U kunt de vervaltijd van de gedelegeerde instellen door de optie voor het verwijderen van de vervaldatum in te schakelen. Zie Deelnemers beheren voor meer informatie.
U kunt de afdrukvolgorde instellen door het organisatiebeleid te configureren. Zie Organisatorische instellingen configureren voor meer informatie.
U kunt gasten toewijzen aan kostenplaatsen of afdelingen. Zie Organisatorische instellingen configureren voor meer informatie.
U kunt opgeven wanneer de printerfirmware moet worden bijgewerkt door het dialoogvenster Firmware bijwerken te configureren. Zie De printerfirmware bijwerken. voor meer informatie.
Diagnostische gebeurtenissen worden gegenereerd wanneer er een waarschuwing is die betrekking heeft op printers of supplies. Zie Uitleg over diagnostische gebeurtenissen voor meer informatie.
Gebruikers kunnen meerdere IP-adressen of serienummers van gekoppelde printers in een organisatie importeren en een of meerdere tags hieraan toewijzen.Zie Labels aan printers toewijzen voor meer informatie.
Gebruikers kunnen een rapport exporteren waarin alle geïnstalleerde eSF-toepassingen en bijbehorende versies voor een printerpark vermeld staan. Het printerpark kan van één organisatie of van alle organisaties zijn.Zie ESF-applicatieversies exporteren voor meer informatie.