Bedieningspaneel gebruiken
Lexmark Fotostudio gebruiken
Meer informatie over Lexmark Fast Pics
Lexmark Printeroplossingen gebruiken
Sensor voor papiersoort gebruiken
Printereigenschappen gebruiken
Bedieningspaneel gebruiken
|
Onderdeel
|
Functie
|
1
|
Aan/uit
|
De printer in- en uitschakelen.
|
2
|
Draaien
|
De afdrukstand van de foto wijzigen.
|
3
|
Aantal exemplaren
|
Het aantal exemplaren wijzigen dat u wilt afdrukken.
|
4
|
Display
|
Foto's bekijken die zijn opgeslagen op een geheugenkaart.
|
5
|
Afdrukvoorbeeld
|
Weergeven hoe foto's worden afgedrukt op de pagina.
|
6
|
Formaat wijzigen
|
Het formaat van de foto wijzigen.
|
7
|
Selecteren
|
Een foto selecteren die u wilt afdrukken.
|
8
|
Menu
|
Het papierformaat, de afdrukkwaliteit en de afdrukkleur selecteren.
|
9
|
Bladerknop
|
Foto's zoeken en menuopties selecteren met de pijlen links, rechts, omlaag en omhoog.
Zie De pijlen op de bladerknop gebruiken voor meer informatie.
|
10
|
Stoppen/wissen
|
Een afdrukopdracht annuleren voordat deze wordt afgedrukt.
|
11
|
Start
|
De foto's afdrukken.
|
De pijlen op de bladerknop gebruiken
|
Pijl
|
Functie
|
1
|
Omhoog
|
- Bladeren door de menuopties.
- Tien afbeeldingen vooruitgaan op de geheugenkaart zodat elke tiende afbeelding op de display wordt weergegeven.
- Het aantal afdrukken verhogen.
|
2
|
Rechts +
|
- Bladeren door de menuopties.
- Het geselecteerde gebied voor het bijsnijden van een afbeelding wijzigen.
- De waarde van een menuoptie verhogen.
- De volgende afbeelding op een geheugenkaart weergeven.
|
3
|
Omlaag
|
- Bladeren door de menuopties.
- Het geselecteerde gebied voor het bijsnijden van een afbeelding wijzigen.
- Het aantal afdrukken verlagen.
- Tien afbeeldingen teruggaan op de geheugenkaart zodat elke tiende afbeelding op de display wordt weergegeven.
|
4
|
Links -
|
- Bladeren door de menuopties.
- Het geselecteerde gebied voor het bijsnijden van een afbeelding wijzigen.
- De waarde van een menuoptie verlagen.
- De vorige afbeelding op een geheugenkaart weergeven.
|
Lexmark Fotostudio gebruiken
Met Lexmark Fotostudio kunt u:
- Foto's zoeken, indelen, bewerken en afdrukken.
- Hulp krijgen bij veel afdrukprojecten.
- Lexmark Printeroplossingen gebruiken om de printer te onderhouden en informatie over het bestellen van cartridges en andere belangrijke aanwijzingen te krijgen.
U kunt Lexmark Fotostudio op een van de volgende manieren openen:
- Dubbelklik op de snelkoppeling op het bureaublad.
- Dubbelklik op het pictogram in het systeemvak.
- Klik op Start
Programma's
Lexmark 910 Series
Lexmark Fotostudio.
Lexmark Fotostudio wordt geopend.
De knoppen in Lexmark Fotostudio
Knop
|
Functie
|
Details
|
|
Foto's afdrukken
|
Algemene fotoformaten afdrukken van afbeeldingen die op de computer zijn opgeslagen. Zie Formaat van een foto wijzigen.
|
|
Foto's delen
|
Een opgeslagen afbeelding per e-mail verzenden vanaf de computer. Zie Foto's delen.
|
|
Foto's op de geheugenkaart gebruiken
|
Foto's opslaan of afdrukken vanaf de geplaatste geheugenkaart. Zie Foto's vanaf een geheugenkaart afdrukken.
|
|
Albumpagina afdrukken
|
Een albumpagina met verschillende fotoformaten afdrukken. Zie Foto's afdrukken met een computer.
|
|
Foto's zoeken en bewerken
|
Foto's weergeven die op de computer zijn opgeslagen. Zie Foto's zoeken.
|
|
Vergroten/verkleinen
|
Foto's groter of kleiner maken voor het afdrukken.
|
Knop
|
Functie
|
|
De website van Lexmark bezoeken.
|
|
Meer informatie over de mogelijkheden van de software.
|
|
De hulpmiddelen in Lexmark Printeroplossingen gebruiken om de printer in optimale conditie te houden. Zie Lexmark Printeroplossingen gebruiken.
|
Meer informatie over Lexmark Fast Pics
Lexmark Fast Pics is onderdeel van Lexmark Fotostudio. Hiermee beschikt u over meerdere opties voor het afdrukken en overdragen van foto's vanaf de geheugenkaart.
Opmerking: als u Lexmark Fast Pics wilt gebruiken, moet de printer zijn aangesloten op een computer.
- U kunt Lexmark Fast Pics op een van de volgende manieren openen:
Lexmark Fast Pics verschijnt.
Opmerking: als de digitale camera geen ondersteuning biedt voor DPOF-afdrukken (zie DPOF-selectie afdrukken), wordt de knop DPOF niet weergegeven.
In deze toepassing kunt u:
- Automatisch alle foto's opslaan in de map Mijn afbeeldingen met de datum van vandaag.
- De gewenste afbeeldingen en een opslaglocatie selecteren.
- Opgeven dat u de afbeeldingen niet wilt opslaan op de computer.
- Opgeven of het berichtvenster voor Lexmark Fast Pics elke keer moet worden weergegeven als een kaart wordt geplaatst.
- Klik op Opslaan op de computer om foto's op te slaan.
- Dubbelklik op de map op de geheugenkaart om de foto's weer te geven.
- Schakel het selectievakje in naast elke foto die u wilt opslaan.
- Klik op het pictogram Alles selecteren
om alle foto's te selecteren.
- Klik op het pictogram Selectie opheffen
om de selectie van alle foto's op te heffen.
- Nadat u de foto's hebt geselecteerd die u wilt opslaan, klikt u op Volgende.
Het volgende dialoogvenster verschijnt.
- Selecteer de locatie waar u de foto's wilt opslaan.
- Selecteer de opties voor opslaan.
Opmerking: selecteer Ja alleen als u de foto's definitief van de geheugenkaart wilt verwijderen.
- Klik op Nu opslaan.
- Klik op OK.
Lexmark Printeroplossingen gebruiken
Lexmark Printeroplossingen is een belangrijke bron van informatie.
U opent als volgt Lexmark Printeroplossingen:
- Open Lexmark Fotostudio. Zie Lexmark Fotostudio gebruiken voor meer informatie.
- Klik op de knop Onderhoud/problemen oplossen.
Lexmark Printeroplossingen wordt weergegeven.
Lexmark Printeroplossingen bestaat uit zes tabbladen: Printerstatus, Hoe, Problemen oplossen, Onderhoud, Contactgegevens en Geavanceerd.
Tabblad
|
Handelingen
|
Printerstatus (hoofdvenster)
|
- Status van de printer controleren. Tijdens het afdrukken is de status bijvoorbeeld Bezig met afdrukken.
- De inktvoorraad van de inktcartridges controleren.
|
Hoe
|
Informatie over:
- Instellingen zoeken en wijzigen.
- Basisfuncties gebruiken.
- Banners, opstrijktransfers, foto's, enveloppen en andere items afdrukken.
|
Problemen oplossen
|
- Tips weergeven voor de huidige status.
- Problemen met de printer oplossen.
|
Onderhoud
|
- Een nieuwe inktcartridge installeren.
- Mogelijkheden voor het aanschaffen van nieuwe cartridges bekijken.
- Een testpagina afdrukken.
- Reinigen om horizontale strepen te voorkomen.
- Uitlijnen om vage randen te voorkomen.
- Andere problemen met inkt oplossen.
- Achtergebleven materiaal verwijderen na het afdrukken van Japanse briefkaarten.
|
Contactgegevens
|
- Informatie weergeven over contact opnemen met Lexmark via telefoon, e-mail of internet.
|
Geavanceerd
|
- De weergave van het venster Afdrukstatus wijzigen en gesproken berichten voor afdrukken in- of uitschakelen.
- Instellingen voor afdrukken over het netwerk wijzigen.
- Informatie weergeven over de versie van de software.
- Aanmelden voor het programma Lexmark Connect.
|
Opmerking: klik op Help onder aan het venster voor meer informatie.
Sensor voor papiersoort gebruiken
De printer heeft een sensor voor papiersoort waarmee de volgende papiersoorten kunnen worden vastgesteld:
- Normaal papier
- Transparanten
- Coated papier
- Glossy/fotopapier
De sensor voor papiersoort is standaard ingeschakeld. U kunt als volgt de sensor voor papiersoort uitschakelen en de papiersoort handmatig selecteren:
- Open het gewenste bestand en klik op Bestand
Afdrukken.
Het dialoogvenster Afdrukken verschijnt.
- Klik op Eigenschappen, Voorkeuren of Opties in het dialoogvenster Afdrukken.
- Selecteer het tabblad Kwaliteit/exemplaren in het dialoogvenster Printereigenschappen.
- Selecteer Deze instelling gebruiken in het gedeelte Papiersoort en selecteer de gewenste papiersoort in de keuzelijst.
Opmerking: met de printer kan alleen de papiersoort automatisch worden vastgesteld. Het papierformaat kan niet worden vastgesteld.
Sensor voor papiersoort weer inschakelen
- Open het gewenste bestand en klik op Bestand
Afdrukken.
Het dialoogvenster Afdrukken verschijnt.
- Klik op Eigenschappen, Voorkeuren of Opties in het dialoogvenster Afdrukken.
- Selecteer het tabblad Kwaliteit/exemplaren in het dialoogvenster Printereigenschappen.
- Selecteer Printersensor gebruiken in het gedeelte Papiersoort.
Opmerking: klik op Help onder aan het venster voor meer informatie.
Printereigenschappen gebruiken
Met Printereigenschappen beheert u de afdrukfuncties. U kunt de instellingen in Printereigenschappen aanpassen aan het type project dat u wilt maken. U opent als volgt Printereigenschappen vanuit de meeste toepassingen:
- Klik in de toepassing op Bestand
Afdrukken.
- Klik in het dialoogvenster Afdrukken op de knop Eigenschappen, Voorkeuren, Opties of Instellen (afhankelijk van de toepassing).
Het venster Printereigenschappen en het menu Taken worden weergegeven.
Wijzigingen in de instellingen worden alleen toegepast op het bestand dat is geopend.
U kunt Printereigenschappen ook openen vanuit de map Printers zonder een andere toepassing te openen:
- Selecteer Start
Instellingen
Printers.
- Klik met de rechtermuisknop op het pictogram Lexmark 910 Series en kies Voorkeursinstellingen voor afdrukken.
- Breng de gewenste wijzigingen aan en klik op OK.
Als u de printerinstellingen via de map Printers wijzigt, worden deze gebruikt als standaardinstellingen voor de meeste toepassingen.
Menu Taken
Het menu Taken verschijnt wanneer u Printereigenschappen opent. Dit menu bevat een aantal wizards voor afdruktaken (banners afdrukken, posters afdrukken, enveloppen afdrukken, dubbelzijdig afdrukken) die u helpen bij het selecteren van de juiste printerinstellingen voor uw projecten. Sluit het menu om het dialoogvenster Printereigenschappen volledig weer te geven.
De tabbladen van Printereigenschappen
Alle afdrukinstellingen bevinden zich op de drie belangrijkste tabbladen van Printereigenschappen: Kwaliteit/exemplaren, Papierinstellingen en Afdrukindeling.
Tabblad Kwaliteit/exemplaren
Gedeelte
|
Optie
|
Kwaliteit/snelheid
|
- Automatisch, Snel, Normaal of Foto, afhankelijk van de gewenste kwaliteit. Snel levert de hoogste snelheid.
|
Meerdere exemplaren
|
- Sorteren: als u meerdere exemplaren wilt afdrukken van een document. Bij deze optie worden eerst alle pagina's van het eerste exemplaar afgedrukt, daarna alle pagina's van het tweede exemplaar, enzovoort.
- Omgekeerde volgorde: als u de laatste pagina als eerste wilt afdrukken.
- Het aantal af te drukken exemplaren.
|
Papiersoort
|
- Printersensor gebruiken als u wilt dat de printer de papiersoort herkent.
- Als u de vastgestelde papiersoort wilt weergeven, klikt u op automatisch vastgestelde papiersoort weergeven.
- Deze instelling gebruiken als u zelf de papiersoort wilt selecteren in de keuzelijst.
|
Selecteer Kleurenafbeeldingen in zwart-wit afdrukken om kleureninkt te besparen.
Selecteer Afbeelding automatisch verscherpen om automatisch het beste niveau voor het verscherpen van afbeeldingen te selecteren op basis van de inhoud van de afbeelding.
|
Tabblad Papierinstellingen
Gedeelte
|
Optie
|
Papierformaat
|
Papier, Envelop, Banner of Zonder rand en selecteer het formaat van de gewenste papiersoort. Selecteer Aangepast formaat als het papierformaat niet wordt weergegeven.
|
Afdrukstand
|
Staand of Liggend.
|
Tabblad Afdrukindeling
Gedeelte
|
Optie
|
Indeling
|
Normaal, Banner, Spiegelen, N per vel, Poster, Brochure of Zonder rand.
|
Dubbelzijdig afdrukken
|
- Dubbelzijdig als u het document op beide zijden van de pagina wilt afdrukken.
- Omslaan naar zijkant of Omslaan naar bovenkant om in te stellen op welke wijze de pagina's moeten worden afgedrukt.
Opmerking: als u Omslaan naar zijkant selecteert, worden de pagina's afgedrukt als de pagina's in een tijdschrift. Als u Omslaan naar bovenkant selecteert, worden de pagina's afgedrukt als de pagina's in een notitieblok.
|
Opmerking: voor meer informatie over deze instellingen, klikt u met de rechtermuisknop op een instelling in het venster en selecteert u de optie Wat is dit?.
Menu Instellingen opslaan
In het menu Instellingen opslaan kunt u de huidige instellingen voor Printereigenschappen een naam geven en opslaan voor later gebruik. U kunt maximaal vijf aangepaste instellingen opgeven.
Menu Opties
In het menu Opties kunt u wijzigingen opgeven voor de volgende instellingen: Opties voor kwaliteit, Indelingsopties en Opties voor afdrukstatus. Als u meer informatie wilt over deze instellingen, opent u het dialoogvenster met tabbladen vanuit het menu en klikt u op de knop Help in het dialoogvenster (indien beschikbaar).