Netwerkfunctionaliteit

Opmerkingen:

Configuratie van printer op een draadloos netwerk voorbereiden

Opmerkingen:

Zorg dat u volgende gegevens bij de hand hebt voor u de printer configureert voor een draadloos netwerk:

Printer aansluiten met de wizard voor draadloze configuratie

Controleer het volgende voor u begint:

Opmerking: schakel de printer uit en wacht minstens vijf seconden voor u printer weer inschakelt.
  1. Afhankelijk van het printermodel, navigeert u naar een van de volgende locaties:

    • the menu button > Instellingen > the select button > Netwerk/poorten > the select button > Netwerk [x] > the select button > Netwerk [x] instellen > the select button > Draadloos > the select button > Draadloze verbinding instellen > the select button

    • The menu icon > Netwerk/poorten > Netwerk [x] > Netwerk [x] instellen > Draadloos > Draadloze verbinding instellen

  2. Selecteer een instelmethode voor draadloze verbindingen.

    Optie

    Functie

    Netwerken zoeken

    Beschikbare draadloze verbindingen weergeven.

    Opmerking: met dit menu-item geeft u de SSID's voor alle beveiligde en onbeveiligde netwerken weer.

    Netwerknaam invoeren

    Handmatig de SSID invoeren.

    Opmerking: zorg dat u de juiste SSID invoert.

    Wi-Fi Protected Setup

    Printer aansluiten op een draadloos netwerk via Wi-Fi Protected Setup (WPS).


  3. Volg de aanwijzingen op de display.

De printer verbinden met een draadloos netwerk via Wi-Fi Protected Setup

Controleer het volgende voor u de printer aansluit op een draadloos netwerk:

Configuratiemethode met drukknop gebruiken
  1. Afhankelijk van het printermodel gaat u naar de volgende optie:

    • the home button > Instellingen > the select button > Netwerken/poorten > the select button > Netwerk [x] > the select button > Netwerk [x] instellen > the select button > Draadloos > the select button > Wi-Fi Protected Setup > the select button > Methode met drukknop starten > the select button

    • the menu icon > Netwerk/poorten > Netwerk [x] > Netwerk [x] instellen > Draadloos > Wi-Fi Protected Setup > Methode met drukknop starten

  2. Volg de aanwijzingen op de display.

Configuratiemethode met pincode gebruiken
  1. Afhankelijk van het printermodel gaat u naar de volgende optie:

    • the home button > Instellingen > the select button > Netwerken/poorten > the select button > Netwerk [x] > the select button > Netwerk [x] instellen > the select button > Draadloos > the select button > Wi-Fi Protected Setup > the select button > Startmethode met pincode > the select button

    • the menu icon > Netwerk/poorten > Netwerk [x] > Netwerk [x] instellen > Draadloos > Wi-Fi Protected Setup > Startmethode met pincode

  2. Kopieer de WPS PIN van acht cijfers.

  3. Open een webbrowser en geef het IP-adres van het toegangspunt op in de adresbalk.

    Opmerkingen:

    • Het IP-adres bestaat uit vier sets met cijfers gescheiden door punten, bijvoorbeeld: 123.123.123.123.
    • Als u een proxyserver gebruikt, moet u deze tijdelijk uitschakelen zodat de webpagina correct kan worden geladen.
  4. Open de WPS-instellingen. Raadpleeg de documentatie bij uw toegangspunt voor meer informatie.

  5. Voer de pincode van acht cijfers in en sla de instelling op.

De printer verbinden met een draadloos netwerk met de Embedded Web Server

Controleer het volgende voor u begint:

  1. Open een webbrowser en typ het IP-adres van de printer in de adresbalk.

    Opmerkingen:

    • Controleer het IP-adres van de printer in het gedeelte TCP/IP van het menu Netwerk/rapporten. Het IP-adres bestaat uit vier sets met cijfers gescheiden door punten: 123,123.123,123.
    • Als u een proxyserver gebruikt, moet u deze tijdelijk uitschakelen zodat de webpagina correct kan worden geladen.
  2. Klik op Instellingen > Netwerk/poorten > Draadloos.

  3. Wijzig de instellingen zodat deze overeenkomen met de instellingen van uw toegangspunt (draadloze router).

    Opmerking: Typ de correcte SSID.
  4. Klik op Verzenden.

  5. Schakel de printer uit en koppel de Ethernet-kabel los. Wacht minimaal vijf seconden en schakel de printer weer in.

  6. U kunt controleren of de printer verbonden is met een netwerk door een pagina met netwerkinstellingen af te drukken. Kijk vervolgens in het gedeelte Netwerkkaart [x] of de status “Aangesloten” is.

    Raadpleeg het gedeelte "Printerconfiguratie controleren" in de Gebruikershandleiding voor meer informatie.

Printerconfiguratie controleren

Als alle hardware- en softwareopties zijn geïnstalleerd en de printer is ingeschakeld, controleert u of de printer correct is ingesteld door het volgende af te drukken: