Stap 1

Controleer of de scanner is ingeschakeld en dat Gereed op het bedieningspaneel van de scanner wordt weergegeven voordat u gaat scannen.

Verschijnt Gereed voordat u met scannen begint?

Ga naar stap 4.

Naar stap 2.

Stap 2

Schakel de scanner uit en schakel de scanner na ongeveer tien seconden weer in.

Verschijnt Gereed voordat u met scannen begint?

Ga naar stap 4.

Naar stap 3.

Stap 3

1. Als een foutbericht wordt weergegeven op het scannerdisplay, wist u het bericht.

2. Verzend de scantaak opnieuw.

Kunt u vanaf een computer scannen?

Het probleem is opgelost.

Ga naar stap 4.

Stap 4

1. Controleer of de kabels tussen de scanner en de afdrukserver goed zijn bevestigd.

   Raadpleeg de meegeleverde installatiedocumentatie van de scanner voor meer informatie.

2. Verzend de scantaak opnieuw.

Kunt u vanaf een computer scannen?

Het probleem is opgelost.

Contact klantenondersteuning.

1. Controleer of het document of de foto op de juiste manier is geplaatst.

   Zorg dat het document of de foto met de bedrukte zijde naar beneden in de linkerbenedenhoek van de glasplaat van de scanner is geplaatst.

2. Scan het document of de foto opnieuw.

Is het document of de foto correct gescand?

Het probleem is opgelost.

Contact klantenondersteuning.

Stap 1

Controleer of er een foutbericht wordt weergegeven op het display van de scanner.

Wordt er een foutbericht op het display weergegeven?

Wis eventuele foutberichten.

Naar stap 2.

Stap 2

Controleer de kwaliteit van het originele document.

Is de kwaliteit van het origineel in orde?

Naar stap 3.

Verhoog de resolutie van de scan voor een betere kwaliteit van de uitvoer.

Stap 3

Reinig de glasplaat en de ADF-glasplaat met een schone, stofvrije doek die met water is bevochtigd.

Is de glasplaat schoon?

Naar stap 4.

Raadpleeg De glasplaat reinigen.

Stap 4

Controleer of het document of de foto op de juiste manier is geplaatst.

Zorg dat het document of de foto linksboven op de glasplaat is geplaatst, met de bedrukte zijde naar beneden.

Is het document of de foto correct ingevoerd?

Naar stap 5.

Plaats het document of de foto met de afdrukzijde naar beneden in de linkerbovenhoek van de glasplaat.

Stap 5

Verstuur een afdruktaak en controleer dan of er problemen zijn met de afdrukkwaliteit.

• Pas de instellingen van de Eco-modus aan in het menu Algemene instellingen.

• Pas de instelling voor tonerintensiteit aan in het menu Kopiëren.

• Wanneer de afdrukken vaag worden, vervangt u de tonercartridge.

Is de afdrukkwaliteit in orde?

Naar stap 6.

Raadpleeg Problemen met de afdrukkwaliteit.

Stap 6

Verhoog de resolutie van de scan voor een betere kwaliteit van de uitvoer.

Heeft de hogere resolutie geresulteerd in afdrukken van hogere kwaliteit?

Het probleem is opgelost.

Naar stap 7.

Stap 7

Controleer de scaninstellingen.

Controleer in het scherm Scannen of de instellingen voor Inhoudstype en Bron geschikt zijn voor het document dat moet worden gescand.

Zijn de instellingen voor Inhoudstype en Bron juist voor het document dat u wilt scannen?

Contact klantenondersteuning.

Verander de instellingen voor Inhoudstype en Bron zodat deze juist zijn voor het document dat u wilt scannen.

Stap 1

Controleer de kabelaansluiting.

Zorg dat de Ethernet- of USB-kabel goed op de computer en op de printer is aangesloten.

Zijn de kabels goed aangesloten?

Naar stap 2.

Sluit de kabels op de juiste wijze aan.

Stap 2

Controleer of de bestandsnaam al wordt gebruikt.

Wordt de bestandsnaam al gebruikt?

Verander de bestandsnaam.

Naar stap 3.

Stap 3

Controleer of het document of de foto die u wilt scannen geopend is in een andere toepassing of dat deze wordt gebruikt door een andere gebruiker.

Is het bestand dat u wilt scannen geopend in een andere toepassing of wordt deze gebruikt door een andere gebruiker?

Sluit het bestand dat u scant.

Naar stap 4.

Stap 4

Controleer of Tijdstempel toevoegen of Overschrijf bestaand bestand is geselecteerd in de configuratie-instellingen van de bestemming.

Is Tijdstempel toevoegen of Overschrijf bestaand bestand geselecteerd in de configuratie-instellingen van de bestemming?

Naar stap 5.

Selecteer Tijdstempel toevoegen of Overschrijf bestaand bestand in de configuratie-instellingen van de bestemming.

Stap 5

Verlaag de instelling voor scanresolutie in het menu Flashstation en verstuur de scantaak opnieuw.

Wordt de taak gescand?

Het probleem is opgelost.

Naar stap 6.

Stap 6

Controleer de scaninstellingen.

Controleer in het scherm Scannen of de instellingen voor Inhoudstype en Bron geschikt zijn voor het document dat moet worden gescand.

Zijn de instellingen voor Inhoudstype en Bron juist voor het document dat u wilt scannen?

Het probleem is opgelost.

Verander de instellingen voor Inhoudstype en Bron zodat deze juist zijn voor het document dat u wilt scannen.

Controleer of er blokkades zijn in de scannereenheid.

1. Til de scannereenheid op.

2. Verwijder eventuele blokkades terwijl u de klep open houdt.

3. Laat de scannereenheid zakken.

Is de scannereenheid goed gesloten?

Het probleem is opgelost.

Contact klantenondersteuningaan als u nog meer pagina's wilt scannen.

Stap 1

Controleer of er andere toepassingen zijn die scan verstoren.

Sluit alle toepassingen die niet worden gebruikt.

Duurt het scannen nog steeds te lang of loopt de computer vast?

Naar stap 2.

Het probleem is opgelost.

Stap 2

Selecteer een lagere scanresolutie.

Duurt het scannen nog steeds te lang of loopt de computer vast?

Contact klantenondersteuningaan als u nog meer pagina's wilt scannen.

Het probleem is opgelost.

Stap 1

Controleer of de scanner is ingeschakeld.

Is de scanner ingeschakeld?

Naar stap 2.

Zet de scanner aan.

Stap 2

Controleer of de Ethernet-kabel stevig is aangesloten op de scanner en op de computer, afdrukserver, optie of een ander netwerkapparaat.

Is de Ethernet-kabel stevig aangesloten op de scanner en op de computer, afdrukserver, optie of een ander netwerkapparaat?

Naar stap 3.

Sluit de Ethernet-kabel stevig aan op de scanner en op de computer, afdrukserver, optie of een ander netwerkapparaat.

Stap 3

Controleer of het netsnoer is aangesloten op de scanner en op een geaard stopcontact.

Is het netsnoer aangesloten op de scanner en een geaard stopcontact?

Naar stap 4.

Sluit het netsnoer aan op de scanner en op een geaard stopcontact.

Stap 4

Controleer of het stopcontact is uitgeschakeld met behulp van een schakelaar of stroomonderbreker.

Is het stopcontact uitgeschakeld met behulp van een schakelaar of stroomonderbreker?

Schakel de schakelaar in of reset de stroomonderbreker.

Naar stap 5.

Stap 5

Controleer of de scanner is aangesloten op een overspanningsbeveiliging, een UPS of een verlengsnoer.

Is de scanner aangesloten op een overspanningsbeveiliging, een UPS of een verlengsnoer?

Sluit het netsnoer van de scanner rechtstreeks aan op een geaard stopcontact.

Naar stap 6.

Stap 6

Controleer de andere elektrische apparatuur die is aangesloten op het stopcontact.

Werkt de andere elektrische apparatuur?

Koppel de andere elektrische apparatuur los, en zet vervolgens de scanner aan. Als de scanner niet werkt, sluit u andere elektrische apparatuur opnieuw aan en gaat u naar stap 6.

Naar stap 7.

Stap 7

Schakel de scanner uit en schakel de scanner na ongeveer tien seconden weer in.

Werkt de scanner?

Het probleem is opgelost.

Contact klantenondersteuning.