Printer instellen voor faxen

Ondersteunde fax

Printermodel

Analoge fax1

etherFAX2

Faxserver

Fax via IP (FoIP)3

CX930

vinkje

vinkje

vinkje

vinkje

CX931

vinkje

vinkje

vinkje

vinkje

XC9325

vinkje

vinkje

vinkje

vinkje

XC9335

vinkje

vinkje

vinkje

vinkje


De faxfunctie instellen met analoge fax

Opmerkingen:

Waarschuwing: mogelijke beschadiging: Raak de kabels of de printer in het aangegeven gebied niet aan als er een fax wordt verzonden of ontvangen om gegevensverlies of een printerstoring te voorkomen.
Locatie van de faxpoort aan de achterkant van de printer.
Het menu Instellingen op de printer gebruiken
  1. Raak in het startscherm Instellingen > Fax > Faxinstellingen > Algemene faxinstellingen aan.

  2. Configureer de instellingen.

Embedded Web Server gebruiken
  1. Open een webbrowser en typ het IP-adres van de printer in de adresbalk.

    Opmerkingen:

    • Controleer het IP-adres van de printer op het startscherm. Het IP-adres bestaat uit vier sets met cijfers gescheiden door punten: 123.123.123.123.
    • Als u een proxyserver gebruikt, moet u deze tijdelijk uitschakelen zodat de webpagina correct kan worden geladen.
  2. Klik op Instellingen > Fax > Faxinstellingen > Algemene faxinstellingen.

  3. Configureer de instellingen.

  4. Pas de wijzigingen toe.

De faxfunctie instellen voor het gebruik van etherFAX

Opmerkingen:

  1. Open een webbrowser en typ het IP-adres van de printer in de adresbalk.

    Opmerkingen:

    • Controleer het IP-adres van de printer op het startscherm. Het IP-adres bestaat uit vier sets met cijfers gescheiden door punten: 123.123.123.123.
    • Als u een proxyserver gebruikt, moet u deze tijdelijk uitschakelen zodat de webpagina correct kan worden geladen.
  2. Klik op Instellingen > Fax > Faxinstellingen > Algemene faxinstellingen.

    Opmerking: Faxinstellingen wordt alleen weergegeven als Modus Faxen is ingesteld op Fax.
  3. Typ een unieke naam in het veld Faxnaam.

  4. Voer in het veld Faxnummer het faxnummer in dat u van etherFAX hebt ontvangen.

  5. Selecteer etherFAX in het menu Faxtransport.

    Opmerkingen:

    • Dit menu wordt alleen weergegeven als er meer dan één faxtransport beschikbaar is.
    • Als op de printer alleen etherFAX is geïnstalleerd, wordt deze automatisch geconfigureerd.
  6. Pas de wijzigingen toe.

De faxfunctie instellen met de faxserver

Opmerkingen:

  1. Open een webbrowser en typ het IP-adres van de printer in de adresbalk.

    Opmerkingen:

    • Controleer het IP-adres van de printer op het startscherm. Het IP-adres bestaat uit vier sets met cijfers gescheiden door punten: 123.123.123.123.
    • Als u een proxyserver gebruikt, moet u deze tijdelijk uitschakelen zodat de webpagina correct kan worden geladen.
  2. Klik op Instellingen > Fax.

  3. Selecteer in het menu Faxmodus Faxserveren klik vervolgens op Opslaan.

  4. Klik op Instellingen faxserver.

  5. In het veld Aan typt u [#]@myfax.com. Hierbij staat [#] voor het faxnummer en myfax.com voor het domein van de faxprovider.

    Opmerkingen:

    • Configureer indien nodig de velden Antwoordadres, Onderwerp of Bericht.
    • Als u wilt dat de printer faxberichten ontvangt, schakelt u de instelling in voor het ontvangen van faxen op het apparaat. Controleer of u een apparaatgebaseerde fax hebt geconfigureerd.
  6. Klik op Opslaan.

  7. Klik op E-mailinstellingen faxserver en voer een van de volgende handelingen uit:

    • Schakel SMTP-server voor e-mail gebruiken in.

      Opmerking: Als de SMTP-instellingen voor e-mail niet zijn geconfigureerd, raadpleegt u De SMTP-instellingen voor e-mail configureren.
    • Configureer de SMTP-instellingen. Neem voor meer informatie contact op met uw e-mailserviceprovider.

  8. Pas de wijzigingen toe.

Fax instellen met een vaste telefoonlijn

Opmerking: Deze instructies gelden alleen voor printers die een analoge fax ondersteunen. Zie Ondersteunde fax voor meer informatie.
attentiepictogram elektrische schokken LET OP: GEVAAR VOOR ELEKTRISCHE SCHOKKEN: Schakel tijdens onweer dit product niet in en maak geen elektrische of bekabelde verbindingen, zoals de fax, het netsnoer of een telefoonkabel, om elektrische schokken te voorkomen.
attentiepictogram elektrische schokken LET OP: GEVAAR VOOR ELEKTRISCHE SCHOKKEN: Gebruik de faxfunctie niet tijdens onweer om het risico van elektrische schokken te voorkomen.
standaard attentiepictogram LET OP: RISICO OP LETSEL: Gebruik om het risico op brand te verkleinen alleen een telecommunicatiesnoer (RJ-11) van 26 AWG of meer als u dit product aansluit op het openbare vaste telefoonnetwerk. Voor gebruikers in Australië geldt dat het snoer moet worden goedgekeurd door de Australische communicatie- en media-autoriteit.

Configuratie 1: Printer is aangesloten op een aparte faxlijn

Een printer is rechtstreeks aangesloten op een muuraansluiting.
  1. Sluit het ene uiteinde van de telefoonkabel aan op de line-poort van de printer.

  2. Sluit het andere uiteinde van de kabel aan op een werkende analoge wandcontactdoos.

Opmerkingen:

Configuratie 2: Printer deelt de lijn met een antwoordapparaat

Opmerking: Als u een abonnement hebt op een speciaal belsignaal, controleert u of het juiste belsignaal hebt ingesteld voor de printer. Anders ontvangt de printer geen faxsignalen, zelfs als u hebt ingesteld om faxen automatisch te ontvangen.

Aangesloten op verschillende wandaansluitingen

Er is een printer aangesloten op een antwoordapparaat en deze gebruikt een andere wandaansluitingen.
  1. Sluit het ene uiteinde van de telefoonkabel aan op de line-poort van de printer.

  2. Sluit het andere uiteinde van de kabel aan op een werkende analoge wandcontactdoos.

Opmerkingen:

Het instellen van de fax in landen of regio's met afwijkende telefoonwandcontactdozen en stekkers

Opmerking: Deze instructies gelden alleen voor printers die een analoge fax ondersteunen. Zie Ondersteunde fax voor meer informatie.
attentiepictogram elektrische schokken LET OP: GEVAAR VOOR ELEKTRISCHE SCHOKKEN: Schakel tijdens onweer dit product niet in en maak geen elektrische of bekabelde verbindingen, zoals de fax, het netsnoer of een telefoonkabel, om elektrische schokken te voorkomen.
attentiepictogram elektrische schokken LET OP: GEVAAR VOOR ELEKTRISCHE SCHOKKEN: Gebruik de faxfunctie niet tijdens onweer om het risico van elektrische schokken te voorkomen.
standaard attentiepictogram LET OP: RISICO OP LETSEL: Gebruik om het risico op brand te verkleinen alleen een telecommunicatiesnoer (RJ-11) van 26 AWG of meer als u dit product aansluit op het openbare vaste telefoonnetwerk. Voor gebruikers in Australië geldt dat het snoer moet worden goedgekeurd door de Australische communicatie- en media-autoriteit.

De standaard wandaansluiting in de meeste landen is RJ-11. Wanneer de wandcontactdoos of de apparatuur in uw gebouw niet compatibel is met dit soort aansluitingen, gebruikt u een telefoonadapter. Wanneer er in uw land of regio geen adapter bij de printer wordt geleverd, kunt u deze los aanschaffen.

Er kan een adapterstekker zijn geïnstalleerd in de telefoonpoort van de printer. Verwijder de adapterstekker niet uit de telefoonpoort van de printer als u verbinding maakt met een serie- of cascade-geschakeld telefoonsysteem.

een RJ11-adapterstekker

Artikelnaam

Artikelnummer

Lexmark-adapterstekker

40X8519


Printer aansluiten op een niet-RJ-11-wandaansluiting

 een printer die is aangesloten op een niet-RJ11-faxlijn met een RJ11-adapterstekker
  1. Sluit het ene uiteinde van de telefoonkabel aan op de line-poort van de printer.

  2. Sluit het andere uiteinde van de kabel aan op de RJ-11-adapter en sluit de adapter vervolgens aan op de wandaansluiting.

  3. Als u een ander apparaat met een niet-RJ-11-aansluiting op deze wandaansluiting wilt aansluiten, moet u dit apparaat rechtstreeks aansluiten op de telefoonadapter.

Abonneren op speciale belsignalen

Een specifiek belsignaal stelt u in staat meerdere telefoonnummers op één telefoonlijn te gebruiken. Aan elk telefoonnummer is een ander belsignaal toegekend.

Opmerking: Deze instructies gelden alleen voor printers die een analoge fax ondersteunen. Zie Ondersteunde fax voor meer informatie.
  1. Tik in het startscherm op Instellingen > Fax > Faxinstellingen > Faxontvangstinstellingen > Beheercontrole > Beantwoorden na aan.

  2. Selecteer een belsignaal.

Datum en tijd van de fax instellen

Opmerking: Controleer of de fax is geconfigureerd. Zie Printer instellen voor faxen voor meer informatie.
  1. Raak vanaf het beginscherm Instellingen > Apparaat >Voorkeuren > Datum en tijd > Configureren aan.

  2. Configureer de instellingen.

Configureren, zomertijd

Opmerking: Controleer of de fax is geconfigureerd. Raadpleeg het gedeelte Printer instellen voor faxen voor meer informatie.
  1. Raak vanaf het beginscherm Instellingen > Apparaat > Voorkeuren > Datum en tijd > Configureren aan.

  2. In het menu Tijdzone raakt u (UTC+gebruiker) Aangepast aan.

  3. Raak Verschil met UTC (GMT) aan en configureer vervolgens de instellingen.

De faxluidsprekerinstellingen configureren

Opmerking: Controleer of de fax is geconfigureerd. Raadpleeg het gedeelte Printer instellen voor faxen voor meer informatie.
  1. Tik vanuit het startscherm op Instellingen > Fax > Faxinstellingen > Luidsprekerinstellingen.

  2. Ga als volgt te werk:

    • Stel de Luidsprekermodus in op Altijd aan.

    • Stel het Luidsprekervolume in op Hoog.

    • Schakel het Beltoonvolume in.