Uitleg over de lampjes op het bedieningspaneel van de printer

Informatie over de combinaties van lampjes op het bedieningspaneel van de printer

Informatie over primaire combinaties van lampjes

Bedieningspaneel van de printer

Lampjes en knoppen

  1. Fout

  2. Storing

  3. Plaats papier in de printer

  4. Toner

  5. Gereed

  6. Doorgaan

  7. Stoppen


Het bedieningspaneel van de printer beschikt over zes lampjes en twee knoppen. De lampjes kunnen aan of uit zijn, knipperen of langzaam knipperen.

Combinatie van lampjes

Oplossing

Onderhoudsfout

- Knippert

- Knippert

- Knippert

- Knippert

- Knippert

- Knippert

Schakel de printer uit en weer in. Ga naar de ondersteuningswebsite van Lexmark op http://support.lexmark.com als de lampjes blijven knipperen.

Vervang fc-kit

- Knippert

- Knippert

- Aan

Vervang de fotoconductor.

Gereed

- Aan (groen)

Verzend een afdruktaak.

Spaarstand

- Aan (geel)

Verzend een afdruktaak.

Hex Trace Gereed

- Knippert langzaam

U kunt Hex Trace gebruiken om problemen met de printer op te lossen. Zet de printer uit en weer aan om terug te keren naar de stand Gereed.

Bezig

- Knippert

Wacht of druk op .

Buffer wordt gewist

- Knippert

- Knippert

Wacht tot de printer terugkeert naar de stand Gereed.

Printer wacht

- Aan

- Aan

Wacht tot de combinatie van lampjes verdwijnt.

Taak wordt geannuleerd

- Aan

- Aan

- Aan

- Aan

- Aan

- Aan

Wacht tot de combinatie van lampjes verdwijnt.

Ongeldige enginecode of ongeldige netwerkcode

- Aan

- Aan

Druk tweemaal op om het secundaire bericht weer te geven.

Gebruik geldige code bij het programmeren van de printer.

Niet gereed

- Aan

Druk kort op of om terug te keren naar de stand Gereed.

Cartridgefout

- Aan

- Aan

Vervang de tonercartridge door een cartridge die geschikt is voor uw regio.

Opmerking: Dit lampjespatroon duidt ook op andere problemen met de cartridge. Druk kort tweemaal achter elkaar op om het secundaire bericht weer te geven. Zie Informatie over de secundaire combinatie van foutlampjes voor meer informatie.

Voorklep staat open

- Aan

Sluit de voorklep.

Geen papier in Lade 1 of Lade 2

- Aan

- Aan

Plaats papier in Lade 1 of 2 en druk vervolgens op of .

Geen papier in de handmatige invoer

- Aan

Plaats papier in de handmatige invoer.

Verwijder het papier uit de standaarduitvoerlade

- Knippert

Verwijder afgedrukte pagina's uit de standaarduitvoerlade en druk kort op om de combinatie van lampjes te wissen en door te gaan met afdrukken.

Cartridge is bijna leeg

- Aan

- Aan

  • Druk kort op om de combinatie van lampjes te wissen en door te gaan met het verwerken van de afdruktaak.

  • Zorg dat de printer is uitgeschakeld, verwijder de tonercartridge uit de printer en schud de cartridge heen en weer zodat u deze langer kunt gebruiken.

  • Vervang tonercartridge en schakel de printer weer in.

Fc-eenheid bijna versleten

- Aan

  • Druk kort op om de combinatie van lampjes te wissen en door te gaan met het verwerken van de afdruktaak.

  • Vervang de fotoconductor.


De volgende combinaties van lampjes geven aan dat er een secundaire foutcode of secundaire papierstoringscode is:

Combinatie van lampjes

Oplossing

Printerfout.

- Aan

- Aan

Druk tweemaal snel op om de secundaire foutcode weer te geven.

Papierstoring

- Aan

- Aan

Druk tweemaal snel op om de secundaire papierstoringscode weer te geven.


Informatie over de secundaire combinatie van foutlampjes

Als de lampjes en tegelijk branden, drukt u snel twee keer op om de secundaire foutcode weer te geven.

Bedieningspaneel van de printer

Lampjes en knoppen

  1. Fout

  2. Storing

  3. Papier plaatsen

  4. Toner

  5. Gereed

  6. Doorgaan

  7. Stop


Combinatie van lampjes

Mogelijke actie

Complexe pagina, bepaalde gegevens worden mogelijk niet afgedrukt

- Aan

- Aan

- Aan

Druk op of om het kniperen van de lampjes te stoppen.

Onvoldoende geheugen om de taak te sorteren

- Aan

- Aan

- Aan

Druk om de resterende pagina's van de taak af te drukken.

35 Onvold. geheugen voor functie bronnen opslaan

- Aan

- Knippert

- Aan

  • Installeer extra printergeheugen.

  • Druk op of om het kniperen van de lampjes te stoppen. De taak wordt afgedrukt zonder Bronnen opslaan.

Hostinterface uitgeschakeld

- Aan

- Knippert

- Knippert

- Aan

Druk op om de code te wissen. De printer verwijdert eerder verzonden afdruktaken.

Papierformaat is klein

- Aan

- Aan

- Aan

- Aan

  • Controleer of het papier dat u plaatst, groot genoeg is.

  • Verwijder eventueel vastgelopen papier.

  • Druk op om de code te wissen en door te gaan met het afdrukken van de taak.

Regiocode van cartridge komt niet overeen

- Aan

- Knippert

- Aan

Vervang de tonercartridge met een die geschikt is voor uw regio. Zie Tonercartridge vervangen voor meer informatie.

Vervang defecte of ontbrekende cartridge

- Aan

- Knippert

- Aan

Vervang de tonercartridge. Zie Tonercartridge vervangen voor meer informatie.

Artikelnummers voor tonercartridge worden niet ondersteund door dit apparaat

- Aan

- Aan

- Aan

Haal de tonercartridge uit de printer en vervang deze door een cartridge die door de printer wordt ondersteund. Zie Tonercartridge vervangen voor meer informatie.