All-in-One onderhouden

Inktcartridges vervangen

Inktcartridges uitlijnen

Afdrukkwaliteit verbeteren

Inktcartridges beschermen

Glasplaat reinigen

Supplies bestellen


Inktcartridges vervangen

Voor de Lexmark 7100 Series worden de volgende cartridges gebruikt:

Linkercartridgehouder:

Zwarte inktcartridge of foto-inktcartridge

Rechtercartridgehouder:

Kleureninktcartridge

  • 31 (Foto)
  • 32
  • 34

Opmerking: zie Supplies bestellen voor meer informatie over het bestellen van supplies.

Gebruikte cartridge verwijderen

  1. Controleer of de All-in-One is ingeschakeld.
  2. Til de scannereenheid op.

De cartridgehouder wordt naar de laadpositie verplaatst, tenzij de All-in-One actief is.

  1. Druk de hendel van de cartridge naar beneden om het deksel van de cartridgehouder te openen.

  2. Verwijder de oude cartridge uit de printer. Bewaar de gebruikte cartridge in een luchtdichte verpakking of gooi de cartridge weg.

Opmerking: als u beide cartridges verwijdert, herhaalt u stap 3 en 4 voor de tweede cartridge.

Inktcartridges installeren

  1. Als u een nieuwe cartridge installeert, verwijdert u de sticker en de transparante tape van de achter- en onderzijde van de cartridge.

Waarschuwing: raak de goudkleurige contactgedeelten van de cartridge niet aan.

  1. Plaats de zwarte inktcartridge of foto-inktcartridge in de linkerhouder. Plaats de kleureninktcartridge in de rechterhouder.

Opmerking: als u een foto-inktcartridge installeert, verwijdert u de opslageenheid voordat u de sticker en de tape verwijdert.

  1. Klik het deksel vast.

  2. Sluit de scannereenheid.

  3. Plaats normaal papier in de papierlade. Zie Normaal papier in de papierlade plaatsen voor meer informatie.
  4. Druk op Selecteren om een uitlijningspagina af te drukken.

Inktcartridges uitlijnen

U lijnt de inktcartridges in twee gevallen uit: als u nieuwe cartridges hebt geïnstalleerd en als u problemen met de afdrukkwaliteit wilt oplossen.

Na het installeren van nieuwe cartridges

Als u nieuwe inktcartridges hebt geïnstalleerd, verschijnt een bericht op het bedieningspaneel.

  1. Zorg dat er papier in de papierlade is geplaatst.
  2. Druk op Selecteren om een uitlijningspagina af te drukken.

Uitlijningspagina afdrukken verschijnt op de display en er wordt een uitlijningspagina afgedrukt. Als de uitlijningspagina is afgedrukt, is de automatische uitlijning voltooid.

Problemen met afdrukkwaliteit oplossen

U kunt de cartridges uitlijnen om de volgende problemen met afdrukkwaliteit te verhelpen:

  1. Plaats papier in de papierlade.
  2. Druk op Modus op het bedieningspaneel tot Kopiëren is geselecteerd.
  3. Druk op Opties totdat ONDERHOUD verschijnt.
  4. Druk op + tot Uitlijnen verschijnt en druk op Selecteren.

Er wordt een uitlijningspagina afgedrukt. Als deze pagina is afgedrukt, is de automatische uitlijning voltooid.


Afdrukkwaliteit verbeteren

Als u niet tevreden bent met de afdrukkwaliteit van het document, kunt u de afdrukkwaliteit als volgt verbeteren:

  1. Kies Bestand Afdrukken in de toepassing.

Het dialoogvenster Afdrukken verschijnt.

  1. Klik op Eigenschappen, Voorkeuren of Opties in het dialoogvenster Afdrukken.
  2. Selecteer Normaal of Best in het gedeelte Kwaliteit/snelheid.
  3. Druk het document opnieuw af.

Als het document nog steeds niet de gewenste afdrukkwaliteit heeft, gebruikt u de volgende procedure:

  1. Verwijder de inktcartridges uit de printer. Zie stap 4 van de procedure Gebruikte cartridge verwijderen voor meer informatie.
  2. Plaats de cartridges terug in de printer. Zie stap 2 van de procedure Inktcartridges installeren voor meer informatie.
  3. Druk het document opnieuw af.

Als de afdrukkwaliteit niet is verbeterd, gaat u verder met Spuitopeningen reinigen.

Spuitopeningen reinigen

Software gebruiken

Bedieningspaneel gebruiken

  1. Plaats normaal papier in de printer. Zie Normaal papier in de papierlade plaatsen voor meer informatie.
  2. Dubbelklik op het pictogram Geïntegreerde softwarepakketten van Lexmark.
  3. Dubbelklik op de knop Onderhoud/problemen oplossen.
  4. Klik op Reinigen om horizontale strepen te voorkomen op het tabblad Onderhoud.
  5. Klik op Afdrukken.

Er wordt een testpagina afgedrukt, waarbij inkt door de spuitopeningen wordt geperst om verstopte openingen te ontstoppen.

  1. Klik op Sluiten of klik op Opnieuw afdrukken als de afdrukkwaliteit niet is verbeterd.
  2. Klik op Afsluiten.
  3. Druk het document nogmaals af om te controleren of de kwaliteit is verbeterd.

Als u niet tevreden bent met de afdrukkwaliteit, gaat u verder met Spuitopeningen en contactpunten schoonvegen.

  1. Druk het document opnieuw af.
  1. Plaats normaal papier in de printer. Zie Normaal papier in de papierlade plaatsen voor meer informatie.
  2. Druk op Modus op het bedieningspaneel tot Kopiëren is geselecteerd.
  3. Druk op Opties totdat ONDERHOUD op de display verschijnt.
  4. Druk op + tot Reinigen verschijnt op de display en druk op Selecteren.

Er wordt een testpagina afgedrukt, waarbij inkt door de spuitopeningen wordt geperst om verstopte openingen te ontstoppen.

  1. Druk het document nogmaals af om te controleren of de kwaliteit is verbeterd.

Als u niet tevreden bent met de afdrukkwaliteit, gaat u verder met Spuitopeningen en contactpunten schoonvegen.

  1. Druk het document opnieuw af.

Spuitopeningen en contactpunten schoonvegen

  1. Verwijder de inktcartridges uit de printer. Zie Gebruikte cartridge verwijderen voor meer informatie.
  2. Maak een schone, pluisvrije doek vochtig met water.
  3. Houd de doek voorzichtig ongeveer drie seconden tegen de spuitopeningen en veeg de spuitopeningen schoon in de aangegeven richting.

  4. Houd een ander schoon gedeelte van de doek voorzichtig ongeveer drie seconden tegen de contactpunten en veeg de contactpunten schoon in de aangegeven richting.

  5. Herhaal stap 3 en 4 met een schoon gedeelte van de doek.
  6. Laat de spuitopeningen en de contactpunten volledig opdrogen.
  7. Plaats de inktcartridges terug in de printer.
  8. Reinig de spuitopeningen. Zie Spuitopeningen reinigen voor meer informatie.
  9. Druk het document opnieuw af.

Als de afdrukkwaliteit nog niet is verbeterd, herhaalt u de procedure bij Spuitopeningen en contactpunten schoonvegen nog maximaal twee keer.

Is de afdrukkwaliteit hierna nog steeds niet naar behoren, dan moet u de inktcartridges vervangen. Zie All-in-One onderhouden voor meer informatie.


Inktcartridges beschermen

Gebruik de volgende aanwijzingen voor een optimale levensduur van de inktcartridges en optimale prestaties van de All-in-One:

Als u de cartridge langere tijd blootstelt aan de open lucht, kan de afdrukkwaliteit verminderen omdat de inkt uitdroogt.

Opmerking: bewaar de zwarte inktcartridge in de opslageenheid wanneer u de foto-inktcartridge gebruikt.

De garantievoorwaarden van de All-in-One zijn niet van toepassing op reparaties als gevolg van storingen of schade veroorzaakt door opnieuw gevulde cartridges. Het gebruik van opnieuw gevulde cartridges wordt afgeraden. Dergelijke cartridges verminderen de afdrukkwaliteit en kunnen schade aan de All-in-One toebrengen. Gebruik voor de beste resultaten alleen Lexmark supplies.


Glasplaat reinigen

  1. Maak een schone, pluisvrije doek vochtig met water.
  2. Veeg de glasplaat voorzichtig schoon.

Opmerking: controleer of inkt of eventuele correctievloeistof droog is voordat u een document op de glasplaat plaatst.


Supplies bestellen

Als u supplies voor de All-in-One wilt bestellen of naar een leverancier bij u in de buurt wilt zoeken, bezoekt u de website van Lexmark op www.lexmark.com.

Item

Artikelnummer

Zwarte inktcartridge

32 of 34

Kleureninktcartridge

33 of 35

Foto-inktcartridge

31

USB-kabel

12A2405

Lexmark producten hergebruiken

U retourneert als volgt uw Lexmark product voor recycling:

  1. Bezoek de website van Lexmark op: www.lexmark.com/recycle
  2. Volg de aanwijzingen op het scherm.