Werken met digitale foto's

Geheugenkaarten gebruiken

Kaartlezer gebruiken

Zelfs als de printer niet is aangesloten op een computer, kunt u veel afdrukfuncties voor foto's uitvoeren:

Als de printer is aangesloten op een computer, kunt u de foto's opslaan op de computer en de foto's aanpassen en afdrukken. U kunt ook de volgende taken uitvoeren:


Geheugenkaarten gebruiken

U kunt de volgende geheugenkaarten in de printer plaatsen:

  • CompactFlash

Type I en Type II

  • MultiMedia-kaart
  • SmartMedia
  • Microdrive
  • Memory Stick
  • Secure Digital
  • Memory Stick Duo, Memory Stick PRO Duo
  • xD Picture Card (maximaal 512 MB)
  • Memory Stick PRO

Opmerking: gebruik de adapter die is geleverd bij de Memory Stick Duo of Memory Stick PRO Duo als u deze kaarten in de printer wilt plaatsen.

Opmerking: zie Juiste kaart bij de printer zoeken als u niet weet welk type geheugenkaart u gebruikt.


Kaartlezer gebruiken

De kaartlezer heeft twee sleuven voor de kaarten en een lampje dat knippert wanneer de kaart wordt gelezen of wanneer er gegevens worden verzonden.

Opmerking: verwijder de kaart niet als deze wordt gelezen.

Positie van de geheugenkaart

Houd rekening met het volgende wanneer u de geheugenkaart in de printer plaatst:

  1. Klik op Mijn foto's afdrukken of kopiëren naar mijn computer met Lexmark Fast Pics.
  2. Schakel het selectievakje De geselecteerde actie altijd uitvoeren in om ervoor te zorgen dat dit bericht niet nogmaals wordt weergegeven.
  3. Klik op OK.

Opmerking: de printer herkent één bron voor foto's per keer. Plaats niet meer dan één geheugenkaart per keer.