Gebruik briefhoofdpapier dat speciaal is ontworpen voor laserprinters.
Maak eerst enkele proefafdrukken op het briefhoofdpapier voordat u grote hoeveelheden ervan aanschaft.
Buig de letterhead waaier ze uit en maak er een rechte stapel van voordat u de transparanten plaatst zodat deze niet aan elkaar blijven plakken.
Wanneer u wilt afdrukken op briefhoofdpapier, is het belangrijk dat u de juiste afdrukstand instelt. Zie voor meer informatie over het plaatsen van briefhoofdpapier:
Maak eerst een testpagina voordat u grote hoeveelheden transparanten aanschaft.
Voer transparanten in vanuit de standaardlade of vanuit de universeellader.
Gebruik transparanten die speciaal zijn ontworpen voor laserprinters. Transparanten moeten temperaturen kunnen weerstaan tot 185 °C zonder te smelten, te verkleuren, om te krullen of gevaarlijke stoffen af te geven.
Opmerking: Wanneer Gewicht transparanten is ingesteld op Zwaar en Structuur transparant is ingesteld op Ruw, kunnen transparanten worden bedrukt bij een temperatuur tot 195 °C. |
Voorkom vingerafdrukken op de transparanten. Deze kunnen leiden tot problemen met de afdrukkwaliteit.
Buig de transparanten, waaier ze uit en maak er een rechte stapel van voordat u de transparanten plaatst zodat deze niet aan elkaar blijven plakken.
Maak eerst enkele proefafdrukken voordat u grote hoeveelheden enveloppen aanschaft.
Gebruik enveloppen die speciaal zijn ontworpen voor laserprinters. Informeer bij de fabrikant of de leverancier of de enveloppen bestand zijn tegen temperaturen tot 230 °C zonder dat ze sluiten, kreukelen, buitensporig krullen of schadelijke stoffen afgeven.
Het beste resultaat bereikt u met enveloppen die zijn gemaakt van papier met een gewicht van 90 g/m2 of met een katoengehalte van 25%. Katoenen enveloppen mogen niet zwaarder zijn dan 75 g/m2.
Gebruik alleen nieuwe, onbeschadigde enveloppen.
Voor de beste prestaties en een minimumaantal papierstoringen wordt u aangeraden geen enveloppen te gebruiken die:
gemakkelijk krullen;
aan elkaar kleven of beschadigd zijn;
vensters, gaten, perforaties, uitsnijdingen of reliëf bevatten;
metalen klemmetjes, strikken of vouwklemmetjes bevatten;
zijn samengevouwen;
postzegels bevatten;
een (gedeeltelijk) onbedekte plakstrook hebben als de klepzijde is gesloten of is dichtgeplakt;
gebogen hoeken hebben;
een ruwe, geplooide of gelaagde afwerking hebben.
Pas de breedtegeleiders aan zodat deze overeenkomen met de breedte van de enveloppen.
Opmerking: door een combinatie van hoge luchtvochtigheid (boven 60%) en hoge printertemperaturen kunnen de enveloppen kreuken of sluiten. |
Maak eerst enkele proefafdrukken voordat u grote hoeveelheden etiketten aanschaft.
Opmerking: Gebruik alleen papieren etiketten. Vinyletiketten, etiketten voor apotheken en dubbelzijdige etiketten worden niet ondersteund. |
Raadpleeg de Card Stock & Label Guide (Engelstalig) op http://support.lexmark.com voor meer informatie over het afdrukken, de kenmerken en het ontwerp van etiketten.
Let bij het afdrukken op etiketten op het volgende:
Gebruik etiketten die speciaal zijn ontworpen voor laserprinters. Controleer het volgende bij de fabrikant of verkoper:
De etiketten kunnen tegen een blootstelling aan temperaturen van 240°C en plakken niet vast, krullen niet om of kreuken niet en geven bij deze temperaturen geen gevaarlijke stoffen af.
Etikettenlijm, de voorzijde (bedrukbaar materiaal) en coating zijn bestand tegen 172 kPa (25 psi) druk zonder delaminatie, lekken aan de randen of het vrijkomen van gassen.
Gebruik geen etiketten met glad rugmateriaal.
Gebruik volledige etiketvellen. Etiketten van onvolledige vellen kunnen losraken tijdens het afdrukken, waardoor de vellen kunnen vastlopen en de kleefstof de printer en de cartridge kan vervuilen. Hierdoor kan de garantie voor de printer en de tonercartridge vervallen.
Gebruik geen etiketten waarvan de lijm aan de oppervlakte ligt.
Druk niet af binnen 1 mm vanaf de rand van het etiket, vanaf de perforaties of tussen de snijranden van de etiketten.
Controleer of de kleefzijde van de etiketten niet buiten de randen van het vel uitsteekt. Gebruik vellen waarop de lijm gericht is aangebracht op minstens 1 mm vanaf de randen. De lijm kan in de printer terecht komen waardoor de printergarantie kan vervallen.
Als gericht aanbrengen van lijm niet mogelijk is, moet u een strook van 2 mm verwijderen van de voorste (bovenste) rand en moet u lijm gebruiken die niet lekt.
U kunt het beste afdrukken in de staande afdrukstand, met name bij streepjescodes.
Karton is een zwaar, eenlaags speciaal afdrukmateriaal. Veel variabele kenmerken ervan, zoals vochtgehalte, dikte en structuur, kunnen de afdrukkwaliteit aanzienlijk beïnvloeden. Maak eerst enkele proefafdrukken voordat u grote hoeveelheden karton aanschaft.
Let bij het afdrukken op karton op het volgende:
Zorg ervoor dat de Papiersoort Karton is.
Selecteer de juiste instelling voor Papierstructuur.
Houd er rekening mee dat voorbedrukt, geperforeerd en gekreukt materiaal de afdrukkwaliteit aanzienlijk kan beïnvloeden en het vastlopen van papier of andere verwerkingsproblemen kan veroorzaken.
Informeer bij de fabrikant of leverancier of het karton bestand is tegen temperaturen tot 240°C zonder dat er schadelijke stoffen vrijkomen.
Gebruik geen voorbedrukt karton waarbij chemische stoffen zijn gebruikt die de printer kunnen beschadigen Voorbedrukt materiaal kan tot gevolg hebben dat halfvloeibare en vluchtige stoffen in de printer terechtkomen.
Gebruik indien mogelijk karton met vezels in de breedterichting.