- Selecteer de printer in de lijst.
- Klik op Voeg toe.
| - Selecteer de printer in de lijst.
Opmerking: | voor printers die via een afdrukserver zijn verbonden met het netwerk, worden de printernaam en de laatste zes cijfers van het MAC-adres van de afdrukserver weergegeven. |
- Als de printer geen IP-adres heeft, is de printer niet geconfigureerd. Klik op Configureer om een IP-adres toe te wijzen. Zie Netwerkprinter configureren voor meer informatie.
- Als de printer niet wordt weergegeven, klikt u op Externe printer. Zie Externe netwerkprinter toevoegen voor meer informatie.
- Klik op Voeg toe.
|