Problemen met kopiëren oplossen

De kopieerfunctie reageert niet

Hieronder volgen mogelijke oplossingen. Probeer een of meer van de volgende oplossingen:

Kijk of er foutberichten op het display worden weergegeven.

Verwijder eventuele foutberichten.


Controleer de stroomtoevoer

Controleer of de stekker van de printer goed in het stopcontact zit, of het apparaat is ingeschakeld en of Gereed op het display wordt weergegeven.

De klep van de scannereenheid kan niet worden gesloten

Controleer of de klep niet wordt geblokkeerd:

  1. Til de scannereenheid op.

  2. Verwijder eventuele blokkades terwijl u de klep open houdt.

  3. Laat de scannereenheid zakken.

Slechte kopieerkwaliteit

Hier volgen enkele voorbeelden van een slechte kopieerkwaliteit:

Probeer een of meer van de volgende oplossingen:

Verwijder eventuele foutberichten

Controleer de display en verwijder eventuele foutberichten die worden weergegeven.


Vervang de toner- of inktcartridge

Vervang de toner- of inktcartridge als afdrukken vaag blijven.


Reinig de glasplaat

Mogelijk is de glasplaat vuil. Reinig de glasplaat met een schone, stofvrije doek die met water is bevochtigd.

Zie Glasplaat reinigen voor meer informatie.


Pas de tonerintensiteit voor de kopie aan

Pas de tonerintensiteit voor de kopie aan met de menu's van Kopiëren.


Controleer of de kwaliteit van het originele document in orde is

Controleer de kwaliteit van het originele document.


Plaats het originele document correct op de glasplaat

Zorg dat het document of de foto met de bedrukte zijde naar beneden in de linkerbovenhoek van de glasplaat is geplaatst.


Controleer of u de juiste kopieerinstellingen gebruikt

Als op de uitvoer patronen (moiré) verschijnen:

Als tekst licht of bijna niet leesbaar is:

Als de uitvoer er flets of overbelicht is:

Documenten of foto's worden worden gedeeltelijk gekopieerd

Hieronder volgen mogelijke oplossingen. Probeer een of meer van de volgende oplossingen:

Controleer de plaatsing van het origineel

Zorg dat het document of de foto linksboven op de glasplaat is geplaatst, met de bedrukte zijde naar beneden.


Controleer de instelling voor papierformaat

Zorg dat de instelling voor papierformaat overeenkomt met het papier dat in de lade is geplaatst:

  1. Controleer op het bedieningspaneel van de printer de instelling voor papierformaat in het menu Papier.

  2. Geef de juiste instelling voor formaat op voor u de taak verzendt voor afdrukken:

    • Windows: geef het formaat op dat is ingesteld in Printereigenschappen.

    • Macintosh: geef het formaat op dat is ingesteld in het dialoogvenster Pagina-instelling.