Netwerkprinter configureren
U kunt het IP-adres (Internet Protocol) van een printer die is verbonden met het netwerk, instellen via een ingebouwde netwerkinterface (beschikbaar op bepaalde printers) of via een optionele externe netwerkadapter.
Als de printer al eerder is geconfigureerd, hoeft u de printer niet opnieuw te configureren als u deze wilt gebruiken. Dit geldt echter alleen als hetzelfde IP-adres door niemand anders wordt gebruikt.
Opmerking: | u kunt de Alles-in-één niet instellen als een netwerkprinter met het menu Geavanceerd van het hulpprogramma Lexmark 2200 Series Utility. Met printersamengebruik kunt u instellen dat de Alles-in-één wordt gedeeld met andere gebruikers die zijn verbonden met het lokale netwerk. Zie Netwerk voor meer informatie. |
U configureert als volgt een netwerkprinter via het dialoogvenster Printer selecteren:
- Open het hulpprogramma Lexmark 2200 Series Utility.
- Kies Geavanceerd in de menubalk boven aan het venster.
- Klik op Printer selecteren. Het dialoogvenster Printer selecteren wordt weergegeven.
- Selecteer de voor het netwerk geschikte printer in de lijst en klik op Configureer. Het dialoogvenster Netwerkprinters configureren wordt weergegeven.
- Wijs een IP-adres (Internet Protocol) toe aan de voor het netwerk geschikte printer. Neem contact op met de netwerkbeheerder voor meer informatie. Als de netwerkprinter een netwerkinterface of netwerkadapter gebruikt die DHCP ondersteunt, moet DHCP zijn uitgeschakeld.
- Klik op OK om terug te gaan naar dialoogvenster Printer selecteren.
- Selecteer de netwerkprinter in de lijst in het dialoogvenster Printer selecteren.
- Klik op Selecteer.
U configureert als volgt een netwerkprinter in het dialoogvenster Netwerkprinters configureren:
- Open het hulpprogramma Lexmark 2200 Series Utility.
- Kies Geavanceerd in de menubalk boven aan het venster.
- Kies Netwerkprinter configureren. Het dialoogvenster Netwerkprinter configureren wordt weergegeven.
- Selecteer de printer in de lijst en klik op Configureer. Het dialoogvenster Netwerkprinters configureren wordt weergegeven.
- Wijs een IP-adres toe aan de voor het netwerk geschikte printer. Neem contact op met de netwerkbeheerder voor meer informatie. Als de netwerkprinter een netwerkinterface of netwerkadapter gebruikt die DHCP ondersteunt, moet DHCP zijn uitgeschakeld.
- Klik op OK om terug te gaan naar dialoogvenster Printer selecteren.
- Als u een andere printer wilt configureren, selecteert u de printer in de lijst in het dialoogvenster Printer selecteren. Klik anders op Gereed.
Verwant onderwerp
Netwerkproblemen oplossen