Hardwareopties installeren

De enveloppenlade installeren

  1. Verwijder de standaardlade.

    Opmerking:  Gooi de standaardlade niet weg.
    De lade wordt naar buiten getrokken en met een licht opwaartse beweging van de basis verwijderd.
  2. Pak de enveloppenlade uit en verwijder vervolgens al het verpakkingsmateriaal.

  3. Plaats de enveloppenlade.

    Het connectorklepje wordt verwijderd door op de bovenrand te drukken.

Als u de enveloppenlade beschikbaar wilt maken voor afdruktaken, raakt u in het startscherm Instellingen > Apparaat > Onderhoud > Configuratiemenu > Configuratie lade > Configuratie enveloppenlade > Aan aan.

De optionele lade voor 520 vel installeren

attentiepictogram elektrische schokken   LET OP: GEVAAR VOOR ELEKTRISCHE SCHOKKEN:  Als u toegang tot de controllerkaart wilt of optionele hardware of geheugenapparaten installeert nadat u de printer hebt ingesteld, moet u de printer uitschakelen en de stekker uit het stopcontact trekken voor u doorgaat om het risico van elektrische schokken te voorkomen. Als u andere apparaten hebt aangesloten op de printer, schakel deze dan ook uit en koppel de kabels los van de printer.
  1. Zet de printer uit.

    De aan/uit-knop aan de zijkant van het bedieningspaneel wordt ingedrukt en de voorklep wordt geopend om de aan/uit-knop van de hoofdvoeding uit te schakelen.
  2. Trek de stekker van het netsnoer uit het stopcontact en haal het netsnoer uit de printer.

    Het netsnoer wordt uit het stopcontact gehaald en de beugel aan het andere uiteinde wordt verwijderd om de stekker uit de printer te verwijderen.
  3. Pak de optionele lade uit en verwijder vervolgens al het verpakkingsmateriaal.

  4. Lijn de printer uit met de optionele lade en laat de printer op zijn plaats zakken.

    standaard attentiepictogram   LET OP: RISICO OP LETSEL:  Als de printer meer weegt dan 20 kg (44 lb), zijn er mogelijk twee of meer personen nodig om de printer veilig op te tillen.
    De printer wordt uitgelijnd en in de optionele lade geplaatst.
  5. Verwijder de standaardlade.

    De lade wordt naar buiten getrokken en met een licht opwaartse beweging van de basis verwijderd.
  6. Bevestig de optionele lade met schroeven aan de printer.

    In de standaard papierhouder worden de schroeven geplaatst en rechtsom gedraaid.
  7. Plaats de standaardlade terug.

  8. Verwijder het connectorklepje aan de achterkant van de printer.

    Het connectorklepje wordt verwijderd door op de bovenrand te drukken.
  9. Sluit de ladeconnector aan op de printer en bevestig vervolgens het klepje.

    De connectorkabel wordt in de poort gestoken.
  10. Bevestig het achterste gedeelte van de optionele lade aan de printer.

    Aan de achterkant van de printer wordt een metalen beugel bevestigd die met een schroef wordt vastgezet.
  11. Sluit het netsnoer aan op de printer en vervolgens op een stopcontact.

    standaard attentiepictogram   LET OP: RISICO OP LETSEL:  Om het risico op elektrische schokken of brand te voorkomen, moet u het netsnoer rechtstreeks aansluiten op een geaard stopcontact dat zich dicht in de buurt van het product bevindt en dat gemakkelijk toegankelijk is.
  12. Zet de printer aan.

Voeg de lade toe in het printerstuurprogramma om deze beschikbaar te maken voor afdruktaken. Zie Beschikbare opties van het printerstuurprogramma toevoegen voor meer informatie.

De optionele lade voor 520 vel met kast installeren

attentiepictogram elektrische schokken   LET OP: GEVAAR VOOR ELEKTRISCHE SCHOKKEN:  Als u toegang tot de controllerkaart wilt of optionele hardware of geheugenapparaten installeert nadat u de printer hebt ingesteld, moet u de printer uitschakelen en de stekker uit het stopcontact trekken voor u doorgaat om het risico van elektrische schokken te voorkomen. Als u andere apparaten hebt aangesloten op de printer, schakel deze dan ook uit en koppel de kabels los van de printer.
  1. Zet de printer uit.

    De aan/uit-knop aan de zijkant van het bedieningspaneel wordt ingedrukt en de voorklep wordt geopend om de aan/uit-knop van de hoofdvoeding uit te schakelen.
  2. Trek de stekker van het netsnoer uit het stopcontact en haal het netsnoer uit de printer.

    Het netsnoer wordt uit het stopcontact gehaald en de beugel aan het andere uiteinde wordt verwijderd om de stekker uit de printer te verwijderen.
  3. Pak de optionele lade uit en verwijder vervolgens al het verpakkingsmateriaal.

  4. Vergrendel de zwenkwielen van het onderstel om te voorkomen dat de kast beweegt.

    De vergrendelingshendels van de voorwielen worden omlaag geduwd.
  5. Lijn de printer uit met de optionele lade en laat de printer op zijn plaats zakken.

    standaard attentiepictogram   LET OP: RISICO OP LETSEL:  Als de printer meer weegt dan 20 kg (44 lb), zijn er mogelijk twee of meer personen nodig om de printer veilig op te tillen.
     De printer is uitgelijnd en wordt op de optionele lade geplaatst.
  6. Verwijder de standaardlade.

    De lade wordt naar buiten getrokken en met een licht opwaartse beweging van de basis verwijderd.
  7. Bevestig de optionele lade met schroeven aan de printer.

    In de standaard papierhouder worden de schroeven geplaatst en rechtsom gedraaid.
  8. Plaats de standaardlade terug.

  9. Verwijder het connectorklepje aan de achterkant van de printer.

    Het connectorklepje wordt verwijderd door op de bovenrand te drukken.
  10. Sluit de ladeconnector aan op de printer en bevestig vervolgens het klepje.

    De connectorkabel wordt in de poort gestoken en afgedekt.
  11. Bevestig het achterste gedeelte van de optionele lade aan de printer.

    Metalen beugels worden bevestigd aan de achterkant van de printer en bevestigd met schroeven.
  12. Pas de stelschroeven aan om ervoor te zorgen dat alle zijden van de printer dezelfde hoogte hebben.

    De stelschroeven aan de voor-, zij- en achterkant van de printer worden gedraaid.
  13. Sluit het netsnoer aan op de printer en vervolgens op een stopcontact.

    standaard attentiepictogram   LET OP: RISICO OP LETSEL:  Om het risico op elektrische schokken of brand te voorkomen, moet u het netsnoer rechtstreeks aansluiten op een geaard stopcontact dat zich dicht in de buurt van het product bevindt en dat gemakkelijk toegankelijk is.
  14. Zet de printer aan.

Voeg de lade toe in het printerstuurprogramma om deze beschikbaar te maken voor afdruktaken. Zie Beschikbare opties van het printerstuurprogramma toevoegen voor meer informatie.

De optionele lade voor 3 x 520 vel installeren

attentiepictogram elektrische schokken   LET OP: GEVAAR VOOR ELEKTRISCHE SCHOKKEN:  Als u toegang tot de controllerkaart wilt of optionele hardware of geheugenapparaten installeert nadat u de printer hebt ingesteld, moet u de printer uitschakelen en de stekker uit het stopcontact trekken voor u doorgaat om het risico van elektrische schokken te voorkomen. Als u andere apparaten hebt aangesloten op de printer, schakel deze dan ook uit en koppel de kabels los van de printer.
  1. Zet de printer uit.

    De aan/uit-knop aan de zijkant van het bedieningspaneel wordt ingedrukt en de voorklep wordt geopend om de aan/uit-knop van de hoofdvoeding uit te schakelen.
  2. Trek de stekker van het netsnoer uit het stopcontact en haal het netsnoer uit de printer.

    Het netsnoer wordt uit het stopcontact gehaald en de beugel aan het andere uiteinde wordt verwijderd om de stekker uit de printer te verwijderen.
  3. Pak de optionele lade uit en verwijder vervolgens al het verpakkingsmateriaal.

  4. Vergrendel de zwenkwielen van het onderstel om te voorkomen dat de lade beweegt.

    De vergrendeling bij de voorwielen wordt omlaag geduwd.
  5. Lijn de printer uit met de optionele lade en laat de printer op zijn plaats zakken.

    standaard attentiepictogram   LET OP: RISICO OP LETSEL:  Als de printer meer weegt dan 20 kg (44 lb), zijn er mogelijk twee of meer personen nodig om de printer veilig op te tillen.
    De printer wordt uitgelijnd en in de optionele lade geplaatst.
  6. Verwijder de standaardlade.

    De lade wordt naar buiten getrokken en met een licht opwaartse beweging van de basis verwijderd.
  7. Bevestig de optionele lade met schroeven aan de printer.

    In de standaard papierhouder worden de schroeven geplaatst en rechtsom gedraaid.
  8. Plaats de standaardlade terug.

  9. Verwijder het connectorklepje aan de achterkant van de printer.

    Het connectorklepje wordt verwijderd door op de bovenrand te drukken.
  10. Sluit de ladeconnector aan op de printer en bevestig vervolgens het klepje.

    De connectorkabel wordt in de poort gestoken en afgedekt.
  11. Bevestig het achterste gedeelte van de optionele lade aan de printer.

    Metalen beugels worden bevestigd aan de achterkant van de printer en bevestigd met schroeven.
  12. Pas de stelschroeven aan om ervoor te zorgen dat alle zijden van de printer dezelfde hoogte hebben.

    Stelschroeven aan de voor-, zij- en achterkant van de printer worden gedraaid.
  13. Sluit het netsnoer aan op de printer en vervolgens op een stopcontact.

    standaard attentiepictogram   LET OP: RISICO OP LETSEL:  Om het risico op elektrische schokken of brand te voorkomen, moet u het netsnoer rechtstreeks aansluiten op een geaard stopcontact dat zich dicht in de buurt van het product bevindt en dat gemakkelijk toegankelijk is.
  14. Zet de printer aan.

Voeg de lade toe in het printerstuurprogramma om deze beschikbaar te maken voor afdruktaken. Zie Beschikbare opties van het printerstuurprogramma toevoegen voor meer informatie.

De optionele dubbele invoer voor 2520 vel installeren

attentiepictogram elektrische schokken   LET OP: GEVAAR VOOR ELEKTRISCHE SCHOKKEN:  Als u toegang tot de controllerkaart wilt of optionele hardware of geheugenapparaten installeert nadat u de printer hebt ingesteld, moet u de printer uitschakelen en de stekker uit het stopcontact trekken voor u doorgaat om het risico van elektrische schokken te voorkomen. Als u andere apparaten hebt aangesloten op de printer, schakel deze dan ook uit en koppel de kabels los van de printer.
  1. Zet de printer uit.

    De aan/uit-knop aan de zijkant van het bedieningspaneel wordt ingedrukt en de voorklep wordt geopend om de aan/uit-knop van de hoofdvoeding uit te schakelen.
  2. Trek de stekker van het netsnoer uit het stopcontact en haal het netsnoer uit de printer.

    Het netsnoer wordt uit het stopcontact gehaald en de beugel aan het andere uiteinde wordt verwijderd om de stekker uit de printer te verwijderen.
  3. Pak de optionele lade uit en verwijder vervolgens al het verpakkingsmateriaal.

  4. Vergrendel de zwenkwielen van het onderstel om te voorkomen dat de lade beweegt.

    De vergrendelingshendels van de voorwielen worden omlaag geduwd.
  5. Lijn de printer uit met de optionele lade en laat de printer op zijn plaats zakken.

    standaard attentiepictogram   LET OP: RISICO OP LETSEL:  Als de printer meer weegt dan 20 kg (44 lb), zijn er mogelijk twee of meer personen nodig om de printer veilig op te tillen.
     De printer wordt uitgelijnd en in de optionele lade geplaatst.
  6. Verwijder de standaardlade.

    De lade wordt naar buiten getrokken en met een licht opwaartse beweging van de basis verwijderd.
  7. Bevestig de optionele lade met schroeven aan de printer.

    In de standaard papierhouder worden de schroeven geplaatst en rechtsom gedraaid.
  8. Plaats de standaardlade terug.

  9. Verwijder het connectorklepje aan de achterkant van de printer.

    Het connectorklepje wordt verwijderd door op de bovenrand te drukken.
  10. Sluit de ladeconnector aan op de printer en bevestig vervolgens het klepje.

    De connectorkabel wordt in de poort gestoken en afgedekt.
  11. Bevestig het achterste gedeelte van de optionele lade aan de printer.

    Metalen beugels worden bevestigd aan de achterkant van de printer en bevestigd met schroeven.
  12. Pas de stelschroeven aan om ervoor te zorgen dat alle zijden van de printer dezelfde hoogte hebben.

    Stelschroeven aan de voor-, zij- en achterkant van de printer worden gedraaid.
  13. Sluit het netsnoer aan op de printer en vervolgens op een stopcontact.

    standaard attentiepictogram   LET OP: RISICO OP LETSEL:  Om het risico op elektrische schokken of brand te voorkomen, moet u het netsnoer rechtstreeks aansluiten op een geaard stopcontact dat zich dicht in de buurt van het product bevindt en dat gemakkelijk toegankelijk is.
  14. Zet de printer aan.

Voeg de lade toe in het printerstuurprogramma om deze beschikbaar te maken voor afdruktaken. Zie Beschikbare opties van het printerstuurprogramma toevoegen voor meer informatie.

De optionele lade voor 2000 vel installeren

attentiepictogram elektrische schokken   LET OP: GEVAAR VOOR ELEKTRISCHE SCHOKKEN:  Als u toegang tot de controllerkaart wilt of optionele hardware of geheugenapparaten installeert nadat u de printer hebt ingesteld, moet u de printer uitschakelen en de stekker uit het stopcontact trekken voor u doorgaat om het risico van elektrische schokken te voorkomen. Als u andere apparaten hebt aangesloten op de printer, schakel deze dan ook uit en koppel de kabels los van de printer.
  1. Zet de printer uit.

    De aan/uit-knop aan de zijkant van het bedieningspaneel wordt ingedrukt en de voorklep wordt geopend om de aan/uit-knop van de hoofdvoeding uit te schakelen.
  2. Trek de stekker van het netsnoer uit het stopcontact en haal het netsnoer uit de printer.

    Het netsnoer wordt uit het stopcontact gehaald en de beugel aan het andere uiteinde wordt verwijderd om de stekker uit de printer te verwijderen.
  3. Pak de optionele lade uit en verwijder vervolgens al het verpakkingsmateriaal.

  4. Verwijder de stelschroef aan de linkerkant van de printer.

    Opmerking:  Gooi de stelschroef niet weg.
    De knop boven op de schroef wordt eerst verwijderd, gevolgd door de beugel en vervolgens de stelschroef.
  5. Bevestig de montagebeugel aan de printer.

    Opmerking:  Gebruik de montagebeugel die bij de optionele lade is geleverd
    De montagebeugel wordt aan de linkerkant van de printer geschroefd.
  6. De optionele lade installeren

    De lade wordt uitgelijnd en in de montagebeugel aan de zijkant van de printer geduwd.
  7. Sluit de ladeconnector aan op de printer.

    De connectorkabel wordt aangesloten op de optiepoort aan de zijkant van de printer.
  8. Pas de stelschroeven aan om ervoor te zorgen dat de lade dezelfde hoogte heeft als de printer.

    De vleugelschroef wordt verwijderd voordat de stelschroeven rechtsom worden gedraaid.
  9. Sluit het netsnoer aan op de printer en vervolgens op een stopcontact.

    standaard attentiepictogram   LET OP: RISICO OP LETSEL:  Om het risico op elektrische schokken of brand te voorkomen, moet u het netsnoer rechtstreeks aansluiten op een geaard stopcontact dat zich dicht in de buurt van het product bevindt en dat gemakkelijk toegankelijk is.
  10. Zet de printer aan.

Voeg de lade toe in het printerstuurprogramma om deze beschikbaar te maken voor afdruktaken. Zie Beschikbare opties van het printerstuurprogramma toevoegen voor meer informatie.

Een faxkaart installeren

Een faxkaart installeren

attentiepictogram elektrische schokken   LET OP: GEVAAR VOOR ELEKTRISCHE SCHOKKEN:  Als u toegang tot de controllerkaart wilt of optionele hardware of geheugenapparaten installeert nadat u de printer hebt ingesteld, moet u de printer uitschakelen en de stekker uit het stopcontact trekken voor u doorgaat om het risico van elektrische schokken te voorkomen. Als u andere apparaten hebt aangesloten op de printer, schakel deze dan ook uit en koppel de kabels los van de printer.
  1. Zet de printer uit.

    De aan/uit-knop aan de zijkant van het bedieningspaneel wordt ingedrukt en de voorklep wordt geopend om de aan/uit-knop van de hoofdvoeding uit te schakelen.
  2. Trek de stekker van het netsnoer uit het stopcontact en haal het netsnoer uit de printer.

    Het netsnoer wordt uit het stopcontact gehaald en de beugel aan het andere uiteinde wordt verwijderd om de stekker uit de printer te verwijderen.
  3. Verwijder de afdekplaat van de controllerkaart met behulp van een schroevendraaier met platte kop.

    Er wordt een schroef verwijderd om de faxklep los te maken van de beschermkap van de controllerkaart.
  4. Verwijder het afdekplaatje van de vaste schijf.

    Twee duimschroeven aan de bovenkant van het afdekplaatje van de vaste schijf worden verwijderd.
  5. Verwijder de afdekplaat van de controllerkaart.

    Een duimschroef aan het bovenste deel van de afdekplaat van de controllerkaart wordt verwijderd.
  6. Haal de faxkaart uit de verpakking.

  7. Bevestig de faxkaart aan het afdekplaatje van de vaste schijf.

    De verbindingskabel wordt door de sleuf in het afdekplaatje van de vaste schijf gestoken. De faxkaart wordt vervolgens bevestigd.
  8. Steek de faxconnectorkabel door de opening naar de controllerkaart.

    De connectorkabel wordt door de opening tussen de compartimenten gestoken.
  9. Bevestig het afdekplaatje van de vaste schijf.

    Met behulp van duimschroeven wordt het afdekplaatje van de vaste schijf aan de achterzijde van de printer bevestigd.
  10. Sluit de faxconnectorkabel aan op de controllerkaart.

    De connectorkabel wordt in de poort op de controllerkaart gestoken.
  11. Bevestig de beschermkap van de controllerkaart.

    Met behulp van een duimschroef wordt de afdekplaat van de controllerkaart aan de achterkant van de printer bevestigd.
  12. Sluit het netsnoer aan op de printer en vervolgens op een stopcontact.

    standaard attentiepictogram   LET OP: RISICO OP LETSEL:  Sluit het netsnoer aan op een geaard stopcontact dat zich dicht in de buurt van het product bevindt en gemakkelijk bereikbaar is om brand of elektrische schokken te voorkomen.
  13. Zet de printer aan.

Vaste schijf van printer installeren

Vaste schijf van printer installeren

attentiepictogram elektrische schokken   LET OP: GEVAAR VOOR ELEKTRISCHE SCHOKKEN:  Als u toegang tot de controllerkaart wilt of optionele hardware of geheugenapparaten installeert nadat u de printer hebt ingesteld, moet u de printer uitschakelen en de stekker uit het stopcontact trekken voor u doorgaat om het risico van elektrische schokken te voorkomen. Als u andere apparaten hebt aangesloten op de printer, schakel deze dan ook uit en koppel de kabels los van de printer.
  1. Zet de printer uit.

    De aan/uit-knop aan de zijkant van het bedieningspaneel wordt ingedrukt en de voorklep wordt geopend om de aan/uit-knop van de hoofdvoeding uit te schakelen.
  2. Trek de stekker van het netsnoer uit het stopcontact en haal het netsnoer uit de printer.

    Het netsnoer wordt uit het stopcontact gehaald en de beugel aan het andere uiteinde wordt verwijderd om de stekker uit de printer te verwijderen.
  3. Pak de vaste schijf uit en verwijder de beugel.

    Waarschuwing: mogelijke beschadiging:  Druk niet op het midden van de vaste schijf en raak het ook niet aan.
    De beugel wordt verwijderd en weggegooid.
  4. Verwijder het afdekplaatje van de vaste schijf.

    Twee duimschroeven aan de bovenkant van het afdekplaatje van de vaste schijf worden verwijderd.
  5. Verwijder de afdekplaat van de controllerkaart.

    Een duimschroef aan het bovenste deel van de afdekplaat van de controllerkaart wordt verwijderd.
  6. Steek de connectorkabel van de vaste schijf door de opening naar de controllerkaart.

    De connectorkabel wordt door de opening tussen de compartimenten gestoken.
  7. Plaats de vaste schijf over de montagegaten en druk erop tot deze vastklikt .

    De vaste schijf bevindt zich in het compartiment.
  8. Bevestig het afdekplaatje van de vaste schijf.

    Met behulp van duimschroeven wordt het afdekplaatje van de vaste schijf aan de achterzijde van de printer bevestigd.
  9. Sluit de connectorkabel van de vaste schijf aan op de controllerkaart.

    De connectorkabel wordt in de poort op de controllerkaart gestoken.
  10. Bevestig de beschermkap van de controllerkaart.

    Met behulp van een duimschroef wordt de afdekplaat van de controllerkaart aan de achterkant van de printer bevestigd.
  11. Sluit de stekker van het netsnoer aan op het stopcontact en zet de printer aan.

    standaard attentiepictogram   LET OP: RISICO OP LETSEL:  Sluit het netsnoer aan op een geaard stopcontact dat zich dicht in de buurt van het product bevindt en gemakkelijk bereikbaar is om brand of elektrische schokken te voorkomen.

Het werkschap installeren

  1. Zet de printer uit.

    De aan/uit-knop aan de zijkant van het bedieningspaneel wordt ingedrukt en de voorklep wordt geopend om de aan/uit-knop van de hoofdvoeding uit te schakelen.
  2. Verwijder de afdekplaatjes met een schroevendraaier.

    De afdekplaatjes worden aan de linkerkant van de printer verwijderd.
  3. Pak het werkschap uit.

  4. Bevestig het werkschap aan de printer.

    De montagebeugel wordt aan de linkerkant van de printer bevestigd en vervolgens wordt het schap aan de beugel bevestigd.
  5. Bevestig het schap aan de printer.

    Schroeven worden onder het schap aangebracht.
  6. Zet de printer aan.

De dubbele opvangbak installeren

  1. Pak de dubbele opvangbak uit.

  2. Bevestig de dubbele opvangbak aan de printer.

    De dubbele opvangbak wordt uitgelijnd en in de printer geplaatst.

Om de uitvoerlade beschikbaar te maken voor afdruktaken, raakt u in het beginscherm Instellingen aan > Apparaat > Onderhoud > Configuratiemenu > Configuratie finisher > Inst. uitvoerlade 2 > Aan .

Nietfinisher installeren

attentiepictogram elektrische schokken   LET OP: GEVAAR VOOR ELEKTRISCHE SCHOKKEN:  Als u toegang tot de controllerkaart wilt of optionele hardware of geheugenapparaten installeert nadat u de printer hebt ingesteld, moet u de printer uitschakelen en de stekker uit het stopcontact trekken voor u doorgaat om het risico van elektrische schokken te voorkomen. Als u andere apparaten hebt aangesloten op de printer, schakel deze dan ook uit en koppel de kabels los van de printer.
  1. Zet de printer uit.

    De aan/uit-knop aan de zijkant van het bedieningspaneel wordt ingedrukt en de voorklep wordt geopend om de aan/uit-knop van de hoofdvoeding uit te schakelen.
  2. Trek de stekker van het netsnoer uit het stopcontact en haal het netsnoer uit de printer.

    Het netsnoer wordt uit het stopcontact gehaald en de beugel aan het andere uiteinde wordt verwijderd om de stekker uit de printer te verwijderen.
  3. Verwijder de standaardlade.

    Opmerking:  Gooi de uitvoerlade niet weg.
    De bovenste uitvoerlade, de papierbeugel en de onderste uitvoerladen worden verwijderd.
  4. Open de voorklep en verwijder vervolgens de blauwe knop.

    Opmerking:  Gooi de knop niet weg.
    De voorklep wordt geopend en vervolgens wordt de blauwe knop links van de tonercartridge verwijderd.
  5. Verwijder het zijklepje van de standaard uitvoerlade.

    Opmerking:  Gooi de zijklep van de uitvoerlade niet weg.
    De rechterrand van het klepje wordt omlaag gedrukt om deze uit de uitvoerlade te verwijderen.
  6. Pak de nietfinisher uit en verwijder al het verpakkingsmateriaal.

  7. Plaats de nietfinisher op zijn achterkant en verwijder het verpakkingsmateriaal.

    De nietfinisher wordt op zijn achterkant gezet en de plug met label aan de zijkant wordt verwijderd.
  8. Stel de beugel af.

    De schroeven worden verwijderd en vervolgens wordt de beugel in de richting van de finisher geduwd. De schroeven worden vervolgens weer aangebracht.
  9. Plaats de finisher.

    De finisher wordt in de standaard uitvoerlade geplaatst.
  10. Sluit de voorklep.

  11. Bevestig de finisher op de printer.

    Opmerking:  Gebruik de schroeven die met de finisher geleverd zijn.
    De schroeven worden aan de rechterkant van de printer bevestigd.
  12. Sluit de finisherkabel aan op de printer.

    Opmerking:  Gebruik de klemmen die met de finisher zijn meegeleverd.
    De kabel wordt bevestigd aan de rechterkant en onderaan de achterzijde van de printer.
  13. Sluit de finisherkabel aan op de printer.

    Het connectorklepje wordt verwijderd en vervolgens wordt de kabel in de connectorpoort gestoken.
  14. Sluit het netsnoer aan op de printer en vervolgens op een stopcontact.

    standaard attentiepictogram   LET OP: RISICO OP LETSEL:  Om het risico op elektrische schokken of brand te voorkomen, moet u het netsnoer rechtstreeks aansluiten op een geaard stopcontact dat zich dicht in de buurt van het product bevindt en dat gemakkelijk toegankelijk is.
  15. Zet de printer aan.

Voeg de finisher toe in het printerstuurprogramma om deze beschikbaar te maken voor afdruktaken. Zie Beschikbare opties van het printerstuurprogramma toevoegen voor meer informatie.

De finisher met niet- en perforeerfunctie installeren

attentiepictogram elektrische schokken   LET OP: GEVAAR VOOR ELEKTRISCHE SCHOKKEN:  Als u toegang tot de controllerkaart wilt of optionele hardware of geheugenapparaten installeert nadat u de printer hebt ingesteld, moet u de printer uitschakelen en de stekker uit het stopcontact trekken voor u doorgaat om het risico van elektrische schokken te voorkomen. Als u andere apparaten hebt aangesloten op de printer, schakel deze dan ook uit en koppel de kabels los van de printer.
  1. Zet de printer uit.

    De aan/uit-knop aan de zijkant van het bedieningspaneel wordt ingedrukt en de voorklep wordt geopend om de aan/uit-knop van de hoofdvoeding uit te schakelen.
  2. Trek de stekker van het netsnoer uit het stopcontact en haal het netsnoer uit de printer.

    Het netsnoer wordt uit het stopcontact gehaald en de beugel aan het andere uiteinde wordt verwijderd om de stekker uit de printer te verwijderen.
  3. Pak de finisher met niet- en perforeerfunctie uit en verwijder al het verpakkingsmateriaal.

  4. Plaats de nietcassettehouder in de finisher.

    De klep van de finisher wordt geopend, de schroef wordt geplaatst en de nietcassette wordt geplaatst.
  5. Gebruik een platte schroevendraaier om de beugels aan de finisher te bevestigen.

    Er worden beugels bevestigd aan de linkeronderkant van de finisher.
  6. Plaats de uitvoerlade in de finisher.

    De uitvoerlade van finisher wordt gemonteerd en vervolgens in de printer geplaatst.
  7. Verwijder de standaardlade.

    Opmerking:  Gooi de standaard uitvoerlade niet weg.
    De bovenste uitvoerlade, de papierbeugel en de onderste uitvoerladen worden verwijderd.
  8. Open de voorklep en verwijder vervolgens de blauwe knop.

    Opmerking:  Gooi de knop niet weg.
    De voorklep wordt geopend en vervolgens wordt de blauwe knop links van de tonercartridge verwijderd.
  9. Verwijder het zijklepje van de standaard uitvoerlade.

    Opmerking:  Gooi de zijklep van de uitvoerlade niet weg.
    De rechterrand van het klepje wordt omlaag gedrukt om deze uit de uitvoerlade te verwijderen.
  10. Gebruik een schroevendraaier met platte kop om de beugels aan de rechterkant van de printer te bevestigen.

    Aan de rechterkant van de printer zijn een horizontale beugel en verticale beugels bevestigd.
  11. Plaats het papiertransport en zet het vast met schroeven.

    Opmerking:  Gebruik de schroeven die met de finisher geleverd zijn.
    Het papiertransport wordt in de standaard uitvoerlade van de printer geplaatst en vervolgens worden de schroeven aan de rechterkant van de uitvoerlade geplaatst.
  12. Sluit de voorklep.

  13. Sluit de finisher aan op de printer.

    De finisher wordt aan de rechterkant van de printer bevestigd.
  14. Pas de stelschroeven aan om ervoor te zorgen dat alle zijden van de finisher dezelfde hoogte hebben als de printer.

    Stelschroeven worden rechtsom gedraaid om de hoogte ervan af te stellen.
  15. Open de klep van de finisher en breng de schroef aan op het linkergedeelte van de finisher.

    De klep van de finisher wordt geopend en de schroef wordt aan de linkerkant van de binnenkant geplaatst.
  16. Sluit de klep van de finisher.

  17. Sluit de kabel van het papiertransport aan op de achterkant van de finisher.

    Het connectorklepje wordt verwijderd, de kabel wordt geplaatst en vastgezet en vervolgens wordt het klepje bevestigd.
  18. Sluit de kabel van de finisher aan op achterkant van de printer.

    De connectorklepje wordt verwijderd, de kabel wordt geplaatst en het klepje wordt bevestigd.
  19. Sluit het netsnoer aan op de printer en vervolgens op een stopcontact.

    standaard attentiepictogram   LET OP: RISICO OP LETSEL:  Om het risico op elektrische schokken of brand te voorkomen, moet u het netsnoer rechtstreeks aansluiten op een geaard stopcontact dat zich dicht in de buurt van het product bevindt en dat gemakkelijk toegankelijk is.
  20. Zet de printer aan.

Voeg de finisher toe in het printerstuurprogramma om deze beschikbaar te maken voor afdruktaken. Zie Beschikbare opties van het printerstuurprogramma toevoegen voor meer informatie.

Als u de finisher beschikbaar wilt maken voor afdruktaken, tikt u in het startscherm op Instellingen > Apparaat > Onderhoud > Configuratiemenu > Configuratie finisher > Configuratie perforator > selecteer een configuratie.

Een draadloze afdrukserver installeren

MarkNet N8372 draadloze afdrukserver installeren

  1. Zet de printer uit.

  2. Breng isopropylalcohol aan op een vochtige, zachte, pluisvrije doek en veeg daarmee het oppervlak rond de USB-poort schoon.

  3. Installeer de draadloze module.

    De draadloze module wordt geïnstalleerd op de USB-poort.

    Opmerkingen:

    • Oefen stevige druk uit om ervoor te zorgen dat de tape aan het oppervlak van de printer blijft kleven.
    • Zorg ervoor dat het oppervlak van de printer droog is en vrij is van condens.
    • De module is na 72 uur voldoende gehecht aan de printer.
  4. Controleer of er ruimte is tussen de module en de printer en bevestig vervolgens indien nodig het opvulplaatje.

    Het opvulplaatje wordt aan de module bevestigd als er een opening is.
  5. Sluit de NFC-kaart aan.

    De NFC-kaart wordt aangesloten op de printer.
  6. Zet de printer aan.