Problemen met afdrukken oplossen

Zoek in de volgende tabel naar het probleem dat het meest overeenkomt met het probleem dat u ondervindt:

Probleem:

Vraag:

Oplossing:

Documenten en afbeeldingen zijn van slechte kwaliteit, waaronder:

  • Lege pagina's
  • Onjuiste kleuren
  • Ontbrekende tekens
  • Fletse afdrukken
  • Donkere afdrukken
  • Scheve lijnen
  • Vlekken
  • Vegen
  • Onverwachte tekens
  • Witte lijnen in afdrukken

 

 

Gebruikt u de juiste kleurinstelling?

Geef een andere kleurinstelling op in de toepassing.

Is de inkt volledig opgedroogd voor u het afdrukmateriaal uit de uitvoerlade hebt verwijderd?

Laat de inkt enige tijd drogen voordat u het papier vastpakt.

Is het papier gekreukeld?

Gebruik een nieuw vel papier dat recht is en zonder kreukels.

Zijn de instellingen van de printer aangepast aan de juiste papiersoort en het juiste papierformaat?

Selecteer de juiste papiersoort in Printereigenschappen, Voorkeuren of de software van de printer.

Zijn de instellingen van de printer aangepast aan de juiste kwaliteit voor de papiersoort?

Selecteer de juiste papiersoort voor het papier in Printereigenschappen, Voorkeuren of de software van de printer.

Zijn de inktcartridges correct uitgelijnd?

Zie Cartridges uitlijnen.

Zijn de inktcartridges juist onderhouden?

Zie Afdrukkwaliteit verbeteren en Spuitopeningen van de inktcartridges reinigen.

Tekst en afbeeldingen zijn van slechte kwaliteit

Is de inkt van de printer op?

Vervang de inktcartridge door een nieuwe cartridge. Zie Inktcartridges vervangen.

Slechte kwaliteit aan de randen van het papier

Drukt u af buiten de minimale afdrukmarges voor de printer?

Gebruik de volgende minimuminstellingen:

  • Linker- en rechtermarge:
- 6,35 mm (0,25 inch) voor alle papierformaten behalve A4
- 3,37 mm (0,133 inch) voor A4-papier
  • Bovenmarge:
1,7 mm (0,067 inch)
  • Ondermarge:
16,51 mm (0,65 inch)

Printer drukt niet af of reageert niet

Wordt er een foutbericht weergegeven?

Zie Problemen met foutberichten oplossen.

Is de printer juist op de computer geïnstalleerd?

Als u hier niet zeker van bent, maakt u de installatie van de software van de printer ongedaan en installeert u deze opnieuw. Zie Installatie van de software ongedaan maken en de software opnieuw installeren.

Is het document in de wachtstand gezet of onderbroken?

Zie Status van de printer controleren.

Is de printer ingesteld als standaardprinter?

Zie Status van de printer controleren.

Lage afdruksnelheid

Worden er andere toepassingen uitgevoerd op de computer?

Sluit alle toepassingen die u niet gebruikt.

Gebruikt u de hoogste afdrukresolutie?

Verlaag de afdrukresolutie.

Met de instelling Snel afdrukken of Normaal wordt sneller afgedrukt dan met de instelling Foto.

Opmerking:  het afdrukken van foto's of documenten met afbeeldingen neemt meer tijd in beslag dan het afdrukken van normale tekstdocumenten.

Voldoet de computer aan de minimale geheugenvereisten voor de printer?

Ga na of u het RAM-geheugen (Random Access Memory) van de computer moet uitbreiden.

:

Status van de printer controleren.

Controleer de status van de printer om te controleren of het document niet in de wachtstand staat of wordt onderbroken. Controleer ook of de printer is ingesteld als de standaardprinter. U controleert als volgt de status:

  1. Klik op Start  Configuratiescherm  Printers en andere hardware  Printers en faxapparaten (Windows XP).

Klik op Start  Instellingen  Printers en faxapparaten of Printers (Windows 95, 98, ME, 2000).

  1. Dubbelklik op het pictogram Lexmark 810 Series.