat.
Opmerking: Plaats geen briefkaarten, foto's, kleine items, transparanten, fotopapier of dunne voorwerpen (zoals knipsels uit tijdschriften) in de ADI. Plaats deze items op de glasplaat. |
Als u een document in de ADI plaatst, moet u de papiergeleiders aanpassen.
Blader in het startscherm naar:
Faxen > voer het faxnummer in > Opties > Geavanceerde opties > Vertraagd verzenden
Opmerking: Als de Faxmodus op Faxserver staat ingesteld, wordt de knop voor vertraagd verzenden niet weergegeven. Faxen die wachten op verzending, staan vermeld in de faxwachtrij. |
Raak de pijlen aan om het tijdstip te wijzigen waarop de fax zal worden verzonden.
De tijdsduur wordt met stappen van 30 minuten verkort of verlengd. Als het huidige tijdstip wordt weergegeven, is de pijl naar links niet beschikbaar.
Raak Faxen aan.
Opmerking: Het document wordt op het geplande tijdstip gescand en gefaxt. |
Typ het IP-adres van de printer in het adresveld van uw webbrowser.
Opmerking: als u het IP-adres van de printer niet weet, drukt u een pagina met netwerkinstellingen af en zoekt u het IP-adres op in het TCP/IP-gedeelte. |
Klik op Rapporten.
Klik op Faxtaaklog of op Kieslog faxnummers.
Typ het IP-adres van uw printer in de adresbalk van uw webbrowser.
Als u het IP-adres van de printer niet weet, kunt u:
het IP-adres op het bedieningspaneel van de printer vinden in het TCP/IP-gedeelte in het menu Netwerken/Poorten.
een pagina met netwerkinstellingen afdrukken en het IP-adres in het TCP/IP-gedeelte zoeken.
Klik op Instellingen > Faxinstellingen > Analoge faxinstellingen > Fax zonder naam blokkeren.
Opmerkingen: