Stap 1

Controleer of de printer is ingeschakeld.

Is de printer ingeschakeld?

Ga naar stap 2.

Zet de printer aan.

Stap 2

Controleer of de printerkabel stevig is aangesloten op de printer en op de computer, afdrukserver, optie of een ander netwerkapparaat.

Is de printerkabel stevig aangesloten op de printer en op de computer, afdrukserver, optie of een ander netwerkapparaat?

Ga naar stap 3.

Sluit de printerkabel stevig aan op de printer en op de computer, afdrukserver, optie of een ander netwerkapparaat.

Stap 3

Controleer of het netsnoer is aangesloten op de printer en een geaard stopcontact.

Is het netsnoer aangesloten op de printer en een geaard stopcontact?

Ga naar stap 4.

Sluit het netsnoer aan op de printer en op een geaard stopcontact.

Stap 4

Controleer of het stopcontact is uitgeschakeld met behulp van een schakelaar of stroomonderbreker.

Is het stopcontact uitgeschakeld met behulp van een schakelaar of stroomonderbreker?

Schakel de schakelaar in of reset de stroomonderbreker.

Ga naar stap 5.

Stap 5

Controleer of de printer is aangesloten op een overspanningsbeveiliging, een UPS of een verlengsnoer.

Is de printer aangesloten op een overspanningsbeveiliging, een UPS of een verlengsnoer?

Sluit het netsnoer van de printer rechtsreeks aan op een geaard stopcontact.

Ga naar stap 6.

Stap 6

Controleer de andere elektrische apparatuur die is aangesloten op het stopcontact.

Werkt de andere elektrische apparatuur?

Koppel de andere elektrische apparatuur los en schakel de printer in. Als de printer niet werkt, sluit u andere elektrische apparatuur opnieuw aan en gaat u naar stap 6.

Ga naar stap 7.

Stap 7

Schakel de printer uit en schakel de printer na ongeveer tien seconden weer in.

Werken de printer en de scanner?

Het probleem is opgelost.

Contact klantenondersteuningaan als u nog meer pagina's wilt scannen.

Stap 1

Controleer de kabelaansluiting.

Zorg dat de Ethernet- of USB-kabel goed op de computer en op de printer is aangesloten.

Zijn de kabels goed aangesloten?

Ga naar stap 2.

Sluit de kabels op de juiste wijze aan.

Stap 2

Controleer of de bestandsnaam al wordt gebruikt.

Wordt de bestandsnaam al gebruikt?

Wijzig de bestandsnaam.

Ga naar stap 3.

Stap 3

Controleer of het document dat of de foto die u wilt scannen, is geopend in een andere toepassing of wordt gebruikt door een andere gebruiker.

Is het bestand dat u wilt scannen, geopend door een andere toepassing of gebruiker?

Sluit het bestand dat u scant.

Ga naar stap 4.

Stap 4

Controleer of het selectievakje Tijdstempel toevoegen of Overschrijf bestaand bestand is ingeschakeld in de configuratie-instellingen van de bestemming.

Is het selectievakje Tijdstempel toevoegen of Overschrijf bestaand bestand ingeschakeld in de configuratie-instellingen van de bestemming?

Contact klantenondersteuning.

Schakel het selectievakje Tijdstempel toevoegen of Overschrijf bestaand bestand in de configuratie-instellingen van de bestemming in.

Controleer of er blokkades zijn in de scannereenheid.

1. Til de scannereenheid op.

2. Verwijder eventuele blokkades terwijl u de klep open houdt.

3. Laat de scannereenheid zakken.

Is de scannereenheid goed gesloten?

Het probleem is opgelost.

Contact klantenondersteuningaan als u nog meer pagina's wilt scannen.

Stap 1

Controleer of er andere toepassingen zijn die scan verstoren.

Sluit alle toepassingen die niet worden gebruikt.

Duurt het scannen nog steeds te lang of loopt de computer vast?

Ga naar stap 2.

Het probleem is opgelost.

Stap 2

Selecteer een lagere scanresolutie.

Duurt het scannen nog steeds te lang of loopt de computer vast?

Contact klantenondersteuningaan als u nog meer pagina's wilt scannen.

Het probleem is opgelost.

Stap 1

Controleer of er een foutbericht wordt weergegeven op de display.

Wordt er een foutbericht op de printerdisplay weergegeven?

Wis het foutbericht.

Ga naar stap 2.

Stap 2

Controleer de kwaliteit van het originele document.

Is de kwaliteit van het originele document in orde?

Ga naar stap 3.

Verhoog de instellingen voor de scanresolutie voor een betere kwaliteit van de uitvoer.

Stap 3

Reinig de glasplaat met een schone, stofvrije doek die met water is bevochtigd.

Is de glasplaat schoon?

Ga naar stap 4.

Raadpleeg De glasplaat reinigen.

Stap 4

Controleer de plaatsing van het document of de foto.

Zorg dat het document of de foto linksboven op de glasplaat is geplaatst, met de bedrukte zijde naar beneden.

Is het document of de foto correct geplaatst?

Ga naar stap 5.

Plaats het document of de foto met de afdrukzijde naar beneden in de linkerbovenhoek van de glasplaat.

Stap 5

Verzend een afdruktaak en controleer vervolgens op problemen met de afdrukkwaliteit.

• Wijzig de instellingen voor de ecomodus in het menu Algemene instellingen.

• Pas de instelling voor intensiteit aan in het menu Kopiëren.

• Wanneer de afdrukken vaag worden, vervangt u de tonercartridge.

Is de afdrukkwaliteit in orde?

Ga naar stap 6.

Raadpleeg Problemen met de afdrukkwaliteit.

Stap 6

Controleer de scaninstellingen.

Controleer in het scherm Scannen of de instellingen voor het inhoudstype en de inhoudsbron correct zijn voor het document dat moet worden gescand.

Zijn de instellingen voor het inhoudstype en de inhoudsbron correct voor het document dat moet worden gescand?

Ga naar stap 7.

Wijzig de instellingen voor het inhoudstype en de inhoudsbron zodat deze overeenkomen met het document dat moet worden gescand.

Stap 7

Verhoog de instellingen voor de scanresolutie voor een betere kwaliteit van de uitvoer.

Heeft de verhoogde resolutie gezorgd voor een betere kwaliteit van de uitvoer?

Probleem opgelost.

Contact klantenondersteuning.

Controleer of het document of de foto op de juiste manier is geplaatst.

Zorg dat het document of de foto linksboven op de glasplaat is geplaatst, met de bedrukte zijde naar beneden.

Is het document of de foto correct ingevoerd?

Contact klantenondersteuningaan als u nog meer pagina's wilt scannen.

Plaats het document of de foto met de afdrukzijde naar beneden in de linkerbovenhoek van de glasplaat.

Stap 1

Controleer of de printer is ingeschakeld en dat Gereed op het bedieningspaneel van de printer wordt weergegeven voordat u gaat scannen.

Verschijnt Gereed voordat u met scannen begint?

Ga naar stap 3.

Ga naar stap 2.

Stap 2

Schakel de printer uit en schakel de printer na ongeveer tien seconden weer in.

Wordt er een foutbericht op de printerdisplay weergegeven?

Wis eventuele foutberichten.

Ga naar stap 3.

Stap 3

Controleer dat de kabels tussen de printer en de afdrukserver goed zijn bevestigd.

Raadpleeg de meegeleverde installatiedocumentatie van de printer voor meer informatie.

Zijn de kabels tussen de printer en de afdrukserver goed bevestigd?

Contact klantenondersteuningaan als u nog meer pagina's wilt scannen.

Controleer de kabelverbindingen.