Terug naar Hoofdpagina

Inktcartridges uitlijnen

Doorgaans hoeft u een inktcartridge alleen uit te lijnen nadat u een cartridge hebt geïnstalleerd of vervangen. Mogelijk moet u de cartridges echter ook in de volgende gevallen uitlijnen:

• Tekens worden onvolledig afgedrukt of onjuist afgedrukt langs de linkermarge.
• Verticale rechte lijnen zijn afgedrukt met golvingen.

Inktcartridges uitlijnen met het bedieningspaneel van de All-In-One

Met de functie voor automatische uitlijning kunt u de inktcartridges uitlijnen via het bedieningspaneel van de All-In-One.

1. Plaats normaal papier in de printer.
2. Open de scannereenheid zodat u toegang krijgt tot de inktcartridges.
3. Installeer de inktcartridges.
4. Sluit de scannereenheid.
5. Klik op om een uitlijningspagina af te drukken.

   Opmerking:

   er wordt vastgesteld of er normaal papier is geplaatst in de All-In-One. Als u geen normaal papier hebt geplaatst, wordt het bericht Plaats normaal papier voor uitlijnen en druk op weergegeven.

Er wordt een uitlijningspagina afgedrukt. Terwijl de uitlijningspagina wordt afgedrukt, worden met de functie voor automatisch uitlijnen de beste uitlijningswaarden voor de pagina bepaald.

6. Wanneer de automatische uitlijning is voltooid, wordt op de display het bericht Automatisch uitlijnen is voltooid weergegeven. Dit bericht knippert één keer op het scherm, waarna de display terugkeert naar de standaardinstelling.

Inktcartridges uitlijnen vanuit het hulpprogramma Lexmark 3300 Series Utility

1. Plaats normaal papier in de printer.
2. Open het hulpprogramma Lexmark 3300 Series Utility.
3. Klik op Cartridges uitlijnen op het tabblad Cartridges.
4. Klik op Ga door om de uitlijningspagina af te drukken.
5. Klik in het dialoogvenster Uitlijningsstatus op OK als het automatisch uitlijnen geslaagd is.

   Opmerking:

   als automatisch uitlijnen niet lukt, klikt u op OK om terug te keren naar het hoofdvenster van het hulpprogramma Lexmark 3300 Series Utility.