1 | Display | Geeft de status van de printer weer en kan worden gebruikt voor installatie en bediening van de printer. |
2 | Indicatielampje | Uit: de printer is uitgeschakeld. Knippert groen: de printer is bezig met opwarmen, met het verwerken van gegevens of met afdrukken. Brandt groen: de printer staat aan, maar is niet actief. Knippert rood: ingrijpen van gebruiker is vereist.
|
3 | Slapen | Hiermee kunt u de slaapstand of sluimerstand inschakelen Hieronder wordt de status van de aanduiding en de knop Slapen aangegeven: Slaapstand wordt geactiveerd of uitgeschakeld: het indicatielampje brandt groen en de knop Slapen brandt niet. Printer werkt in de slaapstand: het indicatielampje brandt groen en de knop Slapen brandt oranje. Sluimerstand wordt geactiveerd of uitgeschakeld: het indicatielampje brandt groen en de knop Slapen knippert oranje. Printer werkt in sluimerstand: het indicatielampje brandt niet, en de knop Slapen knippert oranje volgens een patroon waarbij de knop 1/10 seconde brandt en 1,9 seconde uit gaat.
Met de volgende handelingen wordt de slaapstand uitgeschakeld: Scherm aanraken of drukken op een van de printerknoppen Invoerlade, klep of paneel openen. Afdruktaak verzenden vanaf de computer POR (Power On Reset) uitvoeren met de hoofdvoedingschakelaar.
|
4 | Toetsenblok | Hiermee kunt u cijfers, letters of symbolen invoeren. |
5 | Verzenden | Hiermee kunt u de wijzigingen die zijn aangebracht in de printerinstellingen verzenden. |
6 | Stoppen/Annuleren | Hiermee wordt elke activiteit van de printer gestopt. Opmerking: Er wordt een lijst met opties weergegeven op het moment dat Gestopt wordt weergegeven op de display. |
7 | Startpagina | Hiermee kunt u teruggaan naar het startscherm |