In de volgende workflow ziet u hoe u printers configureert in de Fleet Management-webportal:
Meld u aan bij de Lexmark Cloud Services-website.
Download en voer de Printer Enrollment Tool uit.
Detecteer de printers in uw netwerk.
Meld de printers aan.
De printers verschijnen in de Fleet Management-webportal.
Opmerkingen:
Meld u aan bij de Lexmark Cloud Services-website.
Maak een Fleet Agent en download deze.
Voer de Fleet Agent uit en activeer deze.
Detecteer printers en meld ze aan.
Meld u aan bij de Lexmark Cloud Services-website.
Meld de printers vooraf aan.
Voer in de Embedded Web Server of het bedieningspaneel van de printer de aanmeldcode in om de aanmelding te voltooien.
Opmerkingen:
Meld u aan bij de Lexmark Cloud Services-website.
Download de Lokale Agent.
Voer de Lokale Agent uit en activeer deze.
Haal de activeringscode op van de Lexmark Cloud Services-website en activeer de Lokale Agent.
Nadat de printers zijn aangemeld verschijnen ze op de startpagina van de Fleet Management-webportal. De IP-adressen op de startpagina van Fleet Management zijn de IP-adressen van de hostcomputers.
Via de Fleet Management-webportal kunt u printerconfiguraties maken en implementeren, printerinformatie weergeven en printerlogboeken opvragen.
Gebruik de Printer Enrollment Tool (PET) om printers te detecteren en aan te melden bij de Lexmark Cloud Services-website. Afhankelijk van de firmwareversie van de printer installeert de PET de Printer Agent-toepassing op de printer of gebruikt deze de Native Agent.
Voer in de Fleet Management-webportal een van de volgende handelingen uit:
Als u apparaten voor het eerst aanmeldt bij Lexmark Cloud Services, kunt u de PET downloaden door de volgende stappen te volgen:
Klik op Use Printer Agent > Download PET (Printer agent gebruiken > PET downloaden).
Klik op Agents > Printer Agents > Printer Enrollment Tool downloaden.
Klik op Agents > Native Agents > Enroll Printer > use the Printer Enrollment Tool (Agents > Native agents > Printer aanmelden > Printer Enrollment Tool gebruiken).
Als u al een aantal apparaten hebt aangemeld, kunt u de PET downloaden door de volgende stappen te volgen:
Klik op Printer > Enroll printer using > Printer agent > Download PET (Printer > Printer aanmelden met printeragent > PET downloaden).
Klik op Printer > Enroll printer using > Native agent > Enrollment > Download PET (Printer > Printer aanmelden met native agent > Aanmelden > PET downloaden).
Klik op Agents > Printer Agents > PET downloaden.
Klik op Agents > Native Agents > Enrollment > Download PET (Agents > Native agents > Aanmelden > PET downloaden).
Accepteer de licentieovereenkomst voor eindgebruikers (EULA).
Pak de gezipte map uit en zoek het startprogramma van de Printer Enrollment Tool.
De Printer Enrollment Tool is geconfigureerd met de standaardinstellingen. In sommige gevallen zijn er mogelijk verschillen met de klantomgeving waarvoor wijzigingen in de standaardconfiguratie nodig zijn.
Voer het startprogramma van de Printer Enrollment Tool uit.
Typ hetzelfde e-mailadres en wachtwoord dat wordt gebruikt voor verbinding met de Lexmark Cloud Services-website en klik vervolgens op Aanmelden.
Klik op in de rechterbovenhoek van de pagina.
Selecteer Printeragent of Native Agent in het menu Printers ontdekken en aanmelden die geschikt zijn voor native agents.
Opmerkingen:
Geef de time-outs voor printerdetectie en printeraanmelding op.
Selecteer Gedetailleerd of Samenvatting in het gedeelte Logginggegevens.
Selecteer een versie in het menu SNMP-instellingen.
Voor Versies 1 en 2c: selecteer een type voor de community-tekenreeks. Als u een aangepaste community-tekenreeks wilt instellen, selecteert u Aangepaste waarde en typt u vervolgens de tekenreeks.
Voor Versie 3: selecteer een beveiligingsniveau, een verificatiemodus en een privacytype.
Selecteer 'Openbaar' of een Aangepaste waarde in het gedeelte Community String.
Klik op Instellingen opslaan.
Voer het startprogramma van de Printer Enrollment Tool uit.
Typ hetzelfde e-mailadres en wachtwoord dat wordt gebruikt voor verbinding met de Lexmark Cloud Services-website en klik vervolgens op Aanmelden.
Klik in het venster Update beschikbaar op Nieuwe versie downloaden.
Klik in het venster Update downloaden op Toepassing sluiten.
Ga naar de ZIP-map en pak de gezipte map uit.
Voer het startprogramma van de Printer Enrollment Tool uit.
Typ hetzelfde e-mailadres en wachtwoord dat wordt gebruikt voor verbinding met de Lexmark Cloud Services-website en klik vervolgens op Aanmelden.
Pas als de printers bij de Lexmark Cloud Services-website zijn aangemeld, kunt u deze beheren.
Voer het startprogramma van de Printer Enrollment Tool uit.
Typ hetzelfde e-mailadres en wachtwoord dat wordt gebruikt voor verbinding met de Lexmark Cloud Services-website en klik vervolgens op Aanmelden.
Als u meerdere onderliggende organisaties in beheer hebt selecteert u een organisatie.
Klik op Volgende en selecteer een type detectie in het gedeelte Printerdetectie.
Om naar alle printers in uw lokale netwerk te zoeken, selecteert u Lokaal netwerk zoeken.
Om naar een specifiek IP-adres, subnetmasker, bereik of volledig gekwalificeerde domeinnaam (FQDN) te zoeken, selecteert u Geavanceerd zoeken.
Opmerkingen:
Klik op Printers detecteren.
Opmerkingen:
Bekijk de informatie en sluit vervolgens het dialoogvenster Printerdetectie.
In het gedeelte Printeraanmelding selecteert u een of meer printers.
Opmerkingen:
Klik op Printers aanmelden.
In het dialoogvenster Verificatie voor beveiligde printers voert u een van de volgende handelingen uit:
Voor beveiligde printers selecteert u het verificatietype, voert u vervolgens de verificatiegegevens van de printer in en klikt u op Verificatiegegevens toepassen.
Voor onbeveiligde printers klikt u op Deze stap overslaan.
Sluit de Printer Enrollment Tool.
Opmerkingen:
De Printer Agent kan worden geopend via de Embedded Web Server van de printer. U kunt de aanmeldingsstatus van de printer bekijken en direct op nieuwe gebeurtenissen zoeken zonder te wachten tot het peilingsinterval is verstreken.
Klik in de Fleet Management-webportal op Printers.
Klik in de lijst met printers op de printer-id.
Klik in het gedeelte Identificatie op Open de Embedded Web Server (EWS).
Klik, afhankelijk van uw printermodel, in de Embedded Web Server op Toepassingen of Apps.
Klik op Printer Configuration Agent.
Voer een van de volgende handelingen uit:
Klik op Nu peilen om te controleren of er nieuwe updates zijn.
Klik op Agentverbinding testen om het volgende te controleren:
Netwerkverbinding tussen de Printer Agent en Lexmark Cloud Services.
Aanmeldtoegang tot de printer
Toegang tot functies en machtigingen
Klik op Referenties bijwerken om aanmeldgegevens voor beveiligde printers op te geven.
Klik in de Fleet Management-webportal op Agents > > Printer Agents.
Selecteer een of meer agents en klik vervolgens op Instellingen bewerken.
Stel de peilingsinterval en het logniveau in.
Klik op Instellingen opslaan.
Controleer of de printer geen onopgeloste fouten heeft, geen taken in behandeling heeft, de status Gereed heeft en niet wordt gebruikt.
Klik in de Fleet Management-webportal op Agents > Printer Agents.
Selecteer een of meer agents en klik op Bijwerken > Agentversie bijwerken.
Klik op Doorgaan.
De Fleet Agent detecteert printers en meldt deze aan bij de Lexmark Cloud Services-website.
Voer in de Fleet Management-webportal een van de volgende handelingen uit:
Klik op Fleet Agent gebruiken > Fleet Agent maken.
Klik op Agents > Fleet Agents > Fleet Agent maken.
Typ een unieke naam en beschrijving.
Voer op het tabblad Detectiecriteria een of meer van de volgende handelingen uit:
Schakel de optie Beheer overdragen van gedetecteerde printers die al via een andere agent zijn aangemeld uit om te voorkomen dat de Fleet Agent het beheer van aangemelde printers overneemt.
Opmerkingen:
Om naar alle printers in uw lokale netwerk te zoeken, stelt u Zoektype in op Lokaal netwerk zoeken.
Om naar een specifiek IP-adres, subnet, bereik of volledig gekwalificeerde domeinnaam (FQDN) te zoeken, stelt u Zoektype in op Geavanceerd zoeken. Voer een of meer van de volgende handelingen uit:
Klik op het tabblad Opnemen op Detectiecriteria toevoegen om op te nemen en typ vervolgens de printerinformatie.
Klik op het tabblad Opnemen op Importeren en blader naar het
- of -bestand.Opmerkingen:
Klik op het tabblad Uitsluiten op Detectiecriteria toevoegen om uit te sluiten en typ de printerinformatie.
Klik op het tabblad Uitsluiten op Importeren en blader naar het
- of -bestand.Opmerkingen:
U kunt ook detectiecriteria exporteren of verwijderen. Selecteer op het tabblad Exporteren of Importeren een of meer adressen en klik op Exporteren of Verwijderen.
Een SNMP-profiel selecteren.
Maak een SNMP-profiel op het tabblad SNMP-profiel. Ga als volgt te werk:
Klik op Maken en typ vervolgens een unieke profielnaam.
Selecteer een SNMP-versie.
Opmerkingen:
Stel de time-out voor detectie en het aantal pogingen in.
Klik op SNMP-profiel maken.
Stel op het tabblad Geplande taken de intervallen Printerdetectietaak en Printergegevenstaak vernieuwen in.
Opmerkingen:
Configureer op het tabblad Overige instellingen de instellingen Logniveau en Vertraging netwerkgebruik.
Opmerkingen:
Klik op Agent maken.
Controleer voordat u begint of u een Fleet Agent hebt gemaakt. Zie Een Fleet Agent maken voor meer informatie.
Klik in de Fleet Management-webportal op Agents > Fleet Agents.
Klik op de naam van de Fleet Agent en klik vervolgens op Installatiepakket > Downloaden.
Selecteer een type installatiepakket en klik op Pakket downloaden.
Opmerkingen:
Zorg ervoor dat de Fleet Agent-server en de printers op hetzelfde netwerk zijn aangesloten De Fleet Agent vereist ook een server of hostcomputer met hoge beschikbaarheid.
Voer het Fleet Agent-installatiepakket uit vanaf een server of hostcomputer.
Accepteer de licentieovereenkomst voor eindgebruikers (EULA).
Voer het poortnummer in.
Opmerkingen:
Klik op Voltooien om het installatievenster te sluiten en de Fleet Agent in een webbrowser te starten.
Voer op de pagina Fleet Agent in de browser de activeringscode in.
Selecteer zo nodig Proxy-instellingen gebruiken en geef de proxy-informatie op.
Klik op Doorgaan en typ indien nodig een agentwachtwoord.
Selecteer Printers detecteren en aanmelden direct nadat deze agent is geactiveerd.
Klik op Agent activeren.
Open de Fleet Agent op een server of hostcomputer. Voer een van de volgende handelingen uit:
Klik op de Fleet Agent-snelkoppeling.
Open een webbrowser en typ
.Voer één of meer van de volgende handelingen uit in het startscherm:
Als u de proxy-instellingen wilt configureren, klikt u op > Proxyconfiguratie.
Klik op > Wachtwoord maken om de Fleet Agent te beschermen met een wachtwoord.
Als u externe toegang tot deze Fleet Agent wilt toestaan, klikt u op > Beveiligingsinstelling bijwerken.
Klik in de Fleet Management-webportal op Agents > Fleet Agents.
Klik op een Fleet Agent en voer een of meer van de volgende handelingen uit:
Klik op Agent bewerken als u de Fleet Agent wilt bewerken. Zie De Fleet Agent bewerken voor meer informatie.
Klik op Printers detecteren en aanmelden om de printerdetectie en -aanmelding te starten.
Klik op Installatiepakket > Downloaden om het installatiepakket te downloaden.
Als u alle printerinformatie wilt vernieuwen voordat de geplande vernieuwingstaak wordt uitgevoerd, klikt u op Meer > Alle printerinformatie vernieuwen.
Klik op Meer > Agent deactiveren om de Fleet Agent uit te schakelen.
Klik op Meer > Agent verwijderen om de Fleet Agent te verwijderen.
Als u logbestanden van de Fleet Agent wilt aanvragen, klikt u in de sectie Log op Aanvragen.
Als er wijzigingen zijn in uw detectiecriteria, taakschema, logboekniveau of instellingen voor serververtraging, bewerkt u de Fleet Agent.
Klik in de Fleet Management-webportal op Agents > Fleet Agents.
Klik op de naam van de agent en klik vervolgens op Agent bewerken.
Configureer de instellingen en klik vervolgens op Wijzigingen opslaan.
Klik in de Fleet Management-webportal op Agents > Fleet Agents.
Selecteer een of meer Fleet Agents en klik vervolgens op Bijwerken > Fleet Agent.
Klik op Doorgaan.
Deze instructies zijn alleen van toepassing op ondersteunde printers met firmwareversie 075.xx of hoger die vooraf in de fabriek is geïnstalleerd.
Voer in de Fleet Management-webportal een van de volgende handelingen uit:
Als er geen apparaten zijn aangemeld:
Klik op Agents > Native Agents > Printers vooraf aanmelden.
Als apparaten al zijn aangemeld:
Klik op Agents > Native Agents > Aanmelding > Vooraf aanmelden > Printers vooraf aanmelden.
Voer in het dialoogvenster Printers vooraf aanmelden een van de volgende handelingen uit:
Selecteer Serienummer handmatig invoeren, typ het serienummer van de printer en druk op Enter.
Selecteer Serienummer van printer importeren uit bestand en blader vervolgens naar het CSV- of TXT-bestand.
Klik op Printers vooraf aanmelden > Aanmelding > Vooraf aanmelden.
Kopieer de aanmeldcode van de organisatie.
Voer in de Embedded Web Server een van de volgende handelingen uit:
Klik op Instellingen > Cloud Services > Cloud Services-inschrijving.
Klik op Instellingen > Lexmark Cloud Services > Cloud Fleet Management.
Voer in het veld Aanmeldcode de aanmeldcode in en klik vervolgens op Printer aanmelden.
Voer een van de volgende handelingen uit in het beginscherm van de printer:
Raak Instellingen > Cloud Services > Cloud Services-aanmelding aan.
Raak Instellingen > Lexmark Cloud Services > Cloud Fleet Management aan.
Tik in het menu Communicatie met Lexmark Cloud Services inschakelen op Aan.
Voer in het veld Printer aanmelden de aanmeldcode in en tik vervolgens op OK.
Deze instructies zijn alleen van toepassing in de volgende situaties:
U hebt de printer niet vooraf aangemeld.
U hebt de printer niet aangemeld met de Native Agent.
De printer is vervaardigd en geleverd met firmware 075.001 of hoger.
De aanbevolen firmware is 081.215 of hoger.
Voer een van de volgende handelingen uit in het beginscherm van de printer:
Raak Instellingen > Cloud Services > Cloud Services-aanmelding aan.
Raak Instellingen > Lexmark Cloud Services > Cloud Fleet Management aan.
Tik in het menu Communicatie met Lexmark Cloud Services inschakelen op Aan.
Tik in het menu Aanmeldcode ophalen op Code ophalen, kopieer de aanmeldcode en tik vervolgens op OK.
Voer in de Fleet Management-webportal een van de volgende handelingen uit:
Klik op Native Agent gebruiken, voer de aanmeldcode in en klik vervolgens op Printer aanmelden.
Klik op Agents > Native Agents > Printer aanmelden, voer de aanmeldcode in en klik vervolgens op Printer aanmelden.
Deze instructies zijn alleen van toepassing in de volgende situaties:
U hebt de printer niet vooraf aangemeld.
U hebt de printer niet aangemeld met de Native Agent.
De printer is vervaardigd en geleverd met firmware 075.001 of hoger.
De aanbevolen firmware is 081.215 of hoger.
Voer in de Embedded Web Server een van de volgende handelingen uit:
Klik op Instellingen > Cloud Services > Cloud Services-inschrijving.
Klik op Instellingen > Lexmark Cloud Services > Cloud Fleet Management.
Selecteer Communicatie met Lexmark Cloud Services inschakelen en klik vervolgens op Vernieuwen.
Klik op Aanmeldcode ophalen en noteer de code.
Voer in de Fleet Management-webportal een van de volgende handelingen uit:
Klik op Native Agent gebruiken > Printer aanmelden, voer de aanmeldcode in en klik vervolgens op Printer aanmelden.
Klik op Agents > Native Agents > Printer aanmelden, voer de aanmeldcode in en klik vervolgens op Printer aanmelden.
Voer in de Fleet Management-webportal een van de volgende handelingen uit:
Klik op Agents > Native Agents > Aanmelding > Vooraf aanmelden > Vooraf ingeschreven printers verwijderen.
Klik op Printers > Selecteer een specifieke printer > Vooraf ingeschreven printers verwijderen.
Klik op Verwijderen.
Voer in de Fleet Management-webportal een van de volgende handelingen uit:
Klik op Local Agent gebruiken.
Klik op Agents > Local Agents.
Klik op Agent downloaden.
Selecteer een type installatiepakket.
Selecteer Activeringscode genereren.
Opmerkingen:
Klik op Agent downloaden.
Klik op Accepteren en downloaden om de licentieovereenkomst voor eindgebruikers (EULA) te accepteren.
Pak het installatiepakket uit.
Voer het Local Agent-installatiepakket op de hostcomputer uit.
Accepteer de licentieovereenkomst voor eindgebruikers (EULA).
Klik op Voltooien om het installatievenster te sluiten.
Start in het menu Start de toepassing Lexmark Local Agent en voer de activeringscode in.
Klik op Agent activeren.
Stille activering wordt gebruikt voor bulksgewijze installatie van Local Agent.
Pak het installatiepakket uit.
Open het bestand
.Voeg onder het blok
de parameter toe.Voer de activeringscode die door Lexmark Cloud Services is gegenereerd, als de waarde van de parameter in.
[IOT_HUB] CS_ACTIVATION_CODE=ab23ftcd-12dt-edte-123hdtdk-ttrbd
Voer de installatiestappen uit. Zie De Local Agent installeren voor meer informatie.
Met behulp van de Lokale Agent kunt u printerinformatie vernieuwen. De printer moet communiceren met de Lokale Agent via USB en de Lokale Agent moet de printerinformatie naar Lexmark Cloud Services verzenden.
Selecteer het tabblad Printers in de Fleet Management-webportal.
Klik in het menu Filters op Type agent > Lokaal.
Een printer selecteren.
Klik op Printer > Printergegevens vernieuwen.
Opmerkingen:
U kunt de Lokale Agent bewerken om deze te configureren, te deactiveren of te verwijderen.
Klik in de Fleet Management-webportal op Agents > Lokale Agents.
Klik op de naam van de Lokale Agent en voer een van de volgende handelingen uit:
Klik op Agent bewerken om een Lokale Agent te bewerken.
Selecteer in het menu Logniveau de optie Samenvatting of Gedetailleerd.
Stel in het menu Polling interval (Polling-interval) het interval in waarmee de lokale agent gegevens naar de cloudserver verzendt.
Klik op Wijzigingen opslaan.
Als u een Lokale Agent wilt deactiveren, klikt u op Agent deactiveren.
Klik op Agent deactiveren.
Als u een Lokale Agent wilt verwijderen, klikt u op Agent verwijderen.
Klik op Doorgaan.
Klik in de Fleet Management-webportal op Agents > Lokale Agents.
Selecteer een of meer lokale agents.
Klik op Edit Settings (Instellingen bewerken).
Selecteer in het menu Logniveau de optie Samenvatting of Gedetailleerd.
Stel in het menu Polling interval (Polling-interval) het interval in waarmee de lokale agent gegevens naar de cloudserver verzendt.
Klik op Wijzigingen opslaan.
Opmerkingen:
Klik in de Fleet Management-webportal op Agents > Lokale Agents.
Selecteer in het menu Updates beschikbaar. de optie Ja.
Selecteer in de lijst die wordt weergegeven een of meer Local Agents en klik op Bijwerken.
Opmerkingen:
Selecteer het tabblad Agents in de Fleet Management-webportal.
Klik op een geactiveerde Lokale Agent.
Klik in het gedeelte Logboek op Aanvragen.
Klik op Downloaden om het logbestand te downloaden.
Opmerkingen:
Thursday,January27 06:20:02 : tid=6936 : UninstallLPMAService(139) : error=1060 Thursday,January27 06:21:13 : tid=10636 : LPMAMain(352) : Lexmark Local Agent Service is started Thursday,January27 06:24:57 : tid=10636 : LPMAMain(360) : Lexmark Local Agent Service is stopped Thursday,January27 06:25:51 : tid=7024 : LPMAMain(352) : Lexmark Local Agent Service is started Thursday,January27 06:27:06 : tid=7024 : LPMAMain(360) : Lexmark Local Agent Service is stopped Thursday,January27 06:27:11 : tid=14108 : LPMAMain(352) : Lexmark Local Agent Service is started Thursday,January27 11:41:08 : tid=3984 : LPMAMain(352) : Lexmark Local Agent Service is started Saturday,January29 01:45:02 : tid=4100 : LPMAMain(352) : Lexmark Local Agent Service is started