Onderdelen van de All-in-One

Onderdelen van de All-in-One

Bedieningspaneel gebruiken

Software van de All-in-One gebruiken


Onderdelen van de All-in-One

U kunt de Lexmark 7100 Series All-in-One gebruiken als kleurenscanner, kleurenkopieerapparaat, kleurenprinter en kleurenfaxapparaat.

Opmerking: u hoeft de All-in-One niet aan te sluiten op een computer als u kopieën wilt maken of faxen wilt versturen en ontvangen.

In de tabellen na elke afbeelding worden de onderdelen van de All-in-One beschreven.

Onderdeel

Functie

1

Automatische documentinvoer (ADI)

Documenten met meerdere pagina's van het formaat A4, Legal en Letter scannen, kopiëren of faxen.

2

Invoerlade van de ADI

Originele documenten in de All-in-One plaatsen. Aangeraden voor het scannen, kopiëren of faxen van documenten met meerdere pagina's.

3

Uitvoerlade van de ADI

Het originele document verwijderen nadat het door de ADI is verwerkt.

4

Bovenklep

Toegang krijgen tot de glasplaat. Til de bovenklep op om items op de glasplaat te plaatsen of van de glasplaat te verwijderen.

Opmerking: u kunt het beste de glasplaat gebruiken voor kaarten, foto's, kwetsbare originelen of originelen met een ongebruikelijk formaat die niet via de ADI kunnen worden ingevoerd.

5

PictBridge-poort

Een PictBridge-compatibele digitale camera aansluiten op de All-in-One.

6

Papieruitvoerlade

  • Papier opvangen dat wordt uitgevoerd.
  • Eén envelop of kaart plaatsen.

7

Papierlade

Papier in de All-in-One plaatsen.

8

Scannereenheid

Toegang krijgen tot de inktcartridges.

9

Bedieningspaneel

De All-in-One bedienen (aangesloten op een computer of los). Zie Bedieningspaneel gebruiken voor meer informatie.

Opmerking: het telefoonsnoer moet worden verbonden met de juiste poort.

Onderdeel

Functie

1

Aansluiting voor het netsnoer

De All-in-One van stroom voorzien.

2

Achterste toegangsklep

Vastgelopen papier verwijderen.

3

USB-poort

De All-in-One aansluiten op een computer.

4

LINE-poort

De All-in-One aansluiten op een actieve telefoonlijn om faxen te verzenden en te ontvangen. De All-in-One moet op deze telefoonlijn zijn aangesloten om binnenkomende faxen te ontvangen.

Opmerking: sluit geen extra apparaten aan op de wandaansluiting en sluit geen DSL-modem (Digital Subscriber Line), ISDN-modem (Integrated Services Digital Network) of kabelmodem aan op de All-in-One zonder een bijbehorend apparaat van derden, zoals een DSL-filter, te installeren.

5

EXT-poort

U kunt deze afdekplug verwijderen om extra apparaten, zoals een computer, telefoon of antwoordapparaat aan te sluiten op de All-in-One.


Bedieningspaneel gebruiken

Met de knoppen op het bedieningspaneel kunt u documenten scannen, kopiëren, faxen en aanpassen. Als de aan/uit-knop brandt, is de All-in-One ingeschakeld. U kunt een modus selecteren in het modusgedeelte, de verschillende knoppen gebruiken om instellingen te selecteren of te wijzigen en scannen, kopiëren of faxen met de startknoppen aan de rechterkant.

Op de display vindt u:

In de tabel na de afbeelding worden de functies van de knoppen beschreven.

Druk op

Functie

1

Aan/uit

Hiermee schakelt u de All-in-One in of uit.

2

Snelkiesknoppen (01-04)

Hiermee kunt u toegang krijgen tot een van de eerste vier geprogrammeerde snelkiesnummers.

3

Snelkeuze

Hiermee kunt u toegang krijgen tot een van de geprogrammeerde snelkiesnummers (5-99).

4

Modus

Hiermee kunt u een modus van de All-in-One selecteren.

  • Kopiëren
  • Faxen
  • Scannen

Opmerking: het lampje van de geselecteerde modus brandt.

Druk op

Functie

1

Aantal exemplaren

Het aantal exemplaren (1-99) opgeven.

2

Opties

Bladeren door een lijst met menutitels.

3

Verkleinen/vergroten

Het originele document aanpassen volgens een percentage, aanpassen aan de pagina of vergroten tot posterformaat.

Opmerking: Passend op pagina is niet beschikbaar als u de ADI gebruikt.

4

Licht/donker

Een kopie of fax lichter of donkerder maken.

5

Rechterpijl

  • Een waarde verhogen.
  • Bladeren door een lijst op de display.

6

Selecteren

De optie selecteren die wordt weergegeven op de display.

7

Linkerpijl

  • Een waarde op de display verlagen.
  • Bladeren door een lijst op de display.

8

Kwaliteit

  • Een kopieerkwaliteit instellen: Snel, Normaal of Best.
  • Een faxresolutie instellen: Standaard, Fijn, Zeer fijn of Extra fijn.
  • Een scanresolutie selecteren als de All-in-One is aangesloten op een computer.

9

Meteen beantwoorden

Alle binnenkomende oproepen beantwoorden als de knop brandt.

Het aantal belsignalen waarna een binnenkomende oproep door het antwoordapparaat wordt beantwoord, moet worden ingesteld in het menu FAX BEANTW NA. Zie FAX BEANTW NA voor meer informatie.

Druk op

Functie

1

Een cijfer of symbool op het toetsenblok

  • Faxen:
  • Faxnummers invoeren.
  • Letters selecteren bij het maken van een snelkeuzelijst.
  • Cijfers invoeren om de datum en tijd die worden weergegeven op de display van de All-in-One, in te stellen of te wijzigen.
  • Kopiëren:

Het aantal exemplaren selecteren dat u wilt afdrukken.

2

Kleur

Een taak voor een kleurenscan, -kopie of -fax starten.

Opmerking: controleer of de gewenste modus is ingesteld.

3

Stoppen/wissen

  • Huidige scan-, kopieer- of afdruktaak annuleren.
  • Faxnummer wissen of een faxverzending beëindigen en de display terugzetten op de standaardinstelling voor faxen.
  • Een menu sluiten.
  • Huidige instellingen of foutberichten wissen en standaardinstellingen herstellen.

4

Zwart-wit

Een taak voor een scan, kopie of fax in zwart-wit starten.

Opmerking: controleer of de gewenste modus is ingesteld.

5

Opnieuw kiezen/Onderbreken

  • Het laatstingevoerde nummer opnieuw kiezen.
  • Een onderbreking van drie seconden invoegen in het nummer dat u wilt kiezen om te wachten op een buitenlijn of om verbinding te maken met een geautomatiseerd antwoordsysteem.

Voeg alleen een onderbreking toe als u al bent begonnen met invoeren.

Menu's op het bedieningspaneel gebruiken

Raadpleeg dit gedeelte voor meer informatie over de menuopties in de modi Kopiëren, Faxen en Scannen.

Menuopties in de modus Kopiëren selecteren

  1. Druk op Modus op het bedieningspaneel tot Kopiëren is geselecteerd.
  2. Druk op Opties tot de titel van het gewenste menu wordt weergegeven op de display.
  3. Druk op + of - om door de beschikbare menuopties te bladeren.
  4. Druk op Selecteren als de gewenste menuoptie wordt weergegeven op de display om de instelling op te slaan.

Opmerking: de huidige instelling wordt met een sterretje (*) aangeduid op de display.

Menu

Functie

PAPIERFORMAAT

Het formaat van het papier in de papierlade opgeven:

Opmerking: raadpleeg Lexmark Takencentrum voor meer informatie over speciale papierformaten.

PAPIERSOORT

De soort van het papier in de papierlade opgeven:

  • Automatisch (standaardinstelling)
  • Normaal
  • Coated
  • Foto
  • Transparant

Met Automatisch wordt de instelling aangepast aan de soort papier in de printer.

Opmerking: raadpleeg Lexmark Takencentrum voor meer informatie over speciale papiersoorten.

AFB HERHALEN

Opgeven hoeveel exemplaren van een afbeelding op de pagina moeten worden geplaatst:

  • 1 x per pagina (standaardinstelling)
  • 4 x per pagina
  • 9 x per pagina
  • 16 x per pagina

KLEUR

Druk op + of - om de kleurintensiteit van de kopie aan te passen.

ORIGINEEL

Het formaat van het document op de glasplaat opgeven. De standaardinstelling is Automatisch.

Opmerking: geef een andere instelling dan Automatisch op als u het scangebied wilt instellen op het formaat van het geselecteerde origineel.

SOORT ORIG

De soort van het document op de glasplaat opgeven.

  • Tekst en afbeeldingen (standaardinstelling)
  • Foto
  • Alleen tekst
  • Lijntekening

SORTEREN

Meerdere pagina's naar het geheugen scannen en in omgekeerde volgorde afdrukken.

  • Uit (standaardinstelling)
  • Aan

TOETSTOON

Het geluid in- of uitschakelen dat u hoort als u op een knop op het bedieningspaneel drukt. De opties zijn:

  • Uit
  • Laag (standaardinstelling)
  • Hoog

ONDERHOUD

  • Inktvoorraden controleren.
  • Inktcartridges uitlijnen.
  • Inktcartridges reinigen.
  • Een testpagina afdrukken.

SPAARSTAND

Een tijd selecteren waarop de stroombesparingsstand wordt geactiveerd:

  • Na 10 min
  • Na 30 min
  • Na 60 min
  • Na 6 uur (standaardinstelling)
  • Nooit

INSTLLNGN WISSEN

Selecteren wanneer u wilt terugkeren naar de standaardinstellingen van de All-in-One:

  • Na 2 min (standaardinstelling)
  • Nooit

STD WAARDEN

Standaardinstellingen instellen op:

  • Fabrieksinstellingen (standaardinstelling)
  • Huidige instellingen

TAAL

De taal voor de tekst op de display selecteren.

Opmerking: de huidige instelling wordt met een sterretje (*) aangeduid op de display.

Menuopties in de modus Faxen selecteren

U kunt faxtaken aanpassen met het bedieningspaneel.

  1. Druk herhaaldelijk op Modus op het bedieningspaneel totdat Faxen is geselecteerd.
  2. Druk op Opties tot de titel van het gewenste menu wordt weergegeven op de display.
  3. Druk op + of - om door de beschikbare menuopties te bladeren.
  4. Druk op Selecteren als de gewenste menuoptie wordt weergegeven op de display om de instelling op te slaan.

De faxfunctie werkt alleen correct als aan de volgende voorwaarden is voldaan:

Opmerking: u kunt alleen faxen met een DSL-modem (Digital Subscriber Line), ISDN-modem (Integrated Signature Digital Network) of kabelmodem als u beschikt over een apparaat van derden.

Opmerking: de meeste instellingen voor de All-in-One kunt u ook wijzigen met het hulpprogramma Faxinstellingen. Zie Lexmark Faxoplossingen gebruiken voor meer informatie.

Opmerking: de huidige instelling wordt met een sterretje (*) aangeduid op de display.

Menu

Functie

FAXEN IN WACHTRIJ

Alle faxen annuleren die niet zijn verzonden.

RAPPORTEN AFDR

Het afdrukken van:

  • Een activiteitenrapport met de laatste 40 verzonden en ontvangen faxen
  • Een verzendlog
  • Een ontvangstlog
  • Een instellingenlijst, met instellingen zoals het beltoonvolume, faxkwaliteit en pogingen voor opnieuw kiezen

FAX BEANTW NA

Selecteren hoe een fax wordt ontvangen.

  • Automatisch:
  • Na 1 keer
  • Na 2 keer
  • Na 3 keer (standaardinstelling)
  • Na 5 keer

Opmerking: zie Antwoordapparaat voor meer informatie.

UITSTELLEN TOT

Een tijd opgeven waarop een fax moet worden verzonden. Zie Verzenden van een groepsfax uitstellen voor meer informatie.

Opmerking: controleer of de datum en tijd juist zijn ingevoerd voordat u een tijd instelt voor het verzenden van een fax.

KZN HRN OP HAAK

Druk op Selecteren om deze instellingen te gebruiken en het nummer te kiezen als u een kiestoon hoort.

Zie Handmatig een faxnummer kiezen tijdens het telefoneren (Kiezen met hoorn op haak) voor meer informatie.

BELTOON

Een toon kiezen voor binnenkomende gesprekken:

  • Uit
  • Laag (standaardinstelling)
  • Hoog

TOETSTOON

Het geluid in- of uitschakelen dat u hoort als u op een knop op het bedieningspaneel drukt. De opties zijn:

  • Uit
  • Laag (standaardinstelling)
  • Hoog

LUIDSPRKRVOL

Het luidsprekervolume van de All-in-One instellen. Deze instelling is ook van invloed op de faxgeluiden van de All-in-One:

  • Uit
  • Laag (standaardinstelling)
  • Hoog

SNELKEUZE BEW

U kunt het volgende met de snelkeuzelijst doen:

  • Nummers toevoegen
  • Nummers verwijderen
  • Snelkeuzelijst wijzigen
  • Snelkeuzelijst afdrukken

Opmerking: zie Nummers toevoegen aan de snelkeuzelijst voor meer informatie.

DAT/TIJD BWRK

Datum en tijd bewerken.

Opmerking: controleer of u in elk vak een cijfer hebt ingevoerd. Bijvoorbeeld 01:00 voor 1:00. Druk zodra u de tijd hebt ingevoerd, op 1 voor a.m., 2 voor p.m. of 3 voor de 24-uurs tijdnotatie.

FAX AANPASSEN

Uw naam of de naam van uw bedrijf en uw nummer invoeren. Deze gegevens worden gebruikt als titel zodat de ontvanger van de fax weet van wie de fax afkomstig is.

Opmerking: niet beschikbaar voor double-byte talen.

PAPIERFORMAAT

Het formaat van het papier in de papierlade opgeven:

  • Letter
  • A4
  • Legal

Opmerking: als er geen sterretje (*) wordt weergegeven, is in het kopieermenu een papierformaat geselecteerd dat niet geschikt is voor de fax.

PAPIERSOORT

De soort van het papier in de papierlade opgeven:

  • Automatisch (standaardinstelling)
  • Normaal
  • Coated
  • Foto
  • Transparant

Met Automatisch wordt de instelling aangepast aan de soort papier in de printer.

Opmerking: zie Speciaal papier in de papierlade plaatsen voor meer informatie over ander speciaal papier.

FAX DOORSTUREN

  • Deze functie uitschakelen (standaardinstelling).
  • Een nummer invoeren waarnaar de fax moet worden doorgestuurd.
  • De fax afdrukken en doorsturen.

GEAVANC. FAX

Druk op Selecteren als u een menu wilt weergeven met geavanceerde faxopties (zie Geavanceerde faxoptie).

ONDERHOUD

  • Inktvoorraden controleren.
  • Inktcartridges uitlijnen.
  • Inktcartridges reinigen.
  • Een testpagina afdrukken.

INSTLLNGN WISSEN

Selecteren wanneer u wilt terugkeren naar de standaardinstellingen van de All-in-One:

  • Na 2 min (standaardinstelling)
  • Nooit

STD WAARDEN

Standaardinstellingen instellen op:

  • Fabrieksinstellingen (standaardinstelling)
  • Huidige instellingen

Opties in het menu Geavanceerde fax selecteren

  1. Druk herhaaldelijk op Modus op het bedieningspaneel totdat Faxen is geselecteerd.
  2. Druk herhaaldelijk op Opties totdat GEAVANC. FAX op de display verschijnt.
  3. Druk op Selecteren.
  4. Druk op Opties om door de opties van het menu Geavanceerde fax te bladeren.
  5. Druk op + of - om door de beschikbare opties te bladeren.
  6. Druk op Selecteren als de gewenste menuoptie wordt weergegeven op de display om de instelling op te slaan.

Opmerking: de huidige instelling wordt met een sterretje (*) aangeduid op de display.

Geavanceerde faxoptie

Instelling

POG OPNIEUW KZN

Het aantal pogingen dat gedaan moet worden, als de fax niet verzonden is:

  • 0 keer
  • 1 keer
  • 2 keer (standaardinstelling)
  • 3 keer
  • 4 keer
  • 5 keer

INTRV OPNW KZN

De wachttijd voordat een nieuwe poging wordt gedaan om een fax te verzenden:

  • 1 minuut
  • 2 minuten
  • 3 minuten (standaardinstelling)
  • 4 minuten
  • 5 minuten
  • 6 minuten
  • 7 minuten
  • 8 minuten

FAX BEVESTIGING

  • Uit (er wordt geen statuspagina afgedrukt)
  • Altijd (er wordt een statusrapport afgedrukt voor elke fax die u verzendt, waaronder opdrachten met fouten)
  • Bij fouten (er wordt alleen een statusrapport afgedrukt voor opdrachten die niet zijn verzonden) (standaardinstelling)

ACTIV.RPT. MKN

  • Op verzoek (u kunt bepalen of het rapport moet worden afgedrukt) (standaardinstelling)
  • Na 40 faxen (het rapport wordt automatisch gemaakt nadat 40 faxen zijn afgedrukt)

FAX AANP AAN PG

Selecteren hoe de ontvangen fax wordt afgedrukt.

  • Passend maken (standaardinstelling)
  • Twee pagina's

VOETTEKST FAX

  • Aan (hiermee worden tijd, datum en paginanummer toegevoegd onder aan binnenkomende faxen. Dit is de standaardinstelling)
  • Uit

KIESMETHODE

  • Toetstoon (standaardinstelling)
  • Puls
  • Achter PBX (kiestoondetectie uitgeschakeld): een fax verzenden zonder te wachten op de kiestoon.

BELSIGNAAL

  • Elk (standaardinstelling)
  • Eén
  • Twee
  • Drie

Opmerking: u kunt speciale signalen kiezen als deze beschikbaar zijn via de plaatselijke telefoondienst. Als er geen speciale belsignalen beschikbaar zijn, selecteert u Elk. Zie Belsignaal toewijzen aan de faxlijn voor installatie-instructies.

KIES VOORVGSL

  • Geen (standaardinstelling)
  • Maken : u kunt een voorvoegsel maken van maximaal acht tekens dat voor elk gekozen nummer wordt geplaatst.

SCANNEN VOOR KZN

  • Nee
  • Ja (standaardinstelling)

ONGEWENSTE FAXEN BLOKKEREN

  • Uit (standaardinstelling)
  • Aan

Opmerking: u kunt maximaal 50 nummers invoeren waarvan u faxen wilt blokkeren.

OPROEPEN ZONDER ID BLOKKEREN

  • Ja
  • Nee (standaardinstelling)

LIJST ONGEWENSTE FAXEN BEWERKEN

  • Toevoegen
  • Verwijderen
  • Wijzigen
  • Afdrukken

FAXINSTELLINGEN VAN DE HOST BLOKKEREN

Hiermee kunt u ongewenste wijzigingen door gebruikers op het netwerk voorkomen.

  • Uit (standaardinstelling)
  • Aan

FAXKWALITEIT AUTOMATISCH VERLAGEN

Hiermee kunt u kleurenfaxen omzetten in zwart-wit of een lagere kwaliteitsinstelling opgeven voor faxen.

  • Uit (standaardinstelling)
  • Aan

MAX VERZ.SNELH

Een snelheid in bps:

  • 33.600 (standaardinstelling)
  • 31.200
  • 28.800
  • 26.400
  • 24.000
  • 21.600
  • 19.200
  • 16.800
  • 14.400
  • 12.000
  • 9.600
  • 7.200
  • 4.800
  • 2.400

FOUTCORRECTIE

  • Aan (standaardinstelling)
  • Uit

Opmerking: schakel foutcorrectie uit als u problemen ondervindt bij het verzenden van faxen naar een verouderd faxapparaat.

TAAL

De taal voor de tekst op de display selecteren.

LANDCODE

  • Algerije
  • Argentinië
  • Australië
  • Oostenrijk
  • België
  • Bolivia
  • Brazilië
  • Bulgarije
  • Canada
  • Caribisch gebied
  • Chili
  • China
  • Colombia
  • Kroatië
  • Tsjechië

LANDCODE

(vervolg)

  • Denemarken
  • Ecuador
  • Egypte
  • Emiraten (Verenigde Arabische Emiraten)
  • Estland
  • Finland
  • Frankrijk
  • Duitsland
  • Griekenland
  • Guam
  • Hongkong
  • Hongarije
  • India
  • Indonesië
  • Ierland
  • Israël
  • Italië
  • Japan
  • Jordanië
  • Korea
  • Koeweit
  • Letland
  • Libanon
  • Litouwen
  • Luxemburg
  • Maleisië
  • Mexico
  • Marokko
  • Nederland
  • Nieuw-Zeeland
  • Nigeria
  • Noorwegen
  • Oman
  • Paraguay
  • Peru

LANDCODE (vervolg)

  • Filippijnen
  • Polen
  • Portugal
  • Puerto Rico
  • Qatar
  • Roemenië
  • Rusland
  • Saudi-Arabië
  • Servië
  • Singapore
  • Slowakije
  • Slovenië
  • Zuid-Afrika
  • Spanje
  • Sri Lanka
  • Zweden
  • Zwitserland
  • Taiwan
  • Thailand
  • Tunesië
  • Turkije
  • Verenigd Koninkrijk
  • Verenigde Staten
  • Uruguay
  • Amerikaanse Maagdeneilanden
  • Venezuela
  • Vietnam
  • Jemen

DIAGNOSTISCHE GEGEVENS VOOR OPROEPEN

  • Uit (standaardinstelling)
  • Audio aan
  • Rapport voor T.30-signalen afdrukken
  • Audio en rapport

Opmerking: deze functie is bedoeld voor het oplossen van complexe problemen.

Menuopties in de modus Scannen selecteren

  1. Druk op Modus op het bedieningspaneel tot Scannen is geselecteerd.
  2. Druk op Opties tot de titel van het gewenste menu wordt weergegeven op de display.
  3. Druk op + of - om door de beschikbare menuopties te bladeren.
  4. Druk op Selecteren als de gewenste menuoptie wordt weergegeven op de display om de instelling op te slaan.

Opmerking: de huidige instelling wordt met een sterretje (*) aangeduid op de display.

Menu

Functie

ORIGINEEL

Het formaat van het document op de glasplaat opgeven.

Opmerking: gebruik de standaardinstelling Automatisch, tenzij u niet tevreden bent met het formaat van het afgedrukte document.

SPAARSTAND

Een tijd selecteren waarop de stroombesparingsstand wordt geactiveerd:

  • Na 10 min
  • Na 30 min
  • Na 60 min
  • Na 6 uur (standaardinstelling)
  • Nooit

INSTLLNGN WISSEN

Selecteren wanneer u wilt terugkeren naar de standaardinstellingen van de All-in-One:

  • Na 2 min (standaardinstelling)
  • Nooit

STD WAARDEN

Standaardinstellingen instellen op:

  • Fabrieksinstellingen (standaardinstelling)
  • Huidige instellingen

TAAL

De taal voor de tekst op de display selecteren.


Software van de All-in-One gebruiken

De software van de All-in-One bestaat uit verschillende onderdelen.

Geïntegreerde softwarepakketten van Lexmark gebruiken

U kunt taken snel en eenvoudig uitvoeren door het bijbehorende onderdeel te openen in Geïntegreerde softwarepakketten van Lexmark.

U kunt de Geïntegreerde softwarepakketten van Lexmark op een van de volgende manieren openen:

Geïntegreerde softwarepakketten van Lexmark wordt weergegeven op het bureaublad.

Knoppen van Geïntegreerde softwarepakketten van Lexmark

Knop

Functie

Details

Documenten beheren

Documenten beheren, opzoeken of afdrukken. Documenten naar anderen verzenden of openen in verschillende toepassingen.

Foto's beheren

Foto's beheren of afdrukken in verschillende indelingen. Foto's naar anderen verzenden of openen in verschillende toepassingen.

Lexmark op het web bezoeken

De website van Lexmark bezoeken

Scannen

Een foto of document scannen.

Kopiëren

Een foto of document kopiëren met opties voor vergroten en verkleinen, of andere functies wijzigen.

Faxen

Een fax verzenden of faxinstellingen wijzigen.

Toevoegen aan e-mailberichten

Documenten of foto's die zijn gescand of opgeslagen op de computer per e-mail verzenden.

Tekst scannen en bewerken (OCR)

Een document naar een tekstverwerker scannen om de tekst te bewerken (OCR).

Scannen naar PDF

Een document scannen en het op de computer opslaan in PDF-indeling.

Meer informatie over de mogelijkheden van de software.

Hulpmiddelen waarmee u ervoor zorgt dat de All-in-One optimaal blijft presteren.

Een zelfstudie op het web weergeven.

Lexmark Takencentrum gebruiken

U kunt het Lexmark 7100 Series Takencentrum gebruiken als u documenten wilt scannen, kopiëren of faxen. U opent als volgt het Takencentrum:

Pagina Scannen en kopiëren

De pagina Scannen en kopiëren bestaat uit vier hoofdgedeelten: Scannen, Kopiëren, Speciale functies en Voorbeeld.

Gedeelte

Functie

Scannen

  • Een toepassing selecteren waarnaar u de gescande afbeelding wilt verzenden.
  • Een afbeeldingstype voor scannen selecteren
  • Selecteren waarvoor de scan wordt gebruikt

Opmerking: klik op Meer scaninstellingen weergeven om alle instellingen weer te geven.

Kopiëren

  • Het aantal en de kleur van de kopieën selecteren.
  • Een afdrukkwaliteit voor de kopieën selecteren.
  • Het formaat van de gescande afbeelding aanpassen.
  • Kopieën lichter of donkerder maken.
  • Kopieën vergroten of verkleinen.

Opmerking: klik op Meer kopieerinstellingen weergeven om alle instellingen weer te geven.

Speciale functies

Kiezen uit een grote verscheidenheid aan creatieve ideeën.

  • Een afbeelding meerdere keren herhalen op een pagina.
  • Een afbeelding vergroten of verkleinen.
  • Een afbeelding afdrukken als een poster van meerdere pagina's.
  • Meerdere pagina's op één vel papier afdrukken.
  • Een afbeelding of document faxen.
  • Een afbeelding of document e-mailen.
  • Een afbeelding opslaan op de computer.
  • Meerdere foto's opslaan.
  • Tekst in een gescand document (OCR) bewerken.
  • Een afbeelding aanpassen met een foto-editor.

Voorbeeld

  • Een gedeelte van het voorbeeld selecteren voor scannen.
  • Een voorbeeld weergeven van de afbeelding die u wilt afdrukken of kopiëren.

Opmerking: klik op Help boven aan het venster voor meer informatie over het tabblad Scannen en kopiëren.

Opgeslagen afbeeldingen weergeven, pagina

Op de pagina Opgeslagen afbeeldingen weergeven kunt u taken uitvoeren voor afbeeldingen die zijn opgeslagen op de computer. De pagina Opgeslagen afbeeldingen weergeven bestaat uit drie gedeelten.

Gedeelte

Functie

Openen met

Een toepassing selecteren waarnaar u de opgeslagen afbeelding wilt verzenden.

Fotoafdrukken

  • Het aantal en de kleur van de kopieën selecteren.
  • Een afdrukkwaliteit voor de kopieën selecteren.
  • Kopieën lichter of donkerder maken.
  • Kopieën vergroten of verkleinen.

Opmerking: klik op Volgende om foto's in standaardformaat te selecteren en af te drukken of klik op Meer afdrukinstellingen weergeven als u aanvullende instellingen wilt bekijken.

Speciale functies

  • Een albumpagina met verschillende fotoformaten afdrukken.
  • Een afbeelding vergroten of verkleinen.
  • Een afbeelding afdrukken als een poster van meerdere pagina's.
  • Een afbeelding of document faxen.
  • Een afbeelding of document e-mailen.
  • Tekst in een gescand document (OCR) bewerken.
  • Een afbeelding aanpassen met een foto-editor.

Opmerking: klik op Help boven aan het venster voor meer informatie over deze pagina.

Pagina Onderhoud/problemen oplossen

De pagina Onderhoud/problemen oplossen bevat directe koppelingen naar Lexmark Printeroplossingen en het hulpprogramma voor faxinstellingen.

Klik op de koppeling Onderhoud/problemen oplossen boven aan het Takencentrum om de pagina Onderhoud/problemen oplossen te openen. Zie Lexmark Takencentrum gebruiken voor meer informatie.

U kunt kiezen uit de volgende onderwerpen:

Zie Lexmark Printeroplossingen gebruiken voor meer informatie over Lexmark Printeroplossingen.

Printereigenschappen gebruiken

Met Printereigenschappen beheert u de afdrukfunctie van de All-in-One. U kunt de instellingen in Printereigenschappen aanpassen aan het type project dat u wilt maken. U opent als volgt Printereigenschappen vanuit vrijwel elke toepassing:

  1. Open het gewenste bestand en klik op Bestand Afdrukken.
  2. Klik in het dialoogvenster Afdrukken op de knop Eigenschappen, Voorkeuren, Opties of Instellen (afhankelijk van de toepassing).

Het venster Printereigenschappen verschijnt.

Menu Instellingen opslaan

In het menu Instellingen opslaan kunt u de huidige printereigenschappen opslaan onder een bepaalde naam voor later gebruik. U kunt maximaal vijf aangepaste instellingen opslaan.

Menu Taken

In het menu Taken zijn verschillende wizards beschikbaar (bijvoorbeeld wizards voor het afdrukken van foto's, enveloppen, banners of posters, of voor dubbelzijdig afdrukken) waarmee u de juiste afdrukinstellingen kunt selecteren voor het project dat u wilt uitvoeren. Klik op Sluiten wanneer u het dialoogvenster Printereigenschappen volledig wilt weergeven.

Menu Opties

In het menu Opties kunt u wijzigingen aanbrengen in de opties voor kwaliteit, indeling en afdrukstatus. Open via het menu het dialoogvenster met deze tabbladen en klik op de knop Help in het dialoogvenster voor meer informatie over deze instellingen.

Het menu Opties bevat naast gegevens over de softwareversie eveneens directe koppelingen naar verschillende onderdelen van Lexmark Printeroplossingen (zie Lexmark Printeroplossingen gebruiken).

Tabbladen Printereigenschappen

Alle printerinstellingen bevinden zich op de drie belangrijkste tabbladen van Printereigenschappen: Kwaliteit/exemplaren, Papierinstellingen en Afdrukindeling.

Tabblad

Functie

Kwaliteit/exemplaren

  • Een instelling voor Kwaliteit/snelheid selecteren.
  • Een papiersoort selecteren.
  • Opgeven hoe de All-in-One verschillende exemplaren van één afdruktaak moet afdrukken: gesorteerd of normaal.
  • De optie Afbeelding automatisch verscherpen in- of uitschakelen.
  • Een kleurenafbeelding in zwart-wit afdrukken.
  • Een document in omgekeerde volgorde afdrukken.

Papierinstellingen

  • Het gewenste papierformaat selecteren.
  • De afdrukstand van het document selecteren: staand of liggend.

Afdrukindeling

  • De indeling selecteren waarmee u het document wilt afdrukken.
  • Bepalen of u wilt afdrukken op beide zijden van het papier en de gewenste optie voor dubbelzijdig afdrukken selecteren.

Opmerking: klik met de rechtermuisknop op een instelling op het scherm en kies Wat is dit? voor meer informatie over de betreffende instelling.

Lexmark Printeroplossingen gebruiken

Lexmark Printeroplossingen is een waardevolle bron van informatie die ondersteuning voor de All-in-One biedt en informatie bevat over de printerstatus, de vastgestelde papiersoort en de inktvoorraden.

U kunt Lexmark Printeroplossingen op vier manieren openen.

Het tabblad Printerstatus wordt weergegeven.

Lexmark Printeroplossingen bestaat uit zes tabbladen: Printerstatus, Hoe, Problemen oplossen, Onderhoud, Contactgegevens en Geavanceerd.

Tabblad

Functie

Printerstatus (hoofdvenster)

  • Status van de All-in-One bekijken. Tijdens het afdrukken kan bijvoorbeeld de status Bezig met afdrukken worden weergegeven.
  • Bekijken welke papiersoort is vastgesteld in de All-in-One.
  • Inktvoorraden van de inktcartridges controleren.

Hoe

Informatie weergeven over:

  • Scannen, kopiëren, faxen en afdrukken.
  • Instellingen zoeken en wijzigen.
  • Basisfuncties gebruiken.
  • Projecten, zoals banners en opstrijktransfers, afdrukken.

Problemen oplossen

  • Tips over de huidige status weergeven.
  • Problemen met de All-in-One oplossen

Onderhoud

  • Nieuwe inktcartridge installeren.

Opmerking: wacht tot de scantaak is voltooid voordat u nieuwe cartridges installeert.

  • Mogelijkheden voor het aanschaffen van nieuwe cartridges bekijken.
  • Testpagina afdrukken.
  • Reinigen om horizontale strepen te voorkomen.
  • Uitlijnen om vage randen te voorkomen.
  • Andere problemen met inkt oplossen
  • Achtergebleven materiaal verwijderen na het afdrukken van Japanse briefkaarten.

Contactgegevens

  • Informatie over het opnemen van contact met Lexmark via telefoon, e-mail of internet.

Geavanceerd

  • Weergave van het venster Afdrukstatus wijzigen en gesproken berichten voor afdrukken in- of uitschakelen.
  • Instellingen voor afdrukken via het netwerk wijzigen.
  • Gebruiksgegevens van de All-in-One doorgeven aan Lexmark.
  • Informatie weergeven over de versie van de software.

Opmerking: klik op Help rechtsonder in het venster voor meer informatie.

Lexmark Foto-editor gebruiken

In het programma Lexmark Foto-editor kunt u afbeeldingen en foto's bewerken alvorens ze af te drukken.

U opent als volgt Lexmark Foto-editor:

Lexmark Foto-editor verschijnt.

U kunt de afbeelding bewerken met de beschikbare hulpmiddelen.

Opmerking: plaats de muisaanwijzer boven het hulpmiddel voor een beschrijving.

Lexmark Faxoplossingen gebruiken

Met dit hulpprogramma kunt u de instellingen voor het verzenden en ontvangen van faxen aanpassen. Als u de instellingen opslaat, worden deze toegepast op alle faxen die u ontvangt of verzendt. U kunt dit hulpprogramma ook gebruiken om een snelkeuzelijst te maken en te bewerken.

Klik op Start Programma's (of Alle programma's) Lexmark 7100 Series Lexmark Faxoplossingen.

Klik op Snelkeuzelijst en andere faxinstellingen aanpassen als u de faxinstelling wilt aanpassen in de software. Zie Instellingen aanpassen met Lexmark Faxoplossingen voor een overzicht van de beschikbare mogelijkheden.